Feature

Ernst Neufert, de grootste architect van de moderne wereld?

Het fenomeen standaardisering in de bouwindustrie en architectuur houdt de Amerikaans-Iraanse schrijver, curator en wetenschapper Nader Vossoughian uit New York al langer bezig. De recent verschenen nieuwste editie van de vuistdikke Bauentwurfslehre van Neufert is volgens hem exemplarisch voor hoe het fascisme gezicht geeft aan de globalisering. Volgens hem is Neufert verreweg de meest invloedrijke architect van de moderne wereld. Echter, is het verband tussen fascisme en standaardisering zo eenvoudig te leggen?

Vossoughian betoogt: 'My thesis is that this book illustrates the extent to which militarism and utopianism made common cause during the course of the 20th century. It shows how fascism might have shaped the face of globalism. Finally, it also allows one the opportunity to demythologize what is frequently referred to as "standardization".'

De Duitse architect Ernst Neufert (1900-1986) studeerde van 1919 tot 1920 aan het Bauhaus en werd architect onder Walter Gropius voor wie hij werkte aan gebouwen in Dessau. Onder Otto Bartning werd hij 1926 leraar in Weimar aan 'the other Bauhaus', de Bauhochschul. Nadat deze gesloten werd door de Nazi's vertrok hij naar Berlijn en werkte op de privé-school voor kunst en architectuur van Johannes Itten, tot ook deze in 1934 de deuren moest sluiten. Al vroeg zag Neufert het belang in van de rationalisering van het ontwerpproces en de bouwindustrie. Net zoals de schilder Itten de kleuren standaardiseerden met zijn kleurencirkel en zoals Rudolf Laban met zijn Labanotation bewegingen standaardiseerde voor choreografie en film, stelde Neufert aan de hand van de maten van de mens de leefruimte die de mens nodig heeft vast. Voor de humanist Neufert was de mens de maat van alle dingen. In 1936 verscheen de eerste editie van zijn ca. driehonderd pagina's tellende boek Bauentwurfslehre in Berlijn. In 1939 verzocht Albert Speer Neufert om de Duitse bouwindustrie te standaardiseren. Neufert introduceerde o.a. het 'Oktametersysteem' en standaardiseerde daarmee de Duitse baksteen tot het Normaalformaat NF: 240x115x71 mm. Daarmee werd het mogelijk om op eenvoudige wijze hoeken te metselen (net als bij het Hollandse Waalformaat) en de benodigde stenen voor een gebouw uit te rekenen: er gaan vier stenen met voegen in één strekkende meter. Volgens Vossoughian betoogde Speer in het voorwoord van de Bauentwurfslehre dat: 'Total War requires the concentration of all powers in Construction industry as well.'

De Bauentwurfslehre van Neufert bleek een groot succes, het werd na de oorlog het meest verkochte, vertaalde en geraadpleegde boek in de bouwindustrie. Er verschenen rond de 300.000 exemplaren in het Duits, in 2009 werd de 38 editie gedrukt. Er verschenen daarnaast nog eens 500.000 exemplaren in andere talen. Ook in het Engels taalgebied werd vanaf 1969 een vergelijkbaar boek uitgegeven, Metric Handbook. Planning and Design Data, maar daar waren in 2012, bij de vierde editie, nog maar 100.000 exemplaren van verkocht. Vooral tijdens de Wederopbouw in Europa waarbij het industrialisatie van het bouwproces een belangrijke rol ging spelen kwamen de Bauentwurfslehre en de standaardisering centraal te staan. De laatste dertig jaar heeft de revolutie in communicatie en digitale mogelijkheden de standaardisering (van o.a. de bouwindustrie) op wereldniveau sterk bevordert. Feitelijk vond deze in alle industrieën en dienstverlening plaats. Tegenwoordig wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van zoekmachines om het World Wide Web af te surfen. Deze zoekmachines, digitalisering en het World Wide Web zijn ondenkbaar zonder standaards. Volgens Vossoughian is de grote bijdrage van Neufert dat hij een standaard voor het standaardiseren van industrieel vervaardigde producten heeft bedacht en daarmee impliciet ook de manier van denken van moderne architecten en ingenieurs over producten en gebouwen. De Bauentwurfslehre van Neufert zelf werd een standaard voor hoe men moet standaardiseren. Vossoughian bestempelt Neufert dan ook als grootste architect van de twintigste eeuw, een architect die door zijn manier van denken miljoenen architecten en ingenieurs vormde en nog altijd vormt in landen waar de industrialisatie nu pas goed op gang is gekomen.

Echter, Vossoughian gaat voorbij aan het belangrijkste idee van de moderne architectuur. Architectuur en industrialisatie waren middelen om de bevolking te verlossen van armoede, ziekten en ellendige woonomstandigheden zoals die zich voor de oorlog en in de negentiende eeuw manifesteerde in Europese en Amerikaanse steden. Industriële producten en processen werden ingezet om de ambities van de wereldverbeterende architecten en ingenieurs te verwezenlijken, een hygiënische woning en voldoende voeding in een geordende stad. De moderne beweging werd onlosmakelijk verbonden met het 'Fordism' en 'Taylorism', waarbij massaproductie van goederen en industriële processen centraal stond. Met de verbetering van productietechnieken en productieprocessen plukte uiteindelijk het grootste deel van de bevolking de vruchten van de industrialisatie en ontstond er een welvarende middenklasse die zich kon vinden in deze manier van leven met massaproductie. Onder invloed van Neuferts standaardisatie en normalisatie ontstond een mentaliteit en manier van communiceren in de hoofden van miljoenen architecten en ingenieurs die een voorbode was van de ophanden zijnde globalisering van de bouwindustrie. Het merendeel van de bevolking is gelukkig met een hygiënisch huis, een televisie, een auto, een IKEA-interieur en de door Koolhaas ironisch neergezette 'Generic City'.

Ook in Nederland hebben architecten en ingenieurs dagelijks te maken met normalisering en standaardisering. Op de bureaus is in de bibliotheek vaak een aparte plank met handboeken, woon- en politiekeuren, NEN en DIN normen, het Moduliar bouwen en bouwbesluiten in verschillende edities. Daarbij is het geïllustreerde 'kinderbouwbesluit' vrijwel altijd uitgeleend. Ook staan op menig computernetwerk het www.bouwbesluitonline.nl en www.woonkeur.nl als standaard ingesteld – naast de digitale bouwbibliotheken waar elk tekenprogramma van betekenis gebruik van maakt. Om het uur is op de radio de reclame hoorbaar over www.bouwconnect.nl, de digitale bouwbibliotheek waarmee de Nederlandse bouwindustrie zich presenteert en feitelijk zijn eigen producten uittekent en berekent. De hedendaagse global architect assembleert slechts de componenten. Het moderne bouwen lijkt het in elkaar schuiven van voorgefabriceerde standaard componenten. Volledig uitgetekend, uitgerekend, geproduceerd, gegarandeerd en van certificaten voorziene producten (of componenten) worden door architecten en ingenieurs geassembleerd tot één geheel: een gebouw, een stofzuiger of een vliegtuig.

Door het verband dat Vossoughian legt tussen 'fascisme', 'utopie', 'standaardisering' en 'globalisering' wordt impliciet een negatief oordeel uitgesproken over de moderne samenleving. Maar ook in vroegere tijden waren er hardvochtige regimes voor wie het nastreven van een utopie niet bepaald een hoge prioriteit had. Met een alternatief komt Vossoughian niet en al te gemakkelijk gaat hij voorbij aan al die mensen die in de afgelopen honderd jaar verlost zijn van armoede en honger door verbetering van productieprocessen. Schone, hygiënische en betaalbare woningen voor een groot deel van de bevolking waren ondenkbaar als deze niet op een industriële wijze waren geproduceerd.

Ook is jammer dat Vossoughian maar vluchtig het fascinerende fenomeen standaardisatie en de samenhang met de industrialisering en de ontwikkeling van een samenleving bespreekt. De Romeinen hakten een standaard formaat stenen op voorraad, deze werden op de vrije markt verkocht. Ook Simon Stevin en Christiaan Huygens ijverden al voor een standaardisering van algemene maten zodat onderlinge communicatie niet werd gehinderd door het omslachtige omrekenen. Het huidige SI-stelsel dat in grote delen van de hele wereld wordt gebruikt bouwt voort op het in opdracht van de Franse Revolutionaire regering tussen 1790 en 1798 ontworpen Metriek Stelsel. Voor archeologen zou de mate van standaardisering van bouwmaterialen een van de criteria kunnen zijn waarbij men de mate van complexiteit van een cultuur kan vaststellen. Voor kunsthistorici zou deze standaardisering van bouwmaterialen het enige kenmerkt moeten zijn waarbij men 'moderne architectuur' van andere architectuurvormen zich zou kunnen onderscheiden. Immers standaardisering en normalisering zijn vormen van communicatie voor ingenieur en architect, maar dan met steen, glas, beton en staal.