Feature

De overkant lijkt steeds dichterbij

Noord is, ondanks recente ontwikkelingen als de NDSM-werf, Overhoeks en het pas geopende Eye Filmmuseum, in de hoofden van de meeste Amsterdammers nog steeds ‘De Overkant’. Maar daar komt verandering in; niet alleen de noordelijke skyline verandert, voor wie verder kijkt blijkt Noord een bloeiend stadsdeel waar een opmerkelijke fysieke en sociale omwenteling gaande is. Menig Amsterdammer waagt dan ook de oversteek en gaat op verkenning uit – eindelijk.

Eind maart organiseerde Pakhuis de Zwijger een ‘Update Noord’ in de maandelijks terugkerende Talk of the Town. Deze talkshowachtige serie gaat in op stedelijke ontwikkelingen in Amsterdam en buigt zich, samen met bewoners, politici, ontwerpers en bouwers, over stedenbouwkundige ontwerpen, bestemmings- en bouwplannen. De avond was interactief vormgegeven; de microfoon ging van hand tot hand en het publiek deed zijn zegje over ervaringen, wensen en bedenkingen met betrekking tot de ontwikkelingen in Noord. Naast bewoners waren er ook veel professionals in de zaal, zoals Bouwe Olij, directeur van de NDSM-werf en Floor Ziegler van Broedstaten en Noorderparkkamer. De teneur van de eerste vragenronde (‘Ben je Noorderling? Wat is Noord voor jou?) was dat Noord voor velen nét niet Amsterdam is, daar is het net te groen en dorps voor. Met het open polderlandschap op een steenworp afstand kent Noord een zeer landelijk gezicht – en het houdt ervan zichzelf zo te promoten. Maar, zo blijkt uit het inleidende verhaal van moderator Ruben Maes en stadsdeelvoorzitter Rob Post; er is méér te ontdekken dan ‘landelijk Noord’.

Eén van de constateringen van de avond is dan ook dat steeds meer (culturele) ondernemers Noord kiezen om zich te vestigen, met alle geplande en niet geplande spin-offs van dien. Vroeger was Noord, volgens Post, het afvoerputje van Amsterdam – een imago dat het stadsdeel verwoed van zich af probeert te schudden. Vervuilende bedrijven waar in de binnenstad geen plek voor was, werden naar Noord verplaatst. De huisvesting van de toegestroomde arbeiders, grotendeels Amsterdammers, vond plaats in tuindorpen, die tegen de structuur van de bestaande dijken aanlagen. Noord heeft nog steeds een relatief laagopgeleide bevolking, is bekend om zijn Vogelaarwijken en berucht om de grote kerstboomverbranding. Bij de rangschikking van de acht huidige stadsdelen scoort Noord dan ook laag in sociaaleconomisch opzicht. Desondanks is het een veilig en leefbaar stadsdeel. Post verklaart dit ‘Wonder van Noord’ door de zeer eigen structuur; het stadsdeel bestaat uit achttien op zichzelf staande wijkjes, die functioneren als vrij hechte gemeenschappen, omzoomd door veel groen. Daardoor heeft Noord zijn specifieke dorpsachtige karakter kunnen behouden. Om met Post te spreken; Noord is een dorp dat toevallig in Amsterdam ligt. Het wetsvoorstel om de stadsdelen af te schaffen hangt dan ook als een donkere wolk boven het hoofd van het stadsdeel. Volgens Post zou Noord zich, met zijn bijna 87.000 inwoners, heel anders hebben ontwikkeld als het vanuit de stad zou zijn bestuurd. De positieve ontwikkelingen in Noord, grotendeels aangewakkerd door de influx uit de creatieve hoek, waren alleen mogelijk doordat het stadsdeel, ondanks zijn afzijdige ligging, nooit met zijn rug naar de stad is gaan staan. Post is er dan ook zeer tegen gekant om Noord weg te zetten als niet-Amsterdams; een vaak gehoorde typering. Volgens Post is Noord door zijn geschiedenis juist Amsterdamser dan Amsterdam; ‘Er wonen nergens zoveel échte Amsterdammers bij elkaar als in Noord.’

De Update toont de recente ontwikkelingen aan de hand van een virtuele wandeling. We beginnen in het uiterste Westen, nog voorbij de reeds alom bekende NDSM werf. Hier ligt Shipdock, waar de scheepsbouw wordt gekoesterd, niet alleen om economische redenen maar ook omdat deze functie bepalend is voor het karakter van het omliggend gebied. De haven fungeert als ‘backdrop’ voor de omringende bedrijvigheid. In toenemende mate is hier echter sprake van een spanningsveld. Mensen die hier werken willen genieten van het visuele decor dat de haven biedt, maar alsjeblieft zonder de bijbehorende overlast. Bij de NDSM-werf is sprake van eenzelfde spanningsveld. Het gebied werd reeds jaren geleden omarmd door kunstenaars en inmiddels ook door het grotere publiek, maar er dreigt ‘doorontwikkeling’ – voor je het door hebt wordt er ‘gemixed to the max’ en gaat het oorspronkelijke karakter van de plek verloren. Rauwheid, onafheid en ruimte voor spontaniteit gaan nu eenmaal slecht samen met planmatige ontwikkeling. De huidige economische crisis, hoe cru dit ook mag klinken, betekent een kans voor deze gebieden. De vernieuwingsdrift vertraagt, grote plannen gaan van tafel en voor kleine initiatieven wordt meer tijd genomen. Hierdoor is er een betere balans mogelijk tussen commercieel en niet-commercieel. De vele krakers en kunstenaars die zich in clubjes en stichtingen verenigen en in de bres springen voor ‘hun plek’ zijn kenmerkend voor dit nieuwe speelveld. De uitdaging is nu om het wat onaffe karakter van de plek in stand te houden en juist níet alles door te willen ontwikkelen.

Vanuit de NDSM-werf reizen we verder naar Overhoeks en de te koop staande Shell-toren (vraagprijs: 10 miljoen euro). Het op 4 april geopende Eye Filmmuseum ligt hier als nieuw cultureel baken wit te wezen, een toonbeeld van de investeringen die Noord naar zich toe heeft kunnen trekken. De komende jaren volgen er nog veel meer: de Noord-Zuidlijn wordt (met wat geluk) in 2017 in gebruik genomen, het Noorderpark (door West 8 landschapsarchitecten) als verbindende groene long is bijna af, nieuwbouwwijken De Bongerd en Elzenhagen zijn in aanbouw. Verder passeren de upgrade van het Buikslotermeerplein, de bouw van een groot ROC, een dependance van Paradiso en de komst van een langverwacht gymnasium de revue. Maar ook kleinere (sociale) initiatieven, zoals de Noorderparkkamer, de Dansmakers op het Storkterrein, New Energy Docks op de Distelweg en cultureel huiskamerfestival Winters Binnen worden belicht. De reeks grote en kleine ontwikkelingen neemt geen einde, en de Update nadert al zijn slot voordat alles aan de orde heeft kunnen komen.

Dat Noord in beweging is staat vast; in geen enkel ander stadsdeel komen zo veel kleine en grote initiatieven samen die indirect zijn verbonden met het neerstrijken van een nieuwe (creatieve) middenklasse. Maar terecht wordt er vanuit de zaal opgemerkt dat het hier enkel gaat om het ‘gouden randje’ van Amsterdam Noord, met de IJ-oever als zichtbare drager van nieuwe ontwikkelingen. Daarachter strekt zich een stadsdeel uit met een nog onontgonnen potentie. De vraag is wat wordt gedaan om ‘nieuw Noord’ met ‘oud Noord’ te verbinden, in zowel fysiek als sociaal opzicht? Noord gaat, gezien zijn geschiedenis, immers vooral over sociale verhoudingen, iets wat in de culturele initiatieven sterk benadrukt wordt. Met de komst van bijvoorbeeld de Noorderparkbar en Winters Binnen wordt er ook in sociaal opzicht ‘gemixed to the max’. Dergelijke initiatieven bieden kansen om nieuw Noord en oud Noord met elkaar in contact te brengen.