Feature

Het is paars, grijs en groen

Met paars ledlicht groenten verbouwen in de donkere schachten van een grijze silo. Dit is toch wel het meest opvallende kenmerk van het winnende Europan ontwerp voor de herinrichting van de kop van het Havenkwartier in Deventer. Ruim 60 ontwerpteams uit heel Europa kozen voor de Deventer locatie, maar de winnaars kwamen uit de regio zelf.

Architectuurcentrum Rondeel exposeert de 12 genomineerde inzendingen voor Europan 2011. Tijdens de opening van de expositie gaven de architecten van het winnende ontwerp – Bas Meijerman, Erwin Schot, Eloi Koster en Elmar Hammers – een toelichting op hun voorstel. Voordat het zover was vertelde Han Meyer, jurylid en in het dagelijks leven hoogleraar stedenbouwkundig ontwerpen aan de TU Delft, hoe de internationaal samengestelde en onafhankelijke jury tot zijn oordeel kwam. Na zijn toelichting over de geschiedenis van de ontwerpwedstrijd Europan (sinds 1988, tweejaarlijks voor ontwerpers tot 40 jaar, met de intentie om winnende ontwerpen ook daadwerkelijk uit te voeren en bedoeld ter stimulering en om het vak verder te helpen) stelde hij dat we in de komende tijd meer tijd en ruimte moeten bieden aan veranderingsprocessen op sociaal, economisch en cultureel gebied. 'De waarneembare omkering van top-down naar bottom-up biedt veel ruimte voor particuliere initiatieven waarbij nieuwe methodes worden geïntroduceerd met namen als light en slow city planning. Dit winnende ontwerp is daar met het voorgestelde ‘groenprogramma’ voor de silo een goed voorbeeld van. Het voegt daarnaast ook iets toe aan de locatie zonder daarin een inbreuk te maken. Het charmante van het plan is de compositie die in delen en ook gefaseerd is uit te voeren.’

Ruimte voor feesten
Hierna kreeg Erwin Schot het woord om namens zijn team het winnende ontwerp toe te lichten. Hoewel in het verdere verloop van de avond de aandacht gefocust werd op de groentefabriek in de silo, is de inrichting van het prijsvraaggebied minstens zo boeiend. Om recht te doen aan het huidige en zo kenmerkende gebruik van het gebied – met ruimte voor festivals, spontane bijeenkomsten in de ongepolijste en rurale sfeer van de locatie – besloot het ontwerpteam het programma zoveel mogelijk aan de randen te positioneren. Het woonprogramma werd met zicht op het water ondergebracht in een opgetild bouwvolume om zo een vanzelfsprekende scheiding te maken tussen privé en openbaar en ruimte te maken voor parkeren onder het gebouw. De gevraagde, eveneens opgetilde studentenhuisvesting werd op de punt van de haven geplaatst, naast de zwarte silo met een maat die daaraan verwant is. De open ruimte die nu tussen de bouwvolumes ontstaat is blijvend bruikbaar voor activiteiten en manifestaties. Om de achterkanten van de bestaande bebouwing die aan het ‘plein’ liggen af te schermen, is een stedelijk scherm ontworpen van draaibare lamellen die naar behoefte open en dicht gezet kunnen worden.

Uitzicht voor iedereen
Het ontwerp van de silo kreeg uiteraard niet alleen in het ontwerp maar ook in de presentatie ruim aandacht. Uitgangspunt was de opvatting dat het fantastische uitzicht vanaf de toren voor iedereen bereikbaar zou moeten zijn. Daarom is gekozen voor een extra opbouw met een horecafunctie en daaronder op het bestaande dak een panoramadek met rondom uitzicht over de stad, de rivier en het landschap. Het bestaansrecht voor de silo wordt gevonden in de functie van een groentefabriek die in de duistere 32 schachten van de silo wordt ondergebracht en waarin dankzij ledverlichting productie geleverd kan worden voor de horeca, voor de gebruikers van het Havengebied, voor een mogelijke bierbrouwerij of voor de locale tussenhandel. Het benodigde paarse licht om in de duisternis planten te laten groeien, wil het team ook gebruiken in het glazen trappenhuis dat aan de noordzijde van de silo staat. Het gebouw wordt daarmee ook bij nacht een landmark voor de stad.

Verticale groentefabriek
Hoe precies de verticale groentefabriek werkt, werd toegelicht door Marcel Kers van PlantLab, het groenbedrijf dat het ontwerpteam ook geadviseerd heeft. Nog voordat Kers zijn verhaal begon was al duidelijk dat een groot deel van de 100 bezoekers een vooringenomen standpunt had over de kweekwijze van PlantLab. Kers was daar niet van ondersteboven. De ledtechniek staat nog in de kinderschoenen en de eerste pilotprojecten worden nu ontwikkeld. Maar volgens Kers biedt het zeer belangrijke voordelen die niet alleen in het Havengebied interessant zijn – de techniek heeft aan 1 vierkante meter genoeg om één persoon een heel jaar dagelijks van de benodigde verse groenten te voorzien! – maar ook in traditioneel ‘moeilijke’ omstandigheden, variërend van een schip, de woestijn of in je eigen keukenkastjes. Ook in dichtbevolkte gebieden waar de nu opkomende stadslandbouw veel aandacht krijgt, is de techniek een prima hulpmiddel dat een enorme geld- en milieubesparend effect heeft (vergelijk de eerder door architectenbureau MVRDV voorgestelde varkensflat in stedelijke gebieden – red.). De techniek is gebaseerd op het paarse licht (is rood en groen licht samen) dat de bladgroenkorrels activeert. Daarnaast is ondermeer voeding, suiker en water nodig; maar wel slechts 95 % van de gebruikelijke hoeveelheid water. De ambitie van PlantLab is de techniek in te zetten onafhankelijk van klimaat, seizoen,en dag- en nachtritme. Kers: ‘We zijn uit op de emancipatie van de plant!’

Kritiek en waardering
De discussie met de zaal leverde natuurlijk veel kritische vragen op, vooral met betrekking tot de groentefabriek. Men staat nog niet te trappelen om in de paarse ledtechniek te stappen. Volkstuintjes aan de rand van de stad als romantisch ideaal van stadslandbouw blijft voor velen toch de voorkeur hebben, ofschoon hier vooral het sociale aspect de boventoon voert. Ook de vraag naar het biologisch gehalte van de techniek hield velen bezig. Kers: ‘Biologisch betekent onder meer: met de wortels in de grond en dat doen wij inderdaad niet. Maar we werken wel met voeding die volledig en overal is aan te sturen.’ Kers erkent dat er nog veel te onderzoeken is.
Als alternatieve invulling van industrieel erfgoed kan de verticale groentefabriek wel waardering vinden bij Rinkjan Postma van BOEi, de stichting die herbestemming van industrieel erfgoed stimuleert en ontwikkelt, en sinds kort ook eigenaar is van de zwarte silo in het Havengebied. Postma: ‘Een fantastisch en kansrijk idee en erg goed vanuit het bestaande gebouw bedacht.’
Op een vraag of het winnende plan niet wat te bescheiden is, antwoordde Erwin Schot dat het team bewust voor die terughoudendheid heeft gekozen om zo bij de sfeer en de korrel van het gebied aan te sluiten en juist geen fremdkörper toe te voegen. En laat dit nu precies voor de jury een belangrijke overweging zijn geweest om het plan tot winnaar uit te roepen.

De moeite waard om te bekijken…
Tot slot een vraag aan Marc-Jan Ahne, wethouder Economische Zaken, Financien, Kunst en Cultuur in Deventer: ‘De kracht van Europan is dat het de bedoeling is om het winnende ontwerp ook daadwerkelijk uit te voeren. De werkelijk laat helaas zien dat dit in de praktijk niet altijd gebeurt. Gaat Deventer die traditie nu doorbereken?’ Waarop de aangesprokene antwoordde: ’Het plan heeft absoluut een zekere ‘schaalbaarheid’ waarmee we verder kunnen. We moeten nu gaan zoeken naar partners. Elementen uit het plan zullen zeker opgepakt gaan worden en het idee van een groentefabriek en een restaurant in de silo is de moeite waard om te bekijken’. Het is nu voor Deventer dus de vraag of dit antwoord serieus genomen moet worden of dat we hier te maken hebben met een politieke variant is op het drieletterige woord ‘Nee’. De toekomst zal het leren. In ieder geval weten de winnaars zich gesteund door de organisatie van Europan Nederland die blijft aandringen op realisatie van de winnende plannen.