Nieuws

Doors 6 – Het L-woord en de zware dag

Afgelopen maand kondigden we het al aan: de (meer) digitale die-hards kunnen in de maand november hun hart ophalen met twee topevenementen: de DOORS conferentie die rond het afgelopen weekend (op 11, 12 en 13 november) plaatshad en de opening van het DEAF festival vanavond in Rotterdam. ArchiNed was te gast het tweede deel van de conferentie Doors of Perception.

Doors is in de loop van een aantal conferenties uitgegroeid tot een ontmoetingspunt voor de uitwisseling van kennis over ontwerpen en richt zich daarbij specifiek op de relatie tussen ontwerpen en de informatie- en communicatietechnologie. De zesde conferentie onder het thema Lightness was geconcentreerd op concepten voor het reduceren van energie en afvalstromen bij het ontwerpen – met impliciet een heilig geloof dat de informatie-economie daar een beslissende bijdrage aan zou kunnen leveren. Bij de opening van de conferentie betoogde John Thackara dat vrijwel elk nieuw ontwerp dat geïntroduceerd wordt nog steeds een vergroting van de stroom overtollig materiaal en energie oplevert. Vaak is de verhouding tussen een geproduceerd product en de daarbij gegenereerde afvalstroom een verhouding van 1 op 100. De productie van een laptop computer genereert ongeveer 4000 maal het eigen gewicht aan afval. Is dat de ‘light economy’ die zo optimistisch bij de introductie van de e-conomy voorspeld is?

Het tweede deel van de conferentie richtte zich op het waarnemen van lightness – hoe zou je lightness kunnen visualiseren? Welke ervaringen zijn er inmiddels opgedaan bij het ontwerpen aan of met lightness? ‘Perception is important because, in order to do things differently, we need to see things differently’ (John Thackara).

Al halverwege de ochtendsessie werd duidelijk dat het begrip lightness niet alleen te maken heeft met de introductie van een (veel meer) op informatie gebaseerde cultuur als tegenhanger van een ‘materiële cultuur, zoals die bijvoorbeeld architectuur erg manifest is. Terwijl in architectuur begrippen als ‘light architecture’ en ‘light urbanism’ voorzichtig geïntroduceerd worden, blijkt juist de op virtuele netwerken gebaseerde wereld aan heaviness te lijden.

Maya Draisin en Tiffany Shlain, organisatoren van de Webby Awards (vanaf 1996 de ‘Oscars’ van internet) constateren bijvoorbeeld dat de trends en ontwikkelingen in webdesign een her-distributie van ‘gewicht’ van de ontwikkelaar naar de gebruiker laat zien. Anders gezegd: de gebruikers ( en dus niet langer de producent van een product) leveren de informatie en bepalen wat er te zien is. Een extreem voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van web-media als Napstar, vooral bekend van het ‘illegaal’ downloaden van muziek via internet. In het geval van Napstar zijn de gebruikers volledig verantwoordelijk voor het succes en de omvang van dit populaire communicatieplatform. Lightness in relatie tot communicatie komt volgens Draisin en Shlain tot uiting in mobiliteit, vluchtigheid (impermanance) en interactiviteit.

De aansluitende e-culture fair – ’s middags geopend door staatssecretaris Rick van der Ploeg – toonde tegelijkertijd dat ‘e’ wel een aardig buzzword is, maar dat het er nog een beetje als een dor veld bij staat. Nu was de ambiance ook niet echt bemoedigend voor een spetterende fair maar de bij elkaar gebrachte stands-met-computer moesten het vooral hebben van enkele uitschieters als ‘Brainball’ (een soort virtueel touwtrekken met hersengolven in plaats van spierballen) en inStink (een installatie om geuren via internet uit te wisselen) of nieuwe programma’s om korte filmpjes via de mobile telefoon te versturen.

In de middagsessie spitste de discussie zich vooral toe op het gewicht en de distributie van informatie. Alle informatie heeft tenslotte een fysieke manifestatie en het toegankelijk maken (en houden) van informatie kost energie. Steward Butterfield toonde enkele inzendingen van de door hem uitgeschreven prijsvraag (5K Awards) voor web-ontwerpers om een informatiepagina te maken die een factor 20 lichter is (minder ‘geheugenruimte’ beslaat) dan wat in webontwerp gangbaar is. Sommige inzenders komen met even innovatieve als elegante oplossingen om binnen dit beperkte ‘gewicht’ informatie toch goed te kunnen presenteren.

Ook de voordelen van ‘online filesharing’, het via internet uitwisselen van bestanden (vgl. het eerder genoemde Napstar), werd opnieuw belicht. Zowel Kristie van Riet als Adam Hyde zien in zo’n media ecology de mogelijkheid om informatie mobieler, maar ook lichter en vluchtiger te maken. Zulke media ecologies zijn voorlopig nog een kleine stap op weg naar een maatschappij met meer en meer ‘gewichtsloze’ producten en ontwerpen die door intelligenter gebruik te maken van energie en hulpbronnen hun eigen ontwikkeling niet langer in de weg staan.

Een zware dag voor lichte onderwerpen. In de paneldiscussie verzuchtte Jouke Kleerebezem dat hij het L-word dan ook niet meer kon uitspreken.