Lange tijd waren op Sporenburg (Amsterdam) twee kavels onbebouwd. Het schiereiland werd vol gebouwd, maar in deze twee putten leek niets te gebeuren. Ze werden niet meegenomen in de tunnelbouwstroom. Nu ook deze kavels bebouwd zijn, wordt duidelijk ‘dat ze niet bij de rest horen’. Ze zijn nog introverter dan de andere woningen op Borneo/Sporenburg en zijn anders gematerialiseerd.
Christian Rapp kreeg begin jaren negentig de opdracht woningen te ontwerpen voor Borneo/Sporenburg. De oorspronkelijke opdracht, woningen aan het Brijdeplantsoen, werd na een bezuiningsoperatie opnieuw vergeven, ditmaal aan JHK. Rapp kreeg twee zogenaamde lamellen toebedeeld. Voor een lamel ontwierp hij twee vrijstaande woningen. Bij de andere grenzen alleen de bergingen van beide woningen tegen elkaar aan, maar ook hier staan de woningen vrij van de andere buren. Doordat Rapp vrijstaande huizen had getekend, kon de hiervan niet in de grote tunnelbouwstroom worden meegenomen. Sceptici waren van mening dat de woningen niet gebouwd zouden worden omdat ze te duur zouden zijn, ruzie met de opdrachtgever, et cetera. Gelukkig kregen zij ongelijk.
Op Sporenburg heeft Rapp wonderbaarlijke woningen gebouwd. De woningen zijn introvert, sommige hebben een vrijwel gesloten gevelwand en zijn volledig gericht op de privé buitenruimte in de vorm van een patio. Deze patio's zijn in de volle hoogte van de woning met glas begrensd. Sprookjesachtig licht valt hierdoor de woning en patio binnen, zo moet het binnenin een cocon zijn. Deze ervaring is vooral sterk bij de woningen aan de Seinwachtersstraat 54. Een nauwe donkere steeg leidt naar de patio en entree van de woningen; van de nare donkere wereld naar je eigen paradijs.