Nieuws

Bionic Territories in Ljubljana

Onder de naam ‘Bionic Territories’ werd van 19 tot 22 oktober in Ljubljana (Slovenië) een festival georganiseerd over het exploreren van wat in de woorden van de organisatoren ‘bionic territories’ werd genoemd: nieuwe biotopen, dynamisch bewegende ruimtes, opgebouwd uit zowel digitale als mechanische onderdelen. Een paar openbaringen over de stand van de Nederlandse architectuur bleven niet uit.

Op het programma van het festival stonden onder meer lezingen van Bart Lootsma (o.a. Archis, BiA en AVB), Jan Kaplicky (Future Systems), Aaron Betsky (MOMA New York) en het was dan ook voor niemand een verrassing dat dit festival ogenblikkelijk en unaniem tot een groot succes werd uitgeroepen.

Ondanks dit succes zou het waarschijnlijk geen ArchiNed nieuws zijn geworden als er niet een paar openbaringen over de Nederlandse architectonisch/theoretische scene en haar relaties tot 'buitenstaanders' waren te maken op dit festival. Het publiek werd getuige gemaakt van op zijn minst drie onthullingen in Ljubljana.

Als eerste – het werd onmiddellijk duidelijk dat de arcitectuurtheorie in Nederland inmiddels zover is (door)ontwikkeld dat ze voor het professionele publiek uit zuid(oost) Europa langzaam tot een obscuur geheel is verworden. In de combinatie met het lokale onvermogen om zich open te stellen voor nieuwe ontwikkelingen en in de debatten korte en bondige vragen te stellen, leidde dit tot ridicule en soms bijna explosieve discussies over de geloofwaardigheid om te kunnen of mogen spreken van een nieuwe urbaniteit. In deze debatten werd de historische Italiaanse 'piazza' gelijkgesteld aan de 'lounges' van de nieuwe metropolen in het Verre Oosten… Het zal duidelijk zijn dat de Nederlandse 'predikers van de vooruitgang' geen echte tegenhangers hadden in dit debat, nog los van hoe steekhoudend of onbepaald hun argumenten ook waren. Tot het moment dat er een Nederlandse 'task force' is opgezet met het doel de collega's uit het Europese zuiden zich vrijuit te kunnen laten uiten, zullen alle ontdekkingen die aan beide zijden van dit debat kunnen worden gedaan node moeten worden gemist.

Een tweede opvallend element lijkt de manier waarop theorie en architectuur als succesvol handelsproduct in Ljubljana werd benaderd. Het is natuurlijk niets nieuws dat architectuur (en theorie) traditioneel succesvolle Nederlandse exportproducten zijn, maar de manier waarop dit onderwerp in Ljubljana werd behandeld was volstrekt nieuw. Nederlandse architectuur lijkt de weg te gaan volgen die door de recente 'technology transfers' naar Oost Europa is gebaand. Zoals de oost Europese markten hierin worden beschouwd als unieke mogelijkheden om verouderde technologie alsnog te kunnen te slijten, zo werd dit festival in Ljubljana gezien als een perfecte kans om 'tweede divisie' architectonische producten en theorieën als top klasse te verkopen (Kas Oosterhuis). Niet zozeer de handelswaar, maar de verkoper moet eerste excellent zijn en in het geval van Bart Lootsma mag dat een pijnlijke waarheid heten. Eén ding moet echter niet uit het oog worden verloren: zo'n verkoopactie kan ook behoorlijk positief uitpakken. Anders zou een twee-en-een-half uur durende lezing door een geïnspireerde Roemer van Toorn nooit plaats kunnen vinden.

De derde onthulling tenslotte kon opgetekend worden uit de mond van Aaron Betsky. Wat iedereen al een tijd vermoed had, werd hier eindelijk publiekelijk bevestigd – er bestaat inderdaad een Nederlands / Amerikaanse samenzwering op het gebied van recente stedelijke ontwikkeling (vanaf het Poldergeist symposium in NY in 1997? red.). Helaas werd van deze samenzwering tijdens het festival geen nadere details publiek gemaakt.

Tegelijkertijd moet gezegd worden dat de ontspannende omstandigheid om 'aan het de rand van de ontwikkelde wereld' te zijn de perfecte condities schepte voor experimentele, geïnspireerde en provocatieve bijdragen aan dit festival Voor zover nu bekend is, zal de volgende aflevering van dit Ljubljana festival over twee jaar plaatsvinden. Misschien dat er voor die tijd nog een bijeenkomst in de 'periferie' plaatsvindt – in elk geval om te bewijzen of de omstandigheden in de periferie altijd zo productief zijn als in Ljubljana het geval was.