Feature

“Try to be normal”

‘Normaal doen, dat is een van de grootste opgaven voor ontwerpers. Meestal proberen ze het te ingewikkeld […] kinderen hebben die onschuld nog wel. Als zij een huis tekenen dan bedenken ze niets moeilijks maar maken een huis zoals het hoort. Ik werk geregeld met jongeren, niet alleen met mijn studenten maar ook met schoolkinderen. In Zaandam bijvoorbeeld helpen kinderen mij bij het ontwerpen van de gevels’ vertelde Rob Krier afgelopen dinsdag de toegestroomde Haagse ontwerpwereld.

'Kritiek op het inschakelen van de vele buitenlandse architecten in Den Haag is er voldoende geweest, nu laten wij deze architecten eens aan het woord'. Dit najaar organiseert het architectuurcentrum Wils & Co samen met het Haags Architectencafé de lezingenreeks ' Den Haag gaat vreemd'. Geld om de gelouterde architecten naar Nederland te halen is er niet 'maar als ze toch in Den Haag zijn, kunnen ze vast wel tijd vrijmaken voor Wils & Co' aldus coördinator Van Beek.

De eerste ontwerper die 'toch in Den Haag is' is de in Berlijn kantoorhoudende Rob Krier.

De architect/stedenbouwkundige ontwierp het masterplan voor De Residentie, het kantoren-, winkel en wooncomplex nabij het Centraal Station waarvoor behalve Krier zelf ook Michael Graves en Sjoerd Soeters gebouwen ontwierpen. Krier, een stevige zestiger met grijs krullend haar en pretoogjes, palmt met brede armgebaren en vrolijke opmerkingen het publiek in. Ondanks zijn opgewektheid is zijn lezing vooral een tirade tegen de moderne gebouwen in het Haagse centrum. 'Langweilige highrise' noemt hij deze oude hoogbouw. Ook het wooncomplex de Zwarte Madonna ontworpen door Carel Weeber wordt niet gespaard.

Maar een werkelijk drama vindt Krier het station: 'a left-over technical space' die bovendien verkeert in de stad ligt'. Ook de boulevard (Turfmarkt) die het station met het stadhuis verbindt is volgens hem een ramp, een saaie rechte streep waaraan weinig gebeurt. Om vervolgens met een hulpeloos gebaar te verzuchten 'en wie bedenkt nu dat deze boulevard op de zijkant van het station uitkomt?'.

Het plan voor de Resident biedt een alternatief voor de rechtlijnige boulevard. Een aaneenschakeling van gebogen straten en pleinen verbindt de winkelstraat Grote Markt met het plein voor het Centraal Station. De openbare ruimte wordt gevormd door lage bebouwing waarachter hoge torens als sculpturen opreizen. Gedurende de hele presentatie toont Krier gelijktijdig met de architectuurplaatjes, beelden van (door hem gemaakte) sculpturen.

Kriers werkwijze is ogenschijnlijk simpel. Allereerst wordt een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt dat gebaseerd is op traditionele stedelijke ruimten. Vervolgens vindt een opdeling van de bouwmassa plaatst in vele kleine partjes zodat een gevarieerde architectuur ontstaat en tot slot wordt hier een architectuur aan toe gevoegd die gebaseerd is op eenvoudige regels: een deur is een deur, een raam een raam. 'Vaak kunnen kinderen dit erg goed. Zij zijn nog onschuldig en streven niet naar ingewikkelde oplossingen zoals wij ontwerpers' aldus Krier.

De methode Krier, op zijn eigen internetsite te lezen in de vorm van tien Leitsätze, is door critici en ontwerpers veelvuldig bekritiseerd vanwege de nostalgische inslag. Desondanks slaat de werkwijze in Nederland aan getuige de vele stedenbouwkundige opdrachten voor Krier. Na zijn opdracht voor de Resident volgden Helmond, Amsterdam, Den Bosch, Zaandam en, opnieuw, Den Haag.

Van kritiek op de methode Krier was tijdens de lezing niets te merken, wellicht weerhield Kriers zachtmoedige uitstraling de zaal van discussie.