Voor half april zal het gemeentebestuur van Utrecht besluiten welke architect de ingrijpende verbouwing/renovatie van het stadhuis zal gaan doen. De Spaanse architect E. Miralles en de Rotterdams/Utrechtse combinatie Jeanne Dekkers en Hans Sluijmer hebben beide een ontwerp gemaakt. De verbouwing gaat uit van het behoud van de monumentale gevels van het bestaande stadhuis. De achterzijde van het complex zal in beide gevallen sterk worden veranderd. De verbouw zal over twee jaar voltooid moeten zijn en maximaal 30 miljoen gulden mogen kosten. Een korte beschrijving van de twee plannen.
Belangrijkste onderdeel in het ontwerp van Jeanne Dekkers en Hans Sluijmer is het 'Stadhuisplein' dat aan de achterzijde van het complex zal verschijnen. Centraal in deze ruimte ligt de raadzaal, een transparant volume dat het stadhuis 'binnenstebuiten' keert. De omringende oude bebouwing wordt zoveel mogelijk in stand gehouden. Alleen het uit de dertiger jaren daterende secretarie-gebouw zal plaats maken voor het plein. Door het in gebruik nemen van de kelders onder de gebouwen, wordt het geeiste oppervlak gerealiseerd zonder dat de openbare ruimte verkleind wordt. Een openbare voetgangerspassage door het gebouw wortelt het stadhuis in de stad.
Ook het ontwerp van de Barcelonese architect Enric Miralles gaat uit van een plein aan de achterzijde van het bestaande complex. Anders dan in het ontwerp van Dekkers/Sluijmer zijn de achtergevels van de bestaande bebouwing opengebroken en aangevuld met nieuwbouw. De hoofdingang van het complex verhuist ook naar het plein. De historische gelaagdheid van de verschillende gebouwen waaruit het stadhuis bestaat, is een belangrijk thema in het ontwerp. Zo zal ook een gedeelte van het secretarie-gebouw uit 1939 worden opgenomen in het ontwerp. De raadzaal zal een prominente plek krijgen in het neo-classicistische Groot Lichtenbergh. De zaal zal in het midden worden geopend naar het dak, waardoor een zeer hoge ruimte ontstaat.