Onlangs is in de Haagse Vinexwijk Wateringse Veld een basisschool van het architectenbureau Marlies Rohmer gereed gekomen. De school is ingeklemd tussen een baksteen huizenzee waarin het op een wigvormig kavel de hoogte koos. De school is beklimbaar. Op het dak van de sporttoren bevindt zich een basketbalveld dat ook buiten schooltijd open is voor de Vinexjeugd.
De omliggende huizenzee van twee hoog, eveneens van hetzelfde bureau, doet niet vermoeden dat in deze wijk de grootste basisschool van Den Haag ligt. Het gebouw voegt zich perfect in het stramien van de uitwaaierende kavels. De H-vormige plattegrond heeft een gestapeld middendeel waar zich de entree en de sportzaal bevinden. Aan de rustige singelkant ligt de Compaan, een school voor meervoudig complex gehandicapte kinderen, aan de drukkere straatkant bevindt zich een basisschool met 28 groepen. Het middendeel wordt ingeleid door een klein schoolplein waar zich ook een uitnodigende houten tribune ligt die naar het niveau van de gymzaal leidt. Buiten schooltijd is dit houten dek ook toegankelijk.Van hieruit leidt een stalen buitentrap naar het basketbalveld op het dak van de gymzaal: een stalen kooi die eerder aan de Bronx dan aan een gezapige Vinexwijk doet denken. De basketbalkooi biedt uitzicht op een zee van platte daken met grind of glimmende zwarte dakpannen.
Op de begane grond van deze sporttoren ligt de entree met aan beide zijden een speelkuil van groen zeil met een enorme oranje stip. De dubbelhoge hal die de beide vleugels met 28 klassen ontsluit geeft met het glazen dak een prachtige ruimtelijkheid die de toren loskoppelt van de rest van de school. De gangen die je in het midden betreedt versmallen naar beide uiteinden. Langs het binnenterrein liggen kleine hokjes voor zelfstandig werk. De binnenzijde van deze hokjes zijn fel oranje gekleurd, wat samen met het linoleum in verschillende roodtinten op de vloer de gangen een warm maar druk beeld geven. De ingang van elk klaslokaal is met grote schuifwanden afsluitbaar. De gangwand wordt verder afgesloten door glas dat op kasten rust die aan de gangzijde open zijn om jassen in op te bergen. De gangen zijn – zeker bij geopende klaslokalen – lekker ruim, wat aan de uiteinden wordt versterkt door de glazen deuren van de buitentrappen. Helaas zijn de deuren die naar het middendeel leiden en daarmee de hoofdroute markeren, onopvallend wit en in hetzelfde vlak als de muur geplaatst. Als de deuren dicht zijn is het dan ook even zoeken hoe je terug in de hal komt. Op de eerste verdieping ontsluit de middenhal de kleedkamers – eveneens in fel oranje – en de gymzaal die de kleur heeft van verweerd nepgoud. De eigenzinnige kleurkeuze geeft de school karakter, maar is wel zeer aan smaak gebonden. De mooie afwerking van het gebouw, zowel in het interieur als aan de buitenkant laten zien dat er veel aandacht is besteed aan dit gebouw en dat de architecten te maken hadden met een welwillende opdrachtgever.