De Jan van Hoof Galerie in Den Bosch had meer expositieruimte nodig, maar wilde ook van het uitzicht op de polder blijven genieten. Thomas Kemme ontwierp een uitzicht- en lichtorkestratie in een ruw wit-betonnen uitbreiding.
Aan de Vughterweg in Den Bosch ligt de villa waarin de Jan van Hoof Galerie is gehuisvest, een galerie gespecialiseerd in kunst van jonge kunstenaars. De galerie ligt aan de rivier de Dommel en biedt uitzicht over de polder Bossche Broek. Kemme werd gevraagd een oplossing te vinden voor een ogenschijnlijk onverenigbare opgave; een uitbreiding te realiseren die een panoramisch uitzicht over de polder zou garanderen én voldoende wanden om kunstwerken te kunnen exposeren.
De villa is uitgebreid met een wit betonnen paviljoen dat is opgebouwd uit schijven. Op de schijven kan geexposeerd worden. Enige forse glazen puien in de noordgevel zorgen voor een optimale daglichtintreding. Maar deze openingen zijn zodanig gekozen dat ook tegen de buitengevel nog voldoende expositievlakken overblijven. De openingen zijn gericht op het uitzicht, dat daarmee onderdeel van het geexposeerde gaat uitmaken. Licht en uitzicht zijn samen met de wisselende tentoonstellingen tot een totaal georkestreerd.
Om het hemelwater af te voeren heeft Kemme een deel van de gevel terug gelegd en van verticaal lopende ribben voorzien. Door de wanden die op sommige plaatsen los van de vloer komen en de vele ramen krijgt dit van buiten relatief gesloten, betonnen paviljoentje in het interieur een onverwachte lichtheid en transparantie.