Sinds zaterdag 15 mei is in de Hilversumse galerie Exedra de tentoonstelling DeepSurface – the unvisual image van NOX/Lars Spuybroek te zien. Zoals van Lars Spuybroek mag worden verwacht is het geen gewone overzichtstentoonstelling waar het werk keurig gefotografeerd, van informatieve titelbordjes voorzien aan de wand is gehangen. In plaats daarvan wordt van de bezoeker verwacht een totaal ervaring te ondergaan, om daarmee iets van Spuybroeks intenties aan te voelen.
De ruimte van Exedra is bespannen met drie horizontale stroken geplooid doek. Op dit doek worden beelden geprojecteerd. Doordat de ramen zijn witgekalkt ademt de ruimte een licht klinische sfeer. Er hangt een geur van vers plastic en er klinkt een licht modulerende bromtoon. Deze toon wordt gestuurd door twee veren die zijn aangebracht in de spankabels van de geplooide doeken. De veren zijn verbonden met sensoren, oscilatoren en luidsprekers. De grondtoon van 800 Hz kan zo door kleine verschillen in de spanning van het doek, bijvoorbeeld door het contact met bezoekers, 3 Hz lager of hoger fluctueren.
De geprojecteerde beelden zijn zwart-wit geanimeerde diagrammen die aan de basis stonden van de ontwerpen van NOX. Met een beetje goede wil zou je kunnen zeggen dat niet het ontwerp, maar het concept van het ontwerp wordt getoond. Deze concepten worden gegenereerd in de computer. In de begeleidende tekst stelt Spuybroek dat de geprojecteerde beelden niet onzichtbaar (invisible) maar on-visueel (unvisual) zijn.
In het werk van NOX zijn twee 'blinde vlekken' aan te duiden: het diagrammatische interieur van de computer en het neurologische interieur van het menselijk lichaam. Deze blinde vlekken – conceptie en perceptie – zijn evenwel de belangrijkste factoren in het werk van NOX. Het zijn deze twee factoren die deze tentoonstelling 'in beeld' wil brengen.
Conventionele tekeningen, renderings, foto's en teksten zijn weliswaar niet te zien op de tentoonstelling, maar in plaats daarvan opgenomen in een mooi, klein boekje. Deze 'eerste NOX-monografie' is gezien het paginageweld van sommige collega-architecten van een verademend geringe omvang, zonder dat de lezer ook maar enigszins het gevoel heeft iets te missen. Met een inleiding van Bart Lootsma, een tekst over de DeepSurface installatie, beeld en tekst over de belangrijkste NOX-projecten en een uitgebreid werken- en literatuuroverzicht, wordt een prima introductie op het werk van Lars Spuybroek gegeven. En het past nog in het borstzakje ook.