Het stadscentrum van Nieuwegein, dat 15 jaar geleden onder druk van de economische recessie tot stand kwam, is dringend aan revisie toe. In de gemeenteraad en bij de bevolking bestaat echter verdeeldheid over de aanpak. Voordat ze besluit tot realisatie heeft het College van B en W besloten om de uitkomst van een referendum over de plannen af te wachten. Maar het wil in elk geval beginnen met de omstreden vervanging van het gemeentehuis door een filiaal van V&D.
Het huidige centrum is niet aantrekkelijk. Het nodigt niet uit om er te verblijven en mist de uitstraling van de levendige binnenstad. Het centrum is niet stedelijk, de woonwijk in het centrum heeft een suburbaan karakter. Het centrum is georiënteerd op auto's en het straatbeeld wordt op veel plaatsen bepaald door achterkanten van gebouwen. Het centrumstation van de sneltram ziet eruit als een doorsnee halte van een buitenwijk. Er is geen aanleiding en geen mogelijkheid om een 'rondje centrum' te wandelen. Er is een minimale hoeveelheid gemeenschappelijke, openbare ruimte. Omdat het centrum is georiënteerd op de dag, krijgt het 's avonds het karakter van een sociaal onveilig gebied. Het winkelcentrum City Plaza -de grote trekker- sluit om 6 uur haar deuren.
De gemeente Nieuwegein heeft een concept-ontwikkelingsvisie neergelegd. Het ruimtelijk beeld is onder supervisie van Ben van Berkel en Michael van Gessel ontworpen door het 'Atelier Binnenstad'. Woensdag 3 februari werden de plannen gepresenteerd in het Utrechts Architecten Café. De presentatie vond plaats in het kader van het jaarthema 'Waarom'.
In het ontwerp is aansluiting gezocht bij de twee huidige sterke punten; het centrum is een parkeer- en winkelparadijs. De bepaling van het centrumbeeld door parkeren en een mager randje kantoren werden als aan te pakken negatieve punten bestempeld. De oplossing is gezocht in het oprekken van het centrum. De bestaande en nieuwe functies zijn geclusterd op vier locaties en over verschillende lagen verspreid. Een gemengde wereld gescheiden door transparant glas zorgt ervoor dat alle lagen gaan leven. Bibliotheekbezoekers staan oog in oog met hun vertegenwoordigers in het gemeentehuis. Winkelend publiek ziet de bezoekers van het theater. En in plaats van op een tochtige plek wacht je in het winkelcentrum op tram of bus.
Van der Ven, projectmanager Binnenstad, ziet het helemaal lukken als de winkels 24 uur per dag open zijn.
De ruimte wordt verder benut om auto's, fietsen en voetgangers door zowel horizontale als verticale verbindingen voldoende doorstroming en bereik te bieden. Een glooiend maaiveld wordt geperforeerd door transparante vides, lift- en lichtschachten. Het maaiveld plooit zich op sommige plaatsen in een verticale haarspeldbocht, vanuit de vloer vouwt het zich om een gebouw en gaat over in het dak. Elders glooit het in een flauwe helling van 'kelder' naar dak, waar het over een een volgend maaiveld uitsteekt. Hierdoor bevinden zich soms twee maaivelden boven elkaar, wat leidt tot verdubbeling van de openbare ruimte. Naast de toename aan bebouwd oppervlak wordt zo tevens een toename aan openbare ruimte gerealiseerd.
De parkeergelegenheid voor 4000 auto's bevindt zich onder de grond, en is ook onderhevig aan functiemenging, een snackdrive en poppodium zijn eveneens onder de grond gedacht. Naar buiten krijgt het centrum aan de lokale zijde een lage en aan de regionale zijde een hoge skyline die bestaat uit kantoren.
Een grootse, ambitieuze aanpak, maar volgens Van der Ven haalbaar. Hij maakt een vergelijking met Almere en stelt dat Nieuwegein met Almere de enige jonge Nederlandse stad is. Ze hebben beide een voor het stadscentrum vergelijkbaar programma. En hoewel Almere meer dan drie keer zo veel inwoners telt, acht hij in Nieuwegein een vergelijkbaar centrumplan te rechtvaardigen: Almere is een slaapstad en Nieuwegein een werkstad waar elke vierkante meter kantoorruimte wordt verkocht. Nieuwegein heeft een veel krachtiger economische positie en vervult een regiofunctie. De concurrentie van Utrecht wordt gerelativeerd. Utrecht heeft een mooi historisch centrum, die historie kan Nieuwegein niet kopieëren. Het centrum van Nieuwegein is echter, in tegenstelling tot dat van Utrecht, wel goed bereikbaar. Aan de hand van bovenstaande argumenten stelt Van der Ven dat je in plaats van het inwonertal van 60.000 een getal van 120.000 moet hanteren als het om de vormgeving van het centrum gaat.
Het lijkt allemaal een tikkeltje te ambitieus en grootstedelijk. Als de optimistische uitgangspunten niet volledig gehaald worden, zit Nieuwegein over vijftien jaar opnieuw met een probleem. Wanneer het referendum gehouden wordt is nog niet bekend.