Recensie

Westland forever

De Prix de Rome opgave voor de eindronde stedenbouw betrof het maken van een ontwikkelingsstrategie voor het Westland. Afgelopen dinsdag presenteerden de vier eindronde kandidaten hun plannen. Hoewel het een fictieve opgave betrof, sprak deze zo tot de verbeelding dat het aangekondigde gesprek over de noodzaak van de herstructurering van grootschalige landbouwgebieden in Nederland voornamelijk ging over de toekomstperspectieven voor het Westland.

Shifting Horizons / John Lonsdale

Shifting Horizons / John Lonsdale

Westland is het 14.000 hectare grootte gebied ten zuiden van Den Haag dat vooral bekend is door zijn glastuinbouw; 5.000 hectare wordt bedekt door kassen. De druk op het gebied is groot, dorpen en steden in en om het Westland leggen ruimteclaims om woningen, bedrijventerreinen en recreatiegebieden te kunnen aanleggen. In de plannen die er nu voor het Westland liggen wordt onder meer gesproken over het terugdringen van de glastuinbouw ten behoeve van deze functies, elders in Nederland zouden nieuwe kassengebieden moeten ontstaan. Daarnaast is er de algemene notie dat de glastuinbouw als sector reorganisatie behoeft. Van de eindrondekandidaten werd een ruimtelijke ontwikkelings-strategie gevraagd met daarin verwerkt een visie op de toekomst van agrarische activiteiten in het Westland, op de functie, en inrichting van de openbare ruimte als alternatief voor de glastuinbouw.

De vier voorstellen verschillen onderling sterk maar allen kiezen voor een dominante aanwezigheid van de glastuinbouw in het gebied. Het meest radicale voorstel is van Jago van Bergen met ‘Kas en Land’. Hij analyseerde de belangrijkste parameters van de glastuinbouw, integreerde deze en kwam tot drie nieuwe typen productiebedrijven. Een van die nieuwe typen is het kaskantoor, een toren boven de snelweg waarvan de kern een kantoorfunctie heeft en de schil als kas dient en daarbij de emissie van het verkeer inzet ten behoeve van de plantenteelt.

In zijn project ‘Allocated Grounds #3’ laat Paul Toornend de invloed van eigendomsverhoudingen op de structuur van het land zien. Herstructurering van het grondeigendom wordt ingezet als ontwerpstrategie voor ruimtelijke herstructurering. Of een dergelijke aanpak wenselijk is, is een vraag die Toornend bewust open laat.
Nikol Dietz stelt dat Nederland een aantal karakteristieke gebieden kent waar grootschaligheid en monofunctionaliteit samen gaan. Volgens deze redenering is het Westland gelijk aan de Veluwe, de Waddenzee en het Rotterdamse havengebied. Om het gebied zijn karakteristiek te laten behouden stelt zij in haar ontwerp ‘Over de noodzaak van tuinieren’ een aantal ingrepen voor die het gebied levensvatbaar moeten houden, zoals ingrepen in de waterhuishouding en de aanleg van nieuwe wegen om het gebied beter te ontsluiten. Daarnaast stelt ze spelregels op voor kavels die verkocht worden; deze mogen niet worden opgedeeld en dienen voor 75% beplant te worden met bomen.
‘Shifting horizons, a poposal for non-deterministic urbanisme’ van John Lonsdale, winnaar van de Prix de Rome stedenbouw, is een voorstel om met vijf lokale interventies de gelaagdheid van de bodem, de onzichtbare geschiedenis als geografische oorsprong en archeologische vondsten, zichtbaar te maken. Door nieuwe lagen toe te voegen transformeert het gebied geleidelijk.

De vraag is of er voor de ruimtelijke ordening een rol is weggelegd in dergelijke herstructureringsprocessen? In de jaren zestig en zeventig had de ruimtelijke ordening grote invloed op de agrarische sector. Het economische aandeel van deze sector voor de Nederlandse economie was zo groot dat de kosten van de ruimtelijke ingrepen makkelijk tegen de baten konden worden weggestreept. Door veranderingen op de wereldmarkt (productondersteunende subsidies worden afgeschaft) moet de agrarische sector in Nederland ingrijpend veranderen wil ze rendabel blijven. Dat is echter niet de enige reden. In Nederland zijn de grondprijzen voor agrarisch land de hoogste van Europa. Intensivering ligt voor de hand maar de huidige milieueisen vragen om extensivering. De sector wordt in een spagaat gedwongen, aldus landschapsarchitect Dirk Sijmons.
Ook lijkt de ruimtelijke ordening haar handen van de landbouw te hebben afgetrokken gezien het feit dat er niets over in de 5e Nota Ruimtelijke Ordening staat. En dat is volgens Sijmons te betreuren omdat er zeker toekomst is voor de glastuinbouw in het Westland. Dit is voor een groot deel te danken aan het autocratische karakter van het gebied maar ook sociale aspecten spelen een belangrijke rol. Volgens Sijmons is in het Westland sprake van een collectieve vorm van vakidiotie. Om de glastuinbouw in het Westland levensvatbaar te houden zou er meer centrale (zelf)regulering nodig zijn, zaken als waterhuishouding kan een bedrijf nu eenmaal niet zelf regelen.

Het autocratische en collectieve karakter van het gebied nam bijna de mythische proporties van een heilstaat aan. Landschapsarchitect Eric Luiten pleitte voor een vergroting van de collectiviteit. En Prix de Rome winnaar 1995 Branimir Medic stelde dat het gebied zo interessant is juist omdat de mens centraal staat en er generaties hebben gewoond en gewerkt. Dit alles als reactie op de technocratische benadering van Jago van Bergen.

Sijmons stelde dat de mooiste landschappen lijken te zijn ontstaan door maximalisatie van doelstellingen en niet door het mixen van doelstellingen wat tegenwoordig gebeurt. Hij vroeg zich ook af hoeveel politiek correcte doelstellingen je in het Westland kon implementeren zonder het gebied werkelijk te veranderen. De grootste bedreiging voor het Westland wordt volgens hem gevormd door de economische welvaart. De wereld wordt bekeken door de esthetische bril van de stedeling die zich verbaast in zijn achtertuin geen Arcadia aan te treffen maar kassen waar mensen werken, waar dingen geproduceerd worden die niet tot de dot.com wereld behoren. Of zoals een Westlander kweker het verwoordde, mensen zien liever schaapjes met een herder dan kassen. Sijmons besloot de avond met een oproep het Westland te beschermen tegen deze vorm van moralisme.