Feature

Een rode muur in Venlo

Donderdag 14 september opent het Limburgs Museum in Venlo de deuren van een gloednieuw gebouw dat is ontworpen door Jeanne Dekkers. Hiermee is een niet geheel rimpelloos verlopen competitie uit 1996 toch nog tot een goed einde gebracht.

In 1996 organiseerde de provincie Limburg een besloten prijsvraag onder vijf architectenbureaus (a+d+p, Alberts & Van Huut, De Architecten Cie., EGM en Bureau Timmermans) voor de nieuwbouw van het Limburgs Museum in Venlo. De selectiecommissie koos voor het plan van Frits van Dongen van de Architecten Cie, maar het bestuur ging verder met het plan van Jeanne Dekkers, die nadat ze een zelfstandige bureau begon de opdracht van EGM meenam.

Het museum ligt aan het Koninginneplein op de kop van het langgerekte Julianapark. Kenmerkend voor het gebouw is de langgerekte, gebogen knalrode wand: honderd meter lang en zestien meter hoog. Inspiratie voor deze muur vond Dekkers onder meer in een zeventiende-eeuws schilderij van Frans Everts, 'Het beleg van Venlo' waarin eveneens een enorme rode baksteen muur is afgebeeld. Vanuit de wand worden de expositieruimten ontsloten. Haaks op de wand bevindt zich een licht en transparant paviljoen met publieksruimtes en kantoren. De herinrichting van het park is een integraal onderdeel van het plan. Dekkers beschrijft de expositieruimten als een grote kastenwand, waarbij de geschiedenis is ondergebracht in verschillende kastjes waar de bezoeker langs kan wandelen. De kasten die uit de muur steken zijn in hout afgewerkt. De muur herbergt de verkeersruimten. De lange gangen langs de tentoonstellingskamers zijn een klassiek tentoonstellingsprincipe vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Uffizi in Florence. In de Uffizi zijn de gangen zo breed zijn dat ze zelf ook als expositieruimte dienst kunnen doen. In het Limburgs Museum zijn voor die informele tentoonstellingsfunctie nissen, vitrines en erkers in de rode wand aangebracht: soms om objecten tentoon te stellen, maar soms ook om als bezoeker even 'buiten de muur te treden'. Aan het einde van de gangzone op de derde verdieping steekt een glazen doosje uit, dat als een kraaiennest uitzicht geeft over de stad en het park.