De Nederlandse Film en Televisie Academie in Amsterdam heeft een nieuw gebouw. Het ontwerp van het gebouw en enkele meubels is van de Hilversumse architect Koen van Velsen. In het gebouw aan het Markenplein 1 zijn alle, tot nu toe verspreid over de stad gelegen, faciliteiten ondergebracht. Op 14 oktober wordt het gebouw feestelijk geopend door ZKH prins Willem Alexander.
Het gebouw heeft een sobere indeling en aankleding. Het kleurgebruik is minimaal en felle contrasten zijn afwezig. Zo onderscheidt een deur naar de trap zich van andere deuren slechts door het opschrift 'trap'. De meeste uitbundigheid zit in de buitenschil.
De buitenschil is van glas. Een mintgroene tint overheerst. De glazen huid wordt onderbroken door ranke betonnen kolommen en beëindigd door brede betonnen stroken. De vlakken tussen de kolommen zijn ingedeeld in kleine rechthoekige vlakken. De meeste van deze vlakken zijn van glas; panelen van groen, opaal of helder glas en ramen. De kleur wordt niet alleen beinvloed door het gebruik van de verschillende soorten glas maar ook door de positie van de beschouwer, de weersgesteldheid en de kleur van het materiaal achter het glas. Ventilatieopeningen zijn opgenomen in panelen met dezelfde breedte als de overige panelen en ogen als kleppen van een brievenbus.
Het gebouw telt vier verdiepingen. De kern van het gebouw bestaat uit een rechthoekig betonnen blok dat tot de derde verdieping reikt. Onderin biedt het blok plaats aan een aantal studio's. Het niveau van de tweede en derde verdieping wordt ingenomen door een bioscoopzaal met 100 stoelen. Het aflopende plafond van de bioscoop is de onderkant van het oplopende dakterras van de kantine.
Met het oog op geluidsisolatie is het blok vrijstaand en heeft het een eigen fundering. Toch is het blok in het centrum van het gebouw gerealiseerd, daardoor is er sprake van een doos in doos constructie. Rondom het blok bevindt zich eerst een meter open ruimte waaraan de gangen van de verdiepingen grenzen. Deze gangen laten het blok vrij en hangen als galerijen aan de buitendoos. De gangen bieden hierdoor maximaal zicht op het blok. Hierdoor is het blok niet alleen ruimtelijk, maar ook visueel het centrale element. Doordat het blok de essentiële ruimten voor film en televisie bevat, is het ook symbolisch gezien de kern van de opleiding.
In de buitendoos zijn de overige ruimten ondergebracht. Publieke ruimten, zoals de mediatheek, grenzen zoveel mogelijk aan de gevel.