Feature

BNA symposium “public_domain”

Wat kunnen architecten met de samplepraktijk uit de muziek-, design en internetbranche? Deze vraag stond centraal op het symposium ‘public_domain’ dat de BNA woensdag 8 december na haar algemene ledenvergadering in het Minnaert gebouw te Utrecht organiseerde. Aan de orde kwamen sampling als ontwerpmentaliteit, als ontwerpproces en als eigenschap van een ontwerp in de gebruiksfase.

Het symposium werd geopend met een optreden van DJ Kid Sundance. Het zal voor het eerst in het bestaan van de BNA zijn geweest dat tijdens de opening van een door haar georganiseerd symposium de woorden 'fuck', 'shit' en 'motherfucker' werden aangestipt. In snel tempo wisselden de platen, en op het projectiescherm de platenhoezen, elkaar af. Het optreden had als titel 'samplen, scratchen en loopen'. De beats beukten soms even lekker op de architecten in. Het was enigszins verwarrend; een BNA-symposium dat start met een sfeer die is gesampled uit de betere disco.

Na de opening sprak Ole Bouman over 'Mixen en Muteren; plundering of weldaad?'. Hij ziet sampling als een reactie op de ideologie van het nieuwe, verklaarde de populariteit van sampling uit het gemak waarmee het kan en uit de verschuiving van de aandacht voor producten naar de afzet ervan, naar consumeerbare verleidelijkheid. De uitvoerbaarheid is, door kliksystemen, cataloguscultuur en bouwdeelbibliotheken, in afnemende mate een probleem; 'waanzin wordt uitvoerbaar'.

Sampling gaat volgens hem verder dan knippen en plakken, namelijk om omarming van het toeval als leidend beginsel. De aanvaarding van het toeval biedt oneindige mogelijkheden, maar vereist volgens Ole Bouman wel het opgeven van individueel auteurschap omdat anders het toeval nooit serieus wordt genomen. Samplen is het combineren van, tot datapakketjes herleidde, bestaande elementen tot nieuwe vormen. Bij sampling gaat het niet om met de vorm iets anders te willen betekenen dan de vorm zelf, de nieuwe vorm moet niet meer doen terugdenken aan de onderdelen. Voor het merendeel van de voorbeelden uit de andere bijdragen gaat dat echter niet op. Deze voorbeelden ontlenen hun charme ook aan verwijzing naar de oorspronkelijke betekenis of context.

Bouman illustreerde zijn verhaal met een concept voor een interactief bezoekerscentrum/terminal in de Rotterdamse haven 'transPORTs2001' waaraan hij samen met Kas Oosterhuis werkt. Het gaat in dit concept eerder om ervaringsvelden dan om ruimten. transPorts2001 heeft een informatieve, flexibele architectuur, een bewegende structuur en zet architectuur op de kaart als een filmische discipline. Interactiviteit is ver doorgevoerd; afname van het gebruik kan 'real time' leiden tot afname van het volume. Sampling blijft niet beperkt tot het ontwerpproces, maar betreft ook het gedrag van het gebouw in de gebruiksfase: Het beeld aan de binnenzijde is permanent 'updatable'. Het beeld kent onder andere een disco mode, een tv mode en een billboard mode.

Hierna volgde ontwerperscollectief Dept met de bijdrage 'Grafische vormgeving, Internet, Video'. Dept wordt gevormd door Leo van Munster, Mark Klaverstijn en Paul du Bois-Reymond. Opvallend is hun omgang met logo's. Logo's worden afgepakt van het publieke, commerciële domein, aangepast en teruggegeven of ingezet voor het persoonlijke domein. Een andere keer leidt de herhaling van logo's tot iets 'tympaanachtigs'.

Als voorbeeld van sampling op internet toonde Dept de poëziemachine 'rtg' die woorden willekeurig bij elkaar plaatst. Maar hun hele site is in dit verband wel het bezoeken waard. De discosfeer kwam weer terug, nu door de presentatie van de video's die Dept op feesten in de voormalige Roxy vertoonde. Dept legt de nadruk op sampling als mentaliteit, als lifestyle, waarin de sampler met de vorm toch ook méér wil betekenen dan die vorm zelf. Vaak is de boodschap maatschappijkritisch, soms op het puberale af. Samplen vereist per definitie een kritische houding, een persoonlijke houding. Ook de presentatie van Dept was persoonlijk en eindigde met het beeld 'Dept was here'.

Tijdens de lezing 'De inspiratiebron design' van DUMoffice passeerden een als skateboard vormgegeven armatuur, een houtje-touwtje-lamp en als toneelrekwisieten opgevat liturgisch meubilair. DUMoffice bestaat evenals Dept uit een trio ontwerpers: Wiebe Boonstra, Martijn Hoogendijk en Marc van Nederpelt.

Marc Maurer had tijdens het opbouwen bedacht om zijn lezing 'Architectuur versus media' samen met de dj te doen. Deze samenwerking vond plaats bij een virtuele wandeling door een van zijn projecten. De ene keer leidde de architect en volgde de dj. De andere keer liet de architect zich bij zijn wandeling leiden door de muziek. De laatste methode werkte beter.

Marc Maurer zag de essentie van samplen als het bouwen van een nieuwe context rond iets bestaands en legde evenals Dept de nadruk op de mentaliteit. Voor 'de verhoudingen' hoeven we volgens hem niet meer bij Da Vinci of Le Corbusier te rade te gaan, ze worden ons door de media aangereikt, hij illustreerde dat aan de hand van een geometrische abstractie van het Adidas logo. Tenslotte toonde Maurer iets van zijn promotie-onderzoek waarin hij samples van productieprocessen in een grote database stopt, een netwerk dat alles koppelt dat nodig is voor de productie. De ontwerper shopt hierbij als een consument in een database zijn ontwerp bij elkaar.

Uit de bijdragen komt samplen naar voren als een persoonlijke, improviserende selectie uit een enorme stroom gegevens en informatie. Wat de architect hiermee kan is dan ook persoonlijk. BNA voorzitter Dirk van der Veer noemt het na afloop 'jatten plus' in een situatie dat de informatie op straat ligt.