Feature

Meervoudig Ruimtegebrek

Deze week vindt op de faculteit Bouwkunde in Delft de afronding plaats van de onderwijsmodule gewijd aan de vijfde nota ruimtelijke ordening. De verschillende studentenateliers presenteerden hun voorstellen die van commentaar werden voorzien door afgevaardigden van verschillende betrokken ministeries. Daarna volgden lezingen over meervoudig ruimtegebruik.

In deze onderwijsmodule, waar de nadruk ligt op de Randstad als Deltametropool, is door prof. ir. TM de Jong aandacht gevraagd voor de Randstadgroenstructuur, de watercapaciteit, de historische waarde van de Hollandse waterlinie, de zeldzaamheid van de verschillende landschappen en een strategie voor waterverbindingen. Dit verklaart misschien waarom de onderzoeksresultaten en voorstellen van de verschillende ontwerpateliers in deze module zich voornamelijk richten op het ‘buitengebied’. Er wordt in de presentaties nauwelijks een uitspraak gedaan over een effectiever gebruik van de reeds bestaande steden en kernen. Te denken valt hierbij aan verdichting van de stad door bijvoorbeeld lege ruimten boven winkels te benutten of versoepeling van het bestemmingsplanbeleid zodat in leegstaande bedrijfsgebouwen een mix van functies kan ontstaan. Daarnaast kan er meer aandacht besteed worden aan meervoudig ruimtegebruik binnen de steden en de infrastructurele netwerken.

De studentenplannen hebben veel aandacht voor water en natuur. Deze twee begrippen zijn op dit moment erg populair, dus scoor je als planner wanneer je hier de nadruk op legt. Dhr. P van Loon van het economisch planbureau weerlegde deze goedbedoelde kijk met cijfers van de consequenties van dit beleid. In alle plannen heeft de aandacht voor water en natuur tot gevolg dat de werkgelegenheid dramatisch afneemt en de woondichtheid in het buitengebied veel te hoog uitkomt. Dhr. J. Brouwer van het sociaal en cultureel planbureau keek in zijn beoordeling naar de demografische druk van de Deltametropool die in sommige voorstellen met 7,8 miljoen mensen veel te hoog is. Op dit moment wonen er in dit gebied 6 miljoen mensen. Uit schattingen blijkt dat dit in de komende 3 decennia nog kan oplopen tot 7 miljoen. Vanaf 2030 zal een daling inzetten. Verder merkte hij op dat er in de voorstellen veel aandacht uitgaat naar een hoogwaardig openbaar vervoersnetwerk binnen de Deltametropool. Aangezien in de huidige situatie slechts 10% van alle mobiliteit wordt gedragen door het openbaar vervoer zal een dergelijke eenzijdige aandacht bij lange na niet aan de groeiende mobiliteit kunnen voldoen.

Er zal volgens hem vooral aandacht moeten uitgaan naar een uitgebreider en efficiënter wegennet. Alle voorstellen van de ateliers gaan uit van een economische groei wat volgens Brouwer moeilijk te rijmen is met de aandacht voor het geldvretende beschermde natuurlijk landschap.

Aansluitend op deze beoordelingsronde gaf onder andere prof. ir. FM Sanders een lezing over meervoudig ruimtegebruik. Aan de hand van een aantal schema’s verduidelijkte hij deze term. Allereerst heeft het te maken met een intensivering van het ruimtegebruik, daarnaast een verweving van ruimtegebruik, een aandacht voor een driedimensionale ontwikkeling (ondergronds- en bovengronds bouwen) en als laatste de invloed van de factor tijd (op welke momenten wordt de ruimte door wie gebruikt?). De sectoren en activiteiten waar de aandacht naar uitgaat zijn verkeer, wonen, werken, recreëren, landbouw, detailhandel, een veilige waterhuishouding en het instandhouden en ‘produceren’ van natuur. Op dit moment wordt circa tweederde van de ruimte gebruikt door landbouw, dit zal in de nabije toekomst sterk verminderen door landbouw te verplaatsen naar het buitenland of door structurele verandering. Wat het recreëren betreft blijkt het dat Nederland 14 keer (!) het eigen oppervlak gebruikt voor recreatie (vakantiehuisjes in de Provence, skiën in de Alpen etc.). Voor water is er veel meer ruimte nodig. Ten eerste voor een groeiende behoefte aan berging, maar vooral ook als landschappelijk element. Dit staat natuurlijk lijnrecht tegenover de hele geschiedenis van Nederland, waar al sinds 2000 voor Christus met terpen werd gestreden tegen de zee. Water is populair maar water levert economisch gezien weinig op, dus moet dit worden gedragen door een groeiende bedrijvigheid. Sanders waarschuwt dat de doelstellingen van meervoudig ruimtegebruik door de huidige politieke situatie worden belemmerd. Zo zijn bestemmingsplannen en milieuwetgevingen te stram om een menging van functies toe te laten. De institutionele bestuurslagen maken het daarnaast erg moeilijk deze decentrale politiek door te voeren. Er kunnen volgens Sanders ook problemen met de mobiliteit ontstaan op de ‘hotspots’ van het meervoudig ruimtegebruik die we nu nog niet overzien. En als laatste hebben we een geografische moeilijkheid in dit land vanwege de modder waar het westen van Nederland op gebouwd is. Deze instabiele grond laat nou eenmaal moeilijk hoogbouw toe.