Feature

Hoe gaat het met Happy Street?

Volgens John Körmeling, de ontwerper van het Nederlands paviljoen op de Expo 2010 te Shanghai, begint geluk in je eigen straat, daar waar je samenwoont met je buren. In een Shanghaise shoppingmall, onder het genot van een goede bak koffie en een bord noodles vroeg Harry den Hartog, John en zijn vaste constructeur Rijk Blok naar de vorderingen van de bouw.

John Körmeling bij het slaan van de eerste paal

Het thema van deze wereldtentoonstelling is Better City, Better Life. Binnen het gegeven perceel ontwierp John Körmeling een 450 meter lange meanderende straat waarlangs bekende Nederlandse architectuur terug te vinden is. Zo staan hier replica’s van filmhuis Cineac van architect Duiker, een gebouwtje van Dudok en een doorzonwoning van Maaskant.

Het thema van de wereldtentoonstelling is ‘Better City, Better Life’, hoe sluit Happy Street daar bij aan?
John: “Volgens mij begint een Better City en een Better Life met een goede straat waar allerlei soorten gebouwen met verschillende functies naast elkaar staan, direct grenzend aan de weg. Ik ben een groot voorstander van het concept lineaire stad, lange routes over de aarde waarlangs de bebouwing zich aanpast aan het klimaat en de locale omstandigheden. Een goede straat is levendig, er is handel. Happy Street is op kleine schaal een schematisch voorbeeld hiervan. Het is wel zo dat die kronkeling er in zit vanwege de beperkte ruimte op dit Expo-kavel. Het beeld vormt nu ook een soort toeristische attractie.”

Je project is dus een stedenbouwkundig statement…
John: “Hopelijk werkt Happy Street als inspiratiebron om beter met ruimtes om te gaan. De ruimte is continu, centrumvrij! In tegenstelling tot een flatgebouw behoud je zo je individuele voordeur aan de straat.

De gebouwtjes zijn niet meer toegankelijk, in tegenstelling tot je oorspronkelijke idee…
John: ” De gebouwtjes zijn nu kijkdozen geworden waar soms een raam open kan. De volumes zijn binnen helemaal open, zonder vloeren of tussenwanden. Dat is vanwege de doorstroom eisen. Als er maar vijf mensen zouden komen vind ik het ook goed, dan kan je tenminste overal in. Desnoods blijf je er ook slapen van mij part. Maar de ambitie van onze Nederlandse opdrachtgever is om 10% van alle Expo-bezoekers in het Nederlandse paviljoen te verwelkomen. Dat is een grote hoeveelheid mensen. Er komt nu een camerasysteem dat de toegang reguleert voor een goede doorstroming. Je moet voorkomen dat er grote rijen wachtenden komen te staan. Ik wilde iets maken waar je gewoon naar binnen kan lopen. Dat kan met deze breed geprofileerde straat. De straat is vijf meter breed en op plekken waar drang wordt verwacht zes meter in verband met de vereiste doorstroming. Ook hangen er enkele platforms waar men kan rondkijken of uitblazen. Je kan verschillende routes lopen, op het kruispunt van de 8 kan je links- of rechtsaf.”
Rijk: “Qua belasting kan de brugconstructie helemaal vol staan met mensen, het is zelfs dan aardbevingbestendig. Dankzij de routing kan de straat snel leeglopen, je kan er aan alle kanten obstakelvrij vanaf.”

concept Sheep-seat, ontwerp ZUS

Heb je met je ontwerp ook aansluiting gezocht bij de Chinese cultuur of is het een puur Nederlands ontwerp?
John: “We wisten eerst niet dat 8 in China een geluksgetal was. Ook de knalrode kleur bleek een goede keuze, en volgens sommigen zit er zelfs een soort draakfiguur in het gebouw verscholen…? Langs Happy Street hangen een aantal kopieën van gebouwen die ik hartstikke goed vind, zowel Nederlandse als ook Chinese voorbeelden. Zo verwijst de kroon waar nu de VIP-ruimte in zit naar de lotusbloem op het dak van het door John Portman ontworpen Westin hotel in deze stad. De vorm verwijst natuurlijk ook naar de kroon van koningin Beatrix. Er hangt ook een kopie van een gebouwtje dat hier op het Expo-terrein stond en inmiddels is gesloopt. Dat was een heel gaaf betonnen gebouw met van die dunnen stalen kozijnen…”

Hoe letterlijk worden die gebouwen die aan de straat hangen gereproduceerd?
Rijk: “De constructie bestaat uit een stalen skelet dat is bekleed met brandwerende vezelcementplaten die zijn bespoten met een kunststof laag. De huisjes kennen geen details.” John: “Alles is nep. Het paviljoen mag er niet uitzien als een gedwongen Nederlandse versie van de werkelijkheid. De gebouwen zijn als silhouetten gekristalliseerd langs de straat. De verhoudingen en profilering van de kozijnen zijn gelijk gebleven. Het geheel is geabstraheerd en gelijkgetrokken in kleur. De gevels worden wit, de daken aluminiumkleurig en de weg is rood. De kroon is fel geel. Het maaiveld is groen met blauw, een Plastic Polder, ontworpen door ZUS. Daar komen schaapvormige meubels in te staan die worden gefabriceerd door Hans Lensvelt in zijn fabriek hier buiten Shanghai.
Maar de spullen die in de gebouwen op beeldschermen worden getoond bestaan echt. Dat zijn onderzoeksresultaten, technische innovaties of kunstwerken. De gemeenschappelijke deler is dat het getoonde bedoeld is om het leven aangenamer te maken. Zo is bijvoorbeeld de allerkleinste chip ter wereld te bewonderen. De benzinepomp langs Happy Street is een waterzuivering waar bezoekers schoon drinkwater kunnen tappen!”

Op dit moment is er weinig te zien op het terrein van de buitenlandse paviljoens. Halen jullie de deadline?
John: “De palen zitten er in, maar het moet letterlijk nog uit de grond komen. De onderdelen worden in de fabriek aan elkaar gelast en vervolgens hierheen vervoerd.”
Rijk: “Het is spannend, er kan nog van alles mis gaan. Maar we liggen op schema. We hebben alle stempels en mogen beginnen met bouwen.”

Had je veel goedkeuringen nodig om te mogen beginnen?
John: “In China krijg je te maken met allemaal verschillende afdelingen die onafhankelijk van elkaar de zaak bekijken. We zijn bij wel 15 tot 20 verschillende mensen langs geweest die ons telkens weer begonnen te vertellen wat er allemaal mis is met het ontwerp. Ons plan werd iedere keer door de mangel gehaald, terwijl we al eerder een toezegging over hetzelfde hadden gekregen, maar dan van iemand anders. Achteraf bleken het suggesties te zijn, geen geboden of veto’s. We hebben trouwens wel enkele suggesties overgenomen.”
Rijk: “De palen onder Happy Street zijn overigens gefundeerd ‘op kleef’. Daar hadden ze hier nog nooit van gehoord. Maar we hebben het uiteindelijk wel voor elkaar gekregen.”

Dat is mooi. Hoe verloopt overigens de communicatie, spreken jullie al een beetje ‘Chinees’?
Rijk: “Soms is er spraakverwarring, maar dat duurt nooit lang. Zo zochten we bijvoorbeeld een propeller voor een windmolentje en maakten een schets om dit te verduidelijken. Na lang zoeken kwamen ze ons vertelen dat deze nergens verkrijgbaar was. Het bleek dat we een propeller met zeven bladen hadden getekend en dat hadden ze heel letterlijk opgevat. Vijf bladen is gangbaar hier. Dat maakt ons natuurlijk niet uit, vijf is ook prima. We zijn heel vaak in Shanghai puur om misverstanden te voorkomen. In het begin keek iedereen een beetje argwanend naar ons: ‘wat zijn dat voor lui waar bemoeien ze zich mee?’. Maar nu stellen ze het wel op prijs. Ze begrijpen dat we ons erg betrokken voelen, en dat wordt gewaardeerd.”
John: “We klimmen elke keer op de Lupu brug om een foto te maken. Ze kennen me nu. Ik mag zelfs het laatste stuk alleen naar boven lopen, dat is onvoorstelbaar!”

Lassen van de straat

De staalconstructie is tamelijk ingewikkeld. Begrijpen de Chinezen dat?
John: “Ik werk al jaren samen met Rijk, hij is er vanaf het begin bij als constructeur. We wilden meteen weten wat er mogelijk is. Er zijn 3d modellen gemaakt. Tijdens de bouw van de maquettes kwamen we wel eens foutjes tegen die de aannemer ook zou kunnen maken. Alles staat krom en scheef, dat valt lastig te construeren. Geen stuk is hetzelfde.”
Rijk: “Het ontwerp is in Nederland uitgewerkt in samenwerking met ABT. Hier in Shanghai is het vervolgens met het Tongji Design Institute doorgesproken en aangepast aan de Chinese bouwregelgeving. De aanpassingen beperkten zich tot het toevoegen van bliksemafleiders.”
John: “Zelfs het kleinste schuurtje hier op het terrein, dat pal naast de 100 meter hoge Lupu brug staat, heeft een eigen bliksem afleider. Het bliksemt hier waarschijnlijk heviger dan bij ons…”

Je hebt in ieder geval veel voordeel van de in China gebruikelijke combinatie van hightech en lowtech…
John: “In Nederland zijn veel details onbetaalbaar en niet te realiseren. Met Happy Street hebben we wat dat betreft de grenzen van het mogelijke opgezocht. Alles is afwijkend en druist in tegen de tendens van standaardisering. De gebruikte H-balken zijn op initiatief van de aannemer allemaal anders van vorm en op maat gemaakt met scheve flensen. Ze worden zelfs door de aannemer zelf in elkaar gelast! Dat is volgens hem makkelijker, dus hebben we de tekeningen daar op aangepast. Als dat kan binnen de prijs, dan vinden wij dat ook goed.”