Vorige week is bekend gemaakt dat De Bouwmaatschappij Volker-Wessels-Stevin de Van Nellefabriek voor twintig miljoen heeft gekocht van Sara Lee/DE. Daarmee lijkt voorlopig een eind gekomen aan de onzekerheid over de toekomst van dit industriĆ«le en architectonische monument. Het is echter de vraag of het plan voor herbestemming, ‘Van Nelle Ontwerpfabriek’ kans van slagen heeft.
De kersverse eigenaar wil van de fabriek een 'themacentrum voor design, communicatie en nieuwe media' maken. Aan de goede bedoelingen van de stevig in de beurs tastende bouwgigant valt moeilijk te twijfelen. Maar het is de vraag of de nieuwe bestemming werkelijk kans van slagen heeft. Er moet dan namelijk nogal wat gebeuren. Het allergrootste probleem is de afgelegen locatie van de fabriek. Het gebouw is op dit moment volstrekt onbereikbaar, zowel per auto als met het openbaar vervoer. Het is in principe wel mogelijk om een nieuw NS-station aan te leggen. De fabriek ligt immers langs de spoorlijn Rotterdam-Den Haag en het nabijgelegen Sparta-stadion kan ook wel een aansluiting op het openbaar vervoer gebruiken. Maar een incidentele stopplaats voor voetbalvee, zoals nu bijvoorbeeld bij het Feyenoord-stadion, is nog wel iets anders dan een veel frequenter gebruikt stoptreinstation op de drukste spoorlijn van Nederland. Een metrohalte lijkt beter, maar of de gemeente daar op dit moment fondsen voor heeft is de vraag. In elk geval zal er stevig aan de infrastructuur gewerkt moeten worden.
Als het gebouw eenmaal verbouwd is en de voorgenomen expositieruimten, restaurants en congreszalen werkelijk in gebruik genomen zijn, dan zullen 100 tot 175 kleine en middelgrote ontwerpbureaus zin moeten hebben in een verhuizing naar een plaats buiten de binnenstad. Dat moet (gezien dit aantal) zo'n beetje de halve ontwerppopulatie van Rotterdam zijn. Het feit dat veel ontwerpers bewondering voor de architectuur van de fabriek hebben, betekent nog niet dat ze de zin of de mogelijkheid hebben om daarheen te verhuizen. Daar komt nog bij dat dit initiatief zeker niet het enige in zijn soort is. Alleen al in Rotterdam zijn er meerdere grotere en kleinere initiatieven voor concentratie van ontwerpbureaus in verlaten, maar mooie panden. Dat wordt straks nog een hele strijd om de gunst van de kleine ontwerper. Uit het vooronderzoek blijk overigens dat vooral productiebedrijven (drukkerijen ed) en enige grote huurders zoals AHOY blijk hebben gegeven wel in de fabriek te willen trekken. Daarmee is het beoogde, levendige ontwerpersklimaat natuurlijk niet gewaarborgd.We wensen de Van Nellefabriek en zijn nieuwe eigenaar alle goeds en hopen dat we het ten aanzien van de voorgenomen toekomst mis hebben. Maar we hopen vooral dat de toekomstplannen nog eens goed onderzocht worden voordat de eerste sloopwerkzaamheden gaan beginnen.