Amerikaanse producten en de daarmee samenhangende levensstijl zijn niet meer weg te denken uit onze huidige samenleving. Deze tendens begon vijftig jaar geleden. Met de komst van en dankzij de Marshallhulp werd Amerika voor veel Nederlanders het voorbeeld van een succesvolle manier van leven. Maar vielen Nederlandse architecten ook voor de slogan ‘It’s new, try it’?
In het Nederlands Architectuurinstituut is nog tot 21 juli de tentoonstelling 'It's new, try it! Nederlandse architectuur en het Amerikaanse voorbeeld' te zien. Aanleiding voor de expositie en de begeleidende publicatie van Hans Ibelings vormt de Viering Vijftig Jaar Marshallplan.
Zowel de tentoonstelling als de publicatie vertellen het verhaal van vijftig jaar Amerikaanse invloed op de Nederlandse samenleving. Uitgaande van het idee dat architectuur een weerspiegeling is van de maatschappij, wordt op de tentoonstelling veel aandacht besteed aan veranderingen in de Nederlandse samenleving, en met name in de periode 1950-1970. Te zien zijn onder andere afbeeldingen van de eerste supermarkt en een van de eerste bowlingbanen in Nederland.
Voor wat betreft de architectuur in die periode wordt aandacht besteed aan Marcel Breuer, de enige Amerikaanse architect die vlak na de oorlog in Nederland bouwde en aan Nederlandse architecten die voor Amerikaanse firma's bouwden zoals H.A. Maaskant (kantoor Johnson Wax 1966, Mijdrecht) of D. van Mourik en J.W. du Pon (IBM-laboratorium 1963, Uithoorn), een van de vroegste voorbeelden in Nederland van een curtain wall volgens de tentoonstellingstekst.
Een vraag die echter onbeantwoord blijft, is in hoeverre Nederlandse architecten die voor Nederlandse opdrachtgevers werkten, werden beïnvloed door Amerikaanse voorbeelden. En waar haalden zij hun voorbeelden vandaan? Dat deze in gebouwde vorm niet overvloedig in Nederland aanwezig waren in de jaren vijftig mag duidelijk zijn.
Begin jaren vijftig werden in het kader van de Marshallhulp thema-excursies georganiseerd naar Amerika die dienden als technical assistance bij de wederopbouw. Voor de bouwwereld werden twee excursies georganiseerd, in 1950 en in 1953. Alleen voor deze laatste excursie werden architecten en stedebouwkundige uitgenodigd (W.S. van Erve, L. de Jong, P. Verhave, H.M. Buskens, F.J. Gouwetor en D. Zuiderhoek). Of deze excursie enig effect had op het werk van de betrokkenen wordt niet duidelijk. De architect J.W.C. Boks reisde al in 1950 in gezelschap van mensen uit het hotelwezen door Amerika waardoor hij 'zijn in Amerika verworven kennis in de loop van de jaren vijftig in praktijk zou kunnen brengen in het Britannia Hotel in Vlissingen, het Deltahotel in Vlaardingen en een niet-uitgevoerd ontwerp voor een hotel aan het Keizer Karelplein in Nijmegen' aldus Ibelings. Waar deze beïnvloeding uit blijkt verzuimt Ibelings echter te vertellen.
Ook in de vaktijdschriften als Forum , Bouw en Bouwkundig Weekblad konden architecten na de oorlog nauwelijks artikelen lezen over Amerikaanse architectuur. Ruim aandacht kreeg dit onderwerp pas begin 1955 toen Forum met een themanummer over Amerika kwam.
Het natuurlijk ook niet eenvoudig om aan te tonen dat Amerikaanse architectuur als inspiratiebron heeft gediend voor sommige ontwerpen. Vooral niet in een land waar veel voorbeelden staan van 'Het Nieuwe Bouwen'. Want wanneer is een ontwerp een voortzetting op dit vooroorlogse gedachtengoed en wanneer is het geïnspireerd door een Amerikaans voorbeeld? Omdat criteria hiervoor zowel op de expositie als in de publicatie ontbreken blijft de toeschouwer met veel vragen zitten. Waarom wordt er geen aandacht besteed aan de Lijnbaan in Rotterdam(Van den Broek & Bakema 1953), een nieuw type winkelcentrum dat ook pas begin jaren '50 zijn opgang maakte in Amerika of aan het GAK-kantoor in Amsterdam (Merkelbach & Elling, 1960) met zijn kenmerkende glasvliesgevel?
Andere grote afwezige op de tentoonstelling en in de publicatie is de woningbouw, terwijl dit een grote bouwopgave was in die tijd (26% van alle woningen in 1960 waren gerealiseerd na de Tweede Wereldoorlog). Juist in deze categorie zijn Amerikaanse invloeden het sterkst aanwezig zoals valt af te lezen aan de veranderende woningplattegronden.
Amerikanisme binnen de naoorlogse Nederlandse architectuur is een interessant onderwerp voor een gedegen studie, waar het wachten dan ook op is.