Feature

Dick Raaijmakers en John Habraken: Open Vorm

Architectuur en muziek hebben ondanks hun onderlinge verschil in vorm, grote overeenkomsten op het niveau van ordening. Architectuur ordent en maakt ook tegelijker tijd deel uit van ordening. Architectuur is datgene wat overblijft als je de vloeren, wanden en daken weghaalt. Echter deze ‘fundamentals’ heb je wel nodig om het spel van het ordenen vorm te geven.

Afbeelding afkomstig uit Dick Raaijmakers monografie, red. Joke Brouwer, Arjen Mulder (2007)

Op eenzelfde wijze praten componisten, dat muziek niet om de tonen gaat, maar de beweging van de klank tussen de tonen. De tonen dienen alleen als een structuur om de vrijheid van beweging vorm te geven. “Het fenomeen muziek is ons enkel en alleen gegeven om een orde aan te brengen in zaken, speciaal in de betrekking tussen mens en tijd”, aldus Stravinsky.

Muziek, architectuur en ook kunst kan men zien als een indicator van de mindsetting van een cultuur. Vanuit dit perspectief is het geen toeval dat 100 jaar terug de vernieuwingen in architectuur parallel liepen met de opkomst van de atonale muziek. Le Corbusier werkte aan zijn Maison Dom-Ino, terwijl Stravinsky de première van zijn Sacre du Printemps aan het voorbereiden was. In beide gevallen trad er een fundamentele verschuiving van de ordening plaats.
Ook in de jaren zestig vonden onder de noemer van de Open Vorm parallelle ontwikkelingen plaatsen in muziek, architectuur en beeldende kunst (denk aan de Fluxus beweging). In Nederland tilde de jonge architect John Habraken het principe van Maison Dom-Ino naar een hoger plan door het structureel onderscheid tussen vaste en flexibele delen (drager – inbouw) in een gebouw niet alleen te beperken tot het casco en de invulling hiervan, maar om dit ook door te trekken naar een gesplitst eigendom en een nieuwe vorm van zeggenschap. Een onderwerp wat in deze tijd heel relevant is als men het over collectief particulier opdrachtgeverschap wil hebben. Tegelijkertijd werkte Dick Raaijmakers, pionier op het gebied van elektronische muziek en werkzaam in het Natlab van Philips, aan de verandering van slagorde in de muziek. Binnen de structuur van de compositie (drager) ontstond er veel ruimte voor toeval en improvisatie (inbouw). In de loop der tijd veranderden zijn stukken ook van karakter: van uitvoerend werk, via performance tot totaal theater (waarin hij nauw samen werkte met Paul Koek).

Afbeelding afkomstig uit Dick Raaijmakers monografie, red. Joke Brouwer, Arjen Mulder (2007)

De open vorm opgevat als een spel, waar tijdens het spelen van het spel de verandering van regels een onderdeel van het spel zijn, vormde voor Raaijmakers een grote fascinatie. En hij speelde dit spel met alles wat hem beschikbaar stond: geluid, beeld, ruimte, beweging en tekst. Naast zijn werk als componist (z’n laatste werk ging in première tijdens z’n crematie) schreef hij een aantal opmerkelijke teksten. In 1984 verscheen zijn boek DE METHODE, een poëtische verhandeling geschreven in ‘machine taal’ met de monumentale openingszinnen:

“dit en dat

Er is dit en dat.

Dit is hier-

dat is daar.”

Vanuit schijnbare eenvoudige observaties kon Raaijmakers een complexe wereld construeren. Of het nu over de ‘Val van Mussolini’ ging (Holland Festival 1995), of over (de destructie van) de Twin Towers uitgelegd als muzikale compositie, uiteindelijk ging het altijd over de ‘verandering van slagorde’. In zijn woorden: er is een object, er is een creator met een idee, hieruit volgt een actie en vervolgens treedt er weer een proces van stolling in. In de meest minimale omstandigheid is het moment van actie terug te brengen tot ‘het vallen’.

Afbeelding afkomstig uit Dick Raaijmakers monografie, red. Joke Brouwer, Arjen Mulder (2007)

Raaijmakers vond  inde jaren zestig een goede gesprekspartner in de persoon van John Habraken. De opzet van DE METHODE was geïnspireerd op Habrakens publicatie Aap Noot Mies Huis uit 1966. Ter voorbereiding van een publicatie kwamen Raaijmakers en Habraken in 1997 nog eenmaal samen om te praten over de Open Vorm. De onderstaande citaten komen uit dit gesprek.*

Habraken: “De open vorm in het bouwen heeft te maken met het verrichten van handelingen en een verdeling van verantwoordelijkheden. De directe aanleiding dertig jaar terug vormde het streven naar vrijheid en besluitvoering van de bewoner. Ons denken was toen gericht op de fysieke vorm. Nu ben ik meer gebiologeerd op de processen achter de vorm.”

Raaijmakers: “De termen ‘open’ en ‘vorm’ zijn met elkaar in tegenspraak. Het begrip vorm verwijst naar iets dat overleverbaar is, iets wat men kan leren. Het begrip open verwijst naar de handeling openbreken, vernietigen en is proactief. In de muziek is de open vorm onlosmakend verbonden met een andere benadering van muziekoverdracht, waarbij de gevestigde (slag)orde opengebroken wordt. Dit openbreken wordt vooral door de maatschappelijke veranderingen bepaald. De open vorm is een gebeuren en geen techniek of uitvinding; het gedraagt een spelkarakter in zich. Uit verschillende gebeurtenissen kristalliseert een spel zich uit verschillende onderdelen.”

Habraken: “Spelen kun je niet zomaar uitvinden, er is een bepaalde manier van denken nodig om een spel te laten spelen. Als het er dan eenmaal is, kan je het leren om te spelen.”

Raaijmakers: “Met de open vorm verlaat je bepaalde verworvenheden die in de loop der tijd zijn opgebouwd, hierdoor nemen het humane contact en participatie toe. De open vorm uit het verleden is ook niet meer relevant voor het heden () Wil je verder met de samenleving dan zal je nieuwe vormen van subversiviteit moeten vinden.”

Habraken: “De open vorm is voor mij het alledaagse bestaan van de omgeving zoals zich dat ontwikkeld heeft (…) De house muziek is een voorbeeld van iets dat spontaan is ontstaan en wat niemand zich kan toe-eigenen. Het is een niet geregelde manier, maar er zit wel systeem in en er zijn regels. Deze processen ontwikkelen zich in de loop der tijd en gaan zich uiteindelijk formaliseren. Door dit formaliseren ontstaat er een vorm die aan te leren is.”

Raaijmakers: “House muziek zou het begin kunnen zijn van iets wat vorm heeft terwijl het tegelijkertijd een vorm is van iets wat niet meer gevormd wil worden. Op het moment dat het zich kristalliseert, zijn er alweer een aantal aftakkingen in nieuwe richtingen. Housemuziek en popmuziek in het algemeen, is een ongelooflijk fijnaardig stelsel met eigenheden die inwisselbaar zijn.”

In de house muziek konden de twee heren (perslot van rekening een architect en een componist) zich dus wel vinden. Al ging het bij hun vooral om het open proces van co-creatie waarin deze muziek geproduceerd werd.
Hoewel de open vorm uit het verleden volgens Raaijmakers weinig relevant is voor het heden, zijn zijn klanken en observaties nog steeds actueel voor een nieuwe generatie die op zoek is naar een nieuw gereedschap en terminologie om de wereld in te kleuren.