Feature

Is it a boat? Is it a storage? No it”s MVRDV!

Aan het einde van de Strekdam in Amsterdam, naast de tot wooncomplex getransformeerde graansilo, bouwde MVRDV in het water een tien verdiepingen hoog wooncomplex. Het project startte in 1995 en wordt binnenkort opgeleverd.

MBM (Martorell, Bohigas en Mackay) uit Barcelona, Rudy Uytenhaak en MVRDV kregen in 1995 een studieopdracht om een ontwerp te maken voor een gevarieerd programma van koop- en huurwoningen, bedrijfsruimtes en publieke functies. Doordat MVRDV het conflicterende karakter van de verschillende programmaonderdelen benadrukte door alle onderdelen met elkaar te verweven, werd hun plan gekozen. De bedrijfsruimten en (semi)openbare ruimten werden niet bij voorbaat op de begane grond geprojecteerd maar juist over het complex verspreid. Hierdoor zou een waar grootstedelijk wooncomplex ontstaan van 135 vrije sectorwoningen, 14 sociale huurwoningen en 1.400m2 bedrijfsruimte. Om een zekere mate van transparantie te bereiken en het uitzicht op het IJ vanaf de Houthaven niet geheel te ontnemen, werden in het volume drie grote 'gaten' bedacht. Een van deze gaten zou gaan dienen als haven, de andere als semi-openbare ruimtes voor bewoners en gebruikers van het complex.Het gebouw is nu nagenoeg gereed, over een paar maanden zullen de eerste bewoners het complex betrekken. Zijn de hoog gespannen verwachtingen waargemaakt, is het een grootstedelijk wooncomplex geworden? Wat is er van de oorspronkelijke plannen in alle jaren overeind gebleven en wat is gesneuveld?Het programma is in de loop van de jaren iets gewijzigd; in het complex bevinden zich nu 142 koopwoningen en 15 sociale huurwoningen, van de 1.400m2 bedrijfsruimte waarvan eerst sprake was, is 600m2 gerealiseerd. Ruimtelijke functiemening heeft hierdoor niet plaats kunnen vinden. De bedrijfsruimte is in een duidelijk herkenbaar volume ondergebracht. Toch is het complex geen eenzijdig woongebouw geworden. De variatie in woninggrootte en -plattegronden is zo rijk dat de opzet om in het gebouw verschillende 'buurten' te creƫren geslaagd is. De 'buurten' worden gevormd door vier tot acht woningen die in opzet en ontsluiting hetzelfde zijn. De woningen zelf zijn in veel gevallen dusdanig flexibel dat individuele indelingen mogelijk waren. Daar waar de bewoner van de ene maisonnette zijn slaapkamer heeft, heeft zijn buurman een keuken laten plaatsen. De locatie van verschillende 'buurten' zijn op de gevel af te lezen, iedere 'buurt' zijn eigen gevel. De drang om veel verschillende plattegronden te ontwerpen met ieder een eigen gevel levert soms enige spanning op. Een glasvliesgevel voor iedereen was schijnbaar geen optie met als gevolg kozijnbalken op ooghoogte of minimale 'buitenruimtes', een omglaasde hoek van de kamer met een enkel raam.

Het grootstedelijke van het wooncomplex komt onder meer tot uitdrukking aan de kop van de westzijde van het complex waar zich een groot collectief dakterras voor de bewoners bevindt en aan de onderzijde waar tussen de kolommen kleine bootjes kunnen liggen. Echt fraai is het reusachtige openbare terras met uitzicht op het IJ dat te bereiken is via de trappen die onder het gebouw door lopen. Dit terras wordt het eindpunt van de wandelpromenade langs het IJ, en zal er zeker voor zorgen dat deze plek straks, ook voor niet architectuurfans, een aantrekkelijke bestemming wordt.