Nieuws

Het veranderende Nederland overtuigend in beeld gebracht

We zien vier vrouwen, twee aan twee pratend, half liggend, met blote voeten op een oranjegeel kleedje in het gras, daarachter bomen. Rond het kleedje liggen schoenen en staan plastic tassen van Blokker en Albert Heijn. In het midden van het kleedje staat een fles melk. Het tafereeltje is onmiskenbaar zomers. De bomen staan vol in blad en werpen wat schaduw op het pratende groepje. Het kleedje definieert de ruimte die de vrouwen voor zichzelf hebben bestemd om op te zitten en te praten. De tassen en schoenen zijn de muur daaromheen. De natuurlijke setting is op gepaste wijze afgebakend en in gebruik als picknickplek. De vier vrouwen hebben een klein stukje Nederland heringericht om comfortabel face-to-face te kunnen communiceren. Dit afgebakende picknickplekje zou symbool kunnen staan voor de zoektocht naar stabiliteit in een chaotische wereld: ruimtelijke ordening in de 21ste eeuw.

Alledaags

Dit paradijselijke beeld, een deel van een foto van Theo Baart, doet denken aan het klassieke schilderij Le Dejeuner sur L’Herbe van Edouard Manet uit 1863, dat hangt in het Musée d’Orsay in Parijs. Destijds ontstond er een rel rond het schilderij omdat Manet een mythische voorstelling had gekopieerd en had vertaald in een alledaagse, burgerlijke activiteit, de picknick. Fotograaf Theo Baart is de Manet van nu: Baarts foto’s laten het Nederland van nu zien zoals wij dat allemaal kennen, maar zijn door hun schijnbaar achteloze alledaagsheid bijzonder confronterend. Baart houdt ons een spiegel voor. Manet schilderde op zijn picknick in het gras twee naakte vrouwen. Baart heeft dat niet nodig: de keuze van het shot en de titel van de foto (deze heet dagrecreatie) zetten onze hersens (waarom? waar? wat? hoe?) meteen in werking.

Baarts meest recente oeuvre staat in de Atlas van de verandering, Nederland herschikt.

Behalve foto’s staan er negentien reportages en interviews van journalist Tracy Metz in, een analyse van de ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening van stedenbouwkundige Tjerk Ruimschotel en kaarten van het nieuwe Nederland van bureau MUST. Deze vier onderdelen vullen elkaar aan en maken van de Atlas van de verandering meer dan de som der delen. ‘Het nieuwe handboek voor de ruimtelijke ordening’, staat op de roze wikkel om het boek, en wie het uit heeft kan niet anders dan instemmend knikken.

Lagen

De vier specialisten hebben zich door elkaar laten opzwepen en leveren stuk voor stuk uitstekend werk af. De prachtige vormgeving (Typography & Other Serious Matters) doet daar niet voor onder: het tekstdeel is stemmig, rustig en bijzonder overzichtelijk gehouden, terwijl de foto’s en kaarten alle ruimte krijgen zich te laten zien.

De interviews van Tracy Metz, onder andere met 5de nota-minister Jan Pronk, vertellen tezamen in ieder geval één ding: zoveel Nederlanders, zoveel wensen en meningen. Ruimschotel komt daar in de conclusie van zijn analyse op terug: ‘de overheid moet kansen creëren zodat de burger ze naar eigen smaak en inzicht kan proberen te verzilveren. Het ontwerp voor de ruimtelijke ordening van Nederland zou dan kunnen bestaan uit de stapeling van een aantal relatief autonome aspecten. De Plankaart voor Nieuw Nederland bestaat dan bij wijze van spreken uitsluitend in virtuele, digitale vorm, waarbij elke bewoner of bezoeker van Nederland door het aan- en uitzetten van bepaalde, voor hem of haar interessante legenda-lagen zijn eigen land construeert. Dan zijn er evenzoveel Nederlanden als Nederlanders.’

Stimuleren

Die Nederlanders zijn er al, nu nog een manier vinden om ze niet in de weg te zitten. Ruimschotel denkt dat planners en politici op zoek moeten naar ‘dubbelzinnige bestemmingen waar het uiteindelijke gebouwde resultaat meer een welkome verrassing is dan een vooraf geprogrammeerde uitwerking van de plankaart’.

Nederland heeft geen behoefte meer aan door het rijk aangewezen bouwlocaties of verboden gebieden. Een thematische benadering, bijvoorbeeld het stimuleren van meervoudig grondgebruik, is – zeker in een stedelijke omgeving – altijd beter. De stimulerende overheid? Laten we het hopen.

De 5de nota heeft in ieder geval tijdens het langdurige proces van denken, maken en schrijven ‘de ruimtelijke ordening tot nationaal vraagstuk gemaakt’, zo stelt Auke van der Woud, hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam in één van de interviews van Metz. ‘Dat is iets nieuws’, zo gaat Van der Woud verder, ‘maar daarmee heeft de overheid nog geen draagvlak voor het ‘nee’ zeggen tegen ruimteverslindende wensen’. En, even verder: ‘ik vind dat we verplicht zijn om óók na te denken over de vraag: hoe verder, als het economisch niet zo goed meer gaat. De discussie in Nederland gaat nu te veel over de kwantitatieve vraag hoe we al onze verlangens gaan regelen en realiseren, en niet over de kwalitatieve vraag waarom het karretje zo vol moet.’ Nederland is inderdaad net een overladen boodschappenkarretje waar nog meer op moet: naast de ‘carpoolparkeerplaats’ is nog plaats voor dertig ‘boerderettes’ in ‘retro’-stijl zonder dat de ‘boerennatuur’ er last van heeft. Niet voor mij, ik luister naar Van der Woud en neem voorlopig genoegen met een plekje in het gras, een kleedje, wat eten en drinken en de Atlas van de verandering onder handbereik.