Feature

Follow the flow

Om alvast te wennen kregen de reizigers bij aankomst op Rotterdam Centraal vanmorgen een ansichtkaart in handen gedrukt met daarop een afbeelding van het nieuwe station. Gisteren en vandaag presenteerde het Engelse architectenbureau Alsop het masterplan voor het NS-station en de directe omgeving. Wie nu emigreert en over vijftien jaar terug komt zal bij aankomst op Rotterdam Centraal op een andere planeet wanen.

Rotterdam Centraal wordt één van de stations waar de treinen van de HSL straks zullen stoppen en krijgt ook een stop van de Randstadrail. Het station kan op spitsuren nu al de stroom reizigers nauwelijks verwerken en het worden er in de toekomst alleen maar meer. Men berekende dat Rotterdam Centraal over tien jaar 70 tot 80 miljoen reizigers per jaar te verwerken zal krijgen, er moest iets gaan gebeuren.

Een jaar geleden kreeg bureau Alsop (toen nog Bureau Alsop & Störmer geheette) de opdracht een masterplan te maken voor het stationsgebied; het gebied begrensd door Stationsingel, Goudsesingel, Weena, Kruisplein en Statentunnel. Gevraagd werd om een 'hoogwaardig mobiliteitsknooppunt' te combineren met een nieuwe toevoeging aan het stadscentrum, een gebied waar wonen, werken en 'urban entertainment' (een middagje statten) samen gaan. Bureau Alsop vertaalde dit in een plan waar ambiance – de beleving van de stad – verbinding – de verbinding tussen de verschillende stadsdelen en netwerken – het samenkomen van verschillende vervoerssystemen – leidraad vormen. Architect William Alsop noemde het huidige Stationsplein Suicide-square. Als een reiziger uit het station komt loopt hij de kans eerst overreden door een fiets, daarna door een taxi ,dan een tram daarna een bus, dan door een auto en nogmaals door een fiets, aldus de Engelsman. In het masterplan krijgt de voetganger veel ruimte en aandacht. Rotterdam van autostad naar voetgangersparadijs?

Het masterplan onderscheidt vier componenten: de Mobiliteitskoop, De Delftselaan, het Hofpleinkwartier en de Boulevards.

De Mobiliteitsknoop. Het station wordt niet alleen gezien als een plek waar de trein aankomt en vertrekt maar dient in grote mate ook als transferium. De treinen blijven op hetzelfde niveau binnenkomen als nu, op de perrons scheidt de stroom reizigers zich. De huidige voetgangerstunnel onder het station komt een niveau lager te liggen en zal voornamelijk gebruikt worden door de mensen die met metro en randstadrail hun reis voortzetten. Op maaiveldniveau kan de reiziger overstappen op taxi, auto, bus of fiets. Een verdieping daarboven bevindt zich het zogenaamde balkon. Deze 'flyover' brengt reizigers te voet vanaf het station naar de Westersingel. Deze route zal niet overdekt worden maar deels van weer en wind worden beschermd door de glazen, kelkvormige gebouwen die op het Stationsplein komen te staan. Tussen de verschillende niveaus zijn allerlei verbindingen, zowel logistiek als visueel. Volgens William Alsop zal het altijd duidelijk zijn waar je naar toe gaat en waar je bent maar er zullen 'elements of surprise' inzitten.

De Delfstelaan. Nu nog Delfsestraat geheten. Deze weg moet na voltooiing van het masterplan een verbinding vormen tussen de Maas – via de Binnen Rotte – en de Van Nellefabriek. Het wordt geen verkeersader maar moet vooral een prettige route voor voetganger en fietser worden, aldus de ontwerper. Door de gebouwen op het Stationsplein te bestemmen voor cultuur hoopt men dat bedrijven langs de rand van het spoor kantoor gaan houden. Het PTT-kantoor blijft zal behouden blijven.

Het Hofpleinkwartier. Hier moet een concentratie van kantoren en woningen komen; hoog- en laagbouw in het groen waarvoor de sporen overbouwd zullen worden.

Boulevards. Alsop wil het Weena weer terug geven aan de mensen – lees voetgangers. Hij stelt voor om de rijstroken terug te brengen naar 2×2 en de tram ondergronds te laten gaan. In de middenstrook komt een groengebied, waar mensen gaan picknicken zo verwacht Alsop.

Het is de bedoeling dat een treinreiziger vanuit België met bestemming Amsterdam bij het passeren van Rotterdam besluit de volgende keer daar uit te stappen.