Feature

Twee woontorens in Deventer door Jeroen Schipper Architecten

Temidden van de huizenzee van de Deventer nieuwbouwwijk ‘De Vijfhoek’ is een tweetal woontorentjes verschenen. Het stedenbouwkundig plan voor deze oostelijke uitbreiding van Deventer voorzag in een reeks van in het oog springende gebouwen en gebouwtjes langs de Gooikersdijk, een oude groene lintstructuur. Jeroen Schipper Architecten uit Rotterdam kregen de opdracht om op het kruispunt van deze dijk en de hoofdontsluiting van de wijk twee woontorens te bouwen.

Zoals vaker kwam ook hier het dilemma aan de orde: hoeveel woningen per etage? Samen met de bouwhoogte maakt die keuze of een toren een toren is, of blijft steken bij een 'iets hoger blokje'. Het vasthouden aan twee appartementen per etage heeft gewerkt: hoewel ze slechts zeven-en-een-halve etage tellen, manifesteren de gebouwtjes zich als toren.

De ontwerpers presenteren de appartementen als omhoog gevallen twee-onder-één-kapper. De kwaliteiten van het gelijkvloerse appartement met compacte buitenruimte en vogelvlucht-uitzicht op de omgeving kan volgens hen zo gecombineerd worden met die van de twee-onder-een-kapper: driezijdige oriëntatie, individualiteit en privacy.

Deze gedachte is in de uitwerking van de woningen doorgevoerd. De plattegronden van de woningen lijken niet bijzonder: driekamer woningen waarbij erop is gelet dat elk vertrek zijn eigen oriëntatie kreeg. In de combinatie van de woonkamer met zijn buitenruimte onderscheiden de appartementen zich. Door een verspringing in beukmaat zijn de woonkamers breed uitgemeten op het zuiden terwijl er voor de buitenruimtes combinatiemogelijkheden worden gecreëerd in een driebeukige zone. De appartementen krijgen zo de beschikking over een serre, loggia of balkon die voor de één dubbel hoog en voor de ander dubbel breed uitpakt. Daarbij wisselt ook de positie van de buitenruimte ten opzichte van de woonkamer wat bijdraagt aan zijn specifieke oriëntatie: verschoven overhoeks of breed-frontaal.

In de gevels draagt de zone met buitenruimtes optisch bij aan de voor de torens noodzakelijke slankheid. De puien van staal en glas zijn ook in de zijgevels als smalle band doorgezet en houden zo de hoeken transparant. Waar in de tekeningen het aanzicht nog plomp blijft oogt de werkelijkheid ranker. De voor het overige vrij gesloten gevels zijn bekleed met Robinia latten. Deze zijn aangebracht met verschillende spatiering. Stuikend vormen ze aaneengesloten vlakken, met naden ontstaat een lijnenspel. Bovendien laat de minste verandering van het licht de gevel van tint en textuur verschieten.

Het stedenbouwkundig kader, waarbij in een brij van lage woninkjes zo nodig accenten moesten worden aangebracht op de daarvoor geëigende punten in de wijk, had alles in zich om de opgave te laten ontaarden in bombastische landmarks. In een omgeving waar een willekeurig bouwsel van méér dan drie bouwlagen al boven alles uit torent maakte JSA de keuze voor twee torens die niet zozeer markant zijn vanwege hun hoogte, maar door hun verschijning, door de met de omgeving verbonden woningtypen en door een meer dan zorgvuldige bouwkundige uitwerking.