Nieuws

ECO-NET

Voorafgaande aan de algemene ledenvergadering organiseerde de BNA op 14 juni een symposium getiteld ECO_NET. De bij het symposium uitgereikte flyer voorspelt dat het internet ’t item milieu op een ‘veel minder tobberige manier’ aan de orde stelt. Het net zal slimme architectenmanieren bevorderen waarbij structuren en oplossingen uit de natuur als voorbeeld gelden.

Schoolmeester

De voorzitter van de dag en van de BNA, Jan Brouwer (XX Architecten), keilde de zitting aan met een doelstelling van de Union International d'Architect: de architect verplicht zich duurzaamheid te zien als kern van het vak. Slimmer ventileren, lichter bouwen en daglichtoptimalisatie zijn voor Brouwer momenteel actuele aandachtspunten. Impliciet verkleinde hij hiermee de bouwopdracht tot die van kantoorgebouwen waarmee veel lastigere onderwerpen als woningbouw of bestaande bouw buiten schot bleven.

Hij verontschuldigde zich voor de wel erg eenvoudige vormen van zijn XX kantoorgebouw!

Dominee

Ed van Hinte, publicist, gaat nog een stapje verder in het lichter bouwen. Hij bepleitte een maximale dematerialisatie. Voorbeelden van buiten het vakgebied: een armatuur dat zelf licht geeft, zonder lamp; voedsel dat in verstoven vorm ingeademd kan worden. Het vliegtuig met een in de huid geïntegreerde constructie is interessanter dan verbeelde lichtheid in een zwaar gebouw. De polymaron (een metabolische drijvende mix van stad en landschap) met eigen energievoorziening en afvalverwerking is Hinte's utopie. Een moderne variant van New Babylon, zo leek het.

Revolutionair

Michiel Riedijk (Neutelings en Riedijk) verzette zich tegen een blind geloof in lichtheid. Duurzaamheid ziet hij vooral in het consequent doordenken van architectuur. Met drie gebouwen adstrueerde hij zijn stelling: een zoutloods waarbij nabijheid van de verschillende functies in één gebouw uitgangspunt was voor een (licht) gebouw; een vrachtgebouw op Schiphol waar een glazen stolp over een kantoorgebouw de strijd aangaat met het extreme geluidsmilieu en daardoor een prettig werkklimaat mogelijk maakt in een barse omgeving en een zwaar onderwijsgebouw (Minnaert) waar de contrastrijke architectuur en binnenklimaat de gebruikers elementaire afwisseling bieden.

Manifest

Natalie de Vries (MVRDV) lichtte het Expo-paviljoen toe. Ze ziet het als een manifest waarbij de obsessie van het bureau voor dichtheid een heroïsch beeld levert met in het gebouw clichébeelden van een maakbare samenleving. De bewatering van alle gebouwfuncties en het inzetten van zeer verschillende constructieve principes geeft dit logogebouw een ingenieurskwaliteit mee. Het krachtige en simpele eindbeeld is bewust zo begrijpelijk mogelijk gehouden om de Expo-bezoeker te duiden hoe het met de inrichting van Nederland verder moet.

Al met al een brede interpretatie van het begrip duurzaamheid. De functie van het internet lijkt er bij gesleept te zijn. De laatste drie sprekers slaagden erin te bewijzen dat er naast de nuchtere technische benadering van Brouwer, die in veel gevallen toereikend zal zijn, architectonische conceptuele inspiratie ook bij duurzaam bouwen aan de orde is.