Feature

De slag om de Papendorpse Brug

Sinds november 1997 zijn vier architecten/constructeur combinaties verwikkeld in een strijd om de ontwerpopdracht voor de ‘Erasmusbrug van Utrecht’: de Papendorpse Brug. Deze brug over het Amsterdam-Rijnkanaal zal de belangrijkste verbinding tussen VINEX-stad Leidsche Rijn en moederstad Utrecht gaan vormen.

Aan de brug wordt een belangrijke symbolische functie toegekend, het is een stadsbrug die om een zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing vraagt. Het definitieve besluit over het winnende ontwerp van de vier inzendingen is intussen enige malen uitgesteld. Op 10 maart is besloten alle vier de inzenders om een nadere uitwerking te vragen waarbij het oorspronkelijke 'indicatieve' budget van fl. 35 mln. nu taakstellend is geworden. Het Utrechts Nieuwblad publiceerde onlangs vier afbeeldingen van de voorlopige ontwerpen.

Ongemerkt heeft zich ten aanzien van de bruggenbouw in Nederland de laatste jaren een kleine revolutie voltrokken. Waar het ontwerp van bruggen tot voor kort vrijwel volledig in handen was van Rijkswaterstaat en van de dienst gemeentewerken van de grote steden, worden door de privatisering steeds vaker architecten ingeschakeld en besloten prijsvragen georganiseerd. Wat de voor- en nadelen hiervan ook mogen zijn, het levert in elk geval spannende brugontwerpen op. De Papendorpse Brug heeft een vrije overspanning van circa 150 meter en zal in het verlengde van de Churchilllaan komen te liggen. Voor zover wij de plannen aan de hand van de vier impressies kunnen beoordelen zal de uiteindelijke beslissing in mei inderdaad een close finish worden.

Het meest in het oog springend is ongetwijfeld de inzending van de combinatie Buro west 8 en Hans van Heeswijk als architecten en ABT samen met het Duitse constructiebureau Schlaich, Bergermann als constructeurs. De inzending die in de wandelgangen de 'Reptielenbrug' wordt genoemd, maakt gebruik van een voor bruggen nieuwe constructiemethodiek. Het brugdek wordt gedragen door een stalen netwerkschaal waardoor de constructie een transparant karakter heeft gekregen. Door de afwisseling van een hol en een bol deel boven de beide steunpunten is een sterke organische vorm ontstaan. Hoewel de brug een erg aantrekkelijke optie lijkt zal het waarschijnlijk ook de duurste zijn, niet alleen wat betreft de uitvoering als wat betreft het onderhoud. Daar moet dus nog behoorlijk aan gewerkt worden.

Eveneens vernieuwend is de inzending van de combinatie BIZON/Oranjewoudt, Zwarts & Jansma, BVN en IV-consult. Zij stellen een dubbeldekkerbrug voor; in het buitenland niet ongebruikelijk maar hier op een dergelijke schaal nog niet toegepast. Het is een relatief goedkope oplossing, die bovendien als voordeel heeft dat het brugdek smal kan blijven en dat voetgangers en fietsers droog kunnen oversteken. De naast de brug geplaatste lift suggereert dat voetgangers en/of fietsers met de lift de brug op moeten. Terecht vraagt men zich af hoe dat moet in de spits. Bovendien mag er zo te zien in esthetisch opzicht wel wat aan het plan geschaafd worden. De overige inzendingen bieden ten opzichte van dit plan een verleidelijker beeld.

Van een klassieke schoonheid en eenvoud is de inzending van Quist Wintermans, Grontmij en Maunsell & Partners. Het ontwerp sluit het meest aan bij de bestaande bruggen uit de omgeving, maar is voorlopig bijna even duur als de 'reptielenbrug' en lijkt bovendien minder goed ingepast in de directe omgeving.

De inzending van Van Berkel & Bos, DHV en Halcrow & partners tenslotte is evenals de boogbrug van Quist Wintermans vooral een esthetische oplossing. De eenpyloons tuibrug heeft echter als grootse nadeel zijn gelijkenis met de eveneens door Van Berkel ontworpen Erasmusbrug in Rotterdam. De gemeente Utrecht heeft dan ook gevraagd om het ontwerp iets aan te passen zodat een 'unieker' ontwerp ontstaat.

De uiteindelijk vraag bij de beslissing zal zijn of de gemeente Utrecht gaat voor uitstraling of voor economie. In feite eenzelfde discussie als indertijd met de Erasmusbrug, waar het esthetische uitstraling een veronderstelde meerwaarde zou opleveren voor de ontwikkeling van de Kop van Zuid en die daardoor 'wat meer mocht kosten'. Als het unieke en het bijzondere de doorslag gaat geven, dan maakt de 'reptielenbrug' de meeste kans, tenzij de combinatie rond Van Berkel op het laatste moment een konijn uit de hoed weet te toeveren. Gaan de beschikbare financiƫle middelen de doorslag geven dan hebben Quist Wintermans of Zwarts & Jansma de beste papieren. Nu al is duidelijk dat welke beslissing dan ook discussie op zal leveren, dat leert de wordingsgeschiedenis van de Erasmusbrug.

Met excuses voor de slechte kwaliteit van de afbeeldingen