Recensie

Afscheid van een polder

Soms ligt een boek een tijdje te wachten. In een opwelling gekocht, belandt het ergens op een stapel. Tijdens de lenteschoonmaak stuit je er weer op en blader je het door. Dit gebeurde mij met A Falling Horizon van Heidi de Gier. Een bescheiden, maar mooi verzorgd boek, over het afscheid van een polder, dat het wachten waard blijkt.

Een lievelingsboek uit mijn jeugd gaat over een huisje dat verhuisde. Het kleine huis wordt gebouwd op een heuvel in een liefelijk glooiend landschap. De seizoenen verstrijken, er wordt gezaaid, geoogst, geschaatst, de kinderen worden groot. Het leven is goed.
Maar dan verschijnen er hijskranen aan de horizon, de weg voor het huis wordt geasfalteerd, de grote stad rukt op. Langzamerhand raakt het bescheiden huisje ingeklemd tussen grote wolkenkrabbers. De dampende stampende moderne tijd bulldozert over het steeds treuriger kijkende huis heen.
Tot op een dag – oh grote opluchting – de achterachterkleindochter van de man die het bouwde langs het huisje loopt. Zij zorgt ervoor dat het op een wagen wordt getakeld en de stad verlaat op zoek naar een nieuwe wei met verse madeliefjes en appelbomen.

Ook in het boek A Falling Horizon verstrijken de seizoenen. We zien plaatjes van overvloedige witte lentebloesem en lammetjes, lome zomerse taferelen met zwemmende kinderen en een wit sneeuwlandschap met kleumende paarden. En ook hier blijkt dit idyllisch leven te worden ingehaald door de moderne tijd. Alleen is die moderniteit niet grijs en grauw, maar groen en blauw. Hier wordt namelijk natuur gemaakt. De Sophiapolder wordt omgebouwd tot zoetwatergetijdenmoeras.

Een jaar lang volgde fotografe Heidi de Gier het leven van de Sophiapolder, een eiland in de rivier de Noord bij Hendrik-Ido-Ambacht. Hoofdpersonen naast de polder zijn Hannie Vos, haar kinderen en schapen. Hannie woont sinds 1986 in het opzichtershuis tegenover het eiland, aan de dijk tussen een scheepssloperij en een ketelfabriek. Haar vader was hoofdpachter van de Sophiapolder, hij en zijn dochter hielden er decennialang honderden schapen en wat vleeskoeien. Met de pont bij het huis zet Hannie iedere dag de schapen over om te grazen in de polder. Aan die dagelijkse gang komt nu echter een einde, het boeren moet wijken voor nieuwe natuur.

In de begeleidende tekst De Sophiapolder: een afscheid in vijf aktes beschrijft Tracy Metz het hoe en waarom. De natuurontwikkeling van de Sophiapolder maakt deel uit van de hoofdstructuur en compenseert het verlies aan natuur veroorzaakt door de aanleg van de HSL en de Betuwelijn. Graafmachines graven zo’n tien centimeter van de landbouwgrond op het eiland af zodat het rivierwater er straks makkelijk overheen kan spoelen en de gewenste slikken, rietvelden en biezen ontstaan. De polder wordt letterlijk schoongeveegd om sneller de gewenste staat van ‘natuur’ aan te nemen. Ook de populieren op het eiland worden gekapt.

De wereld die in mijn kinderboek zo overzichtelijk leek: je hijst je huis op een wagen en ontvlucht de drukke, grauwe stad om in een frisgroene wei opnieuw te beginnen, ligt mijlenver verwijdert van de huidige realiteit. Hoewel tegelijkertijd de idee van ‘puurheid’ onuitroeibaar blijkt en sturend bij beslissingen over de aanleg van nieuwe natuur. ‘De rechte rij door de mens aangeplante populieren heeft een lagere natuurwaarde en landschappelijke waarde dan wat er straks gaat ontstaan’, legt Jan van Dijk van het Zuid-Hollands Landschap, de nieuwe opzichter van het eiland, bijvoorbeeld uit aan Metz. Maar de dijk – toch zichtbaar het resultaat van menselijk ingrijpen – die om het eiland ligt wordt alleen maar doorgestoken, niet afgegraven, want dat zou te kostbaar worden. De natuurwens strekt zo ver de budgetten reiken. Budgetten die door het nieuwe kabinet overigens flink ingekrompen zijn, samen met de wil om nieuwe natuur te maken.

Rietranden, spinnenwebben in het gras, sneeuw op de takken, ochtendmist, avondroze, dergelijke plaatjes zal De Gier ook straks weer kunnen schieten op het eiland. Maar de schapen, de boerenrommel van oude machines en vervallen schuren, de paardenmeisjes, stoere jongens in overals, slome koeien en brave schapen zullen vervangen worden door de Noordse woelmuis, goed geoutilleerde vogelaars en in vlotte windjacks gehesen dagjesmensen, althans dat hopen de plannenmakers. De nieuwe Sophiapolder bestaat straks namelijk uit betreedbare natuur, met een vogelobservatiepost en een vlonderpad waarmee de bezoeker veilig van dichtbij de natuur kan beleven. De ‘eilandavonturen’ die de kinderen van Hannie beleefden wanneer zij er met hun vrienden zomernachten doorhaalden rond een kampvuur, zijn in ieder geval verleden tijd. Die nostalgie spreekt uit iedere verstilde foto van De Gier.