Onlangs is gestart met de bouwactiviteiten op het Circusterrein in Groningen, onderdeel van het CiBoGa-gebied (Circus-, Boden-, Gasfabriekterrein), Groningens laatste binnenstedelijke bouwlocatie. De bouw start met de uitvoering van twee ‘schotsen’ van architectenbureau S333, het bureau dat in 1994 de Europanprijsvraag voor deze locatie won.
Het totale CiBoGa-terrein is 14 hectare groot. Na de afronding in 2008 zullen er circa 900 woningen, 1200 parkeerplaatsen, 10.000 m2 winkel- en 40.000 m2 kantoren zijn gerealiseerd. Verschillende architecten zullen onderdelen van het terrein uitwerken. Het Engelse bureau van William Allsop is verantwoordelijk voor de openbare ruimte. De twee blokken die S333 heeft ontworpen bestaan uit slingerende bouwstroken die op een doorlopend stedenlijk/groen landschap zijn geplaatst. In de blokken is een grote variatie aan woningtypen (variërend van woon/werkappartementen tot een groot herenhuis van vijf verdiepingen), winter-, dak en patiotuinen, twee supermarkten, een politiebureau een speeltuin en een galzen prieel opgenomen. De blokken zijn onderdeel van de Groningse ecologische corridor. Het openbare en semi-openbare gebied, maar ook de variatie aan privé tuinen en terrassen spelen daardoor een belangrijke, 'groene' rol.
Het schots-concept dat door S333 in het kader van het Europanontwerp is ontwikkeld heeft een sterke stedenbouwkundige component: grote stedenlijke blokken met vlakke, relatief neutrale gevels die zich soepel voegen in de stedenlijke context. Maar het concept heeft anderzijds ook een landschappelijk karakter. De traditionele reeks openbare ruimte, semi-openbare ruimte en privé (buiten)ruimte en de daarbij behorende set straat, plein, binnenterrein, voor- en achtertuin, is vervangen door een continu landschap met vage overgangen. Die mix van 'sterke' stedenbouw in de opstand en een 'zachte' landschapsbehandeling van het maaiveld is ook het leidend motief bij de verdere ontwikkeling van het CiBoGa-terrein.
De twee schotsen van S333 zijn stedenbouwkundig en landschappelijk verbonden, ze delen daarbij een gezamenlijke ondergrondse parkeergarage. Architectonisch zijn ze echter als twee aparte entiteiten opgevat. Schot 1 is robuust, heeft hogere delen en heeft een vlakke glasgevel waarbij de ramen van de woningen van vloer tot plafond reiken. Door gebruik te maken van verschillende glassoorten wordt een grote mate van variatie in transparantie, reflectie, matheid en kleur aangebracht. Schots 2 wordt bekleed met cederhouten panelen en wordt verder gekenmerkt door het oplopende landschap van het binnenterrein, dat in stappen vanaf het straatniveau oploopt naar de woningentrees op de eerste verdieping.