Feature

Inventing the Future in het NAi

Het Nederlands Architectuur Instituut bestaat 10 jaar Het afgelopen weekend was het gebouw van Jo Coenen – dat vijf jaar geleden werd geopend – het centrum van een reeks feestactiviteiten. Over het feestelijke deel binnenkort meer op de Society-pagina’s.

Zondagmiddag volgden een paar honderd feestgangers het Internationale Symposium 'Ínventing the Future, architectural Concepts for the Next Century'. Het leek een te ambitieus thema voor een inhoudelijk tussendoortje op deze feestdag. Toen de discussie per ongeluk toch op een wezenlijk thema uitkwam, kapte moderator Colenbrander deze dan ook vakkundig af: het moest wel gezellig blijven.

Gesandwicht tussen een architectenlunch en een modeshow was de kans op een helder toekomstbeeld voor de architectuur van de zeven uitgenodigde architecten en de twee moderatoren natuurlijk klein. De organisatoren hadden aan Massimiliano Fuksas, Hans Kollhoff, Winy Maas (MVRDV), Thom Mayne (Morphosis), Wolf Prix (Coop Himmelb(l)au, Kazuyo Sejima en Peter Wilson (Bolles-Wilson) gevraagd om in een korte presentatie een beeld te geven van heden (geïllustreerd door een actueel eigen project) en verleden (geïllustreerd door een inspirerend ontwerp uit het verleden) en van daaruit een mogelijke ontwikkeling voor de toekomst te schetsen. Colenbrander maaide de deelnemers vooraf het gras al flink voor de voeten weg door eerst zelf uitgebreid het antwoord op de vraag te geven. Terughoudendheid en echte nieuwsgierigheid is jammergenoeg een kwaliteit die weinig discussieleiders gegeven is. Colenbrander bleek deze gisteren te missen waardoor de tweede moderator Deyan Sudjic geen kans kreeg ze te tonen.

De inleidingen van de verschillende architecten waren voor diegenen in de zaal die vaker bij dit soort gelegenheden aanwezig zijn – vrijwel iedereen dus – weinig verassend. Dat kon ook niet anders: een kwartier is te kort om diep op de materie in te kunnen gaan. Bovendien was de vraag aan de inleiders zodanig dat ze de kans kregen om te doen wat ze het liefst doen: vertellen over zichzelf.

Een van de aardigste momenten was dan ook een anekdote van Wolf Prix. Hij vertelde over een vliegreis waarbij hij gezeten naast een wereldberoemde collega tien uur lang een uitgebreide uiteenzetting over diens eigen werk had moeten aanhoren. De ijdeltuit eindigde zijn relaas met: OK, enough about me, let's talk about you. What do you think of my projects? Prix, altijd goed voor een paar dwarse opmerkingen, had trouwens nog een leuke opsteker voor computercowboys. Naar het schijnt heeft een onderzoek aan het MIT uitgewezen dat gedigitaliseerde beelden alleen het korte-termijn geheugen bereiken in tegenstelling tot 'werkelijke' impulsen van onze ogen en tastzenuwen die wel tot het lange-termijn geheugen doordringen. So much for virtual space. Peter Wilson merkt iets dergelijks op: 'Good architecture refuses to be represented by any other media except architecture itself. Architecture can only be experienced in real life and real time.'

Erg veel toekomst werd er dus niet besproken. Eigenlijk werd alleen aan het begin en aan het eind van de bijeenkomst een poging gedaan om dieper te graven dan de formele oppervlakte van de architectuur. Massimiliano Fuksas riep de aanwezigen op zich meer en beter te verdiepen in de ethiek van het vak. Helemaal aan het eind van de discussie die op de inleidingen volgde stelde Hans Kollhoff een uiterst relevante vraag aan zijn collega's 'Where are the people in your projects?'. De gebruikers van al het moois dat de architecten ons toonden waren inderdaad de grote afwezigen in de inleidingen. Colenbrander had de ivoren toren positie van de architectuur in zijn inleiding tussen neus en lippen al gelegitimeerd door op te merken dat van de totale bouwproductie slechts een uiterst klein deel de erenaam Architectuur verdiend. De rest is banaal bouwen, bevlekt door regelgeving, verstoord door economische en politieke overwegingen, bezoedeld door sociale factoren, gebruikt door mensen die absoluut geen boodschap hebben aan de formele spelletjes van architecten. Geen wonder dus dat hij Kollhoff onmiddellijk de pas afsneed met de mededeling dat hij met zijn vraag de discussie kaapte. Colenbrander eindigde direct de bijeenkomst. Architectuur en Moraal, stel je voor dat we het daar over moeten gaan hebben. Hou op zeg, het moet wel gezellig en vooral onder ons blijven.

Enigszins verbijsterd, maar toch ook blij dat het hiermee afgelopen was, toog het publiek naar de bar die gelukkig weer open ging. We konden ons gaan opmaken voor het feest.