Vanaf de snelweg oogt het als een in aanbouw zijnde woonwijk: archetypische woningen in vrolijke kleurtjes ogenschijnlijk willekeurig over het Groningse landschap gestrooid. Schijn bedriegt. De ‘woningen’ maken deel uit van het nieuwe militaire Urban Trainings Centre Marnehuizen. Hoe ziet een ontworpen spookdorp er uit?
Het ontwerpen van een dorp op maagdelijk land is geen eenvoudige opgave. De dorpen die recent in Nederland vanuit het niets zijn ontworpen, zijn ontwikkeld volgens de toen heersende moderne ontwerpopvattingen. Nu deze opgave zich weer eens voordeed was de vraag natuurlijk: op basis van welke ontwerpprincipes wordt Marnehuizen ontworpen? Zou de stedenbouwkundige opzet een kopie zijn van reeds bestaande nederzettingen of konden de ontwerpers een blauwdruk realiseren voor 'light' stedenbouw, een ontwerpprincipe waar veel over wordt gesproken maar nog niet in Nederland gerealiseerd is. Experimenteren kon, het dorp zou immers nooit gebruikt worden voor bewoning. Urban Training Centres (UPC's) zijn er namelijk om leden van de landmacht voor te bereiden op missies in stedelijke gebieden. Werden lang geleden oorlogen toch vooral in perifere gebieden uitgevochten, tegenwoordig vormen bewoonde gebieden door de oprukkende urbanisatie het strijdtoneel. Omdat het vechten tussen huizen om een andere aanpak vraagt dan het vechten op het open veld werden Urban Training Centres opgezet. Ook de Nederlandse landmachtstaf beschikt over twee UPC's, Oostdorp, waar met scherp wordt geschoten, en Marnehuizen waar zestien oefenobjecten uit het begin van de jaren tachtig staan. Marnehuizen wordt nu uitgebreid met 106 oefenobjecten waaronder 19 ruïnes, een station, een gemeentehuis en woningen. Een van de eisen die de ontwerpers van Marnehuizen, de dienst Gebouwen Werken & Terreinen van het ministerie van Defensie, meekregen was dat het oefendorp niet te veel mocht afwijken van de bestaande bebouwing in de omgeving. Niet de grijze rechthoekige dozen die de eerdere oefenobjecten vormen, maar bebouwing als een echt dorp. Een echt dorp is het ook geworden alleen de kerk ontbreekt; volgens internationale conventies is het verboden om in godshuizen te vechten. Het centrum wordt gevormd door een brink waarop het gemeentehuis zal komen te staan. Daaromheen liggen de woningen en iets verder uit het dorp het station en het bedrijventerrein. Vanuit het centrum wordt de bebouwing minder intensief, het budget liet het niet toe dat er meer en in hogere dichtheid werd gebouwd. De opzet van Engelse UPCs diende als model voor Marnehuizen. Na een eerste schetsontwerp mocht de legerleiding op een reusachtige maquette gaan schuiven met de verschillende objecten. De huidige opzet van Marnehuizen is de uitkomst van dit interactieve ontwerpproces.
De objecten zelf moesten aan een aantal praktische eisen voldoen, zo moesten ze 'soldier-proof' worden en van onderhoudsongevoelige materialen worden gemaakt. Een deel van de objecten zijn gefundeerd op prefab palen, het andere deel op staal. De muren zijn van betonsteen en in verschillende kleuren ter identificatie, binnendeuren kunnen worden ingetrapt zonder dat dat noemenswaardige schade oplevert, en in de gevels zitten gaten waardoor het huis betreden kan worden – achter de ramen en voordeur kan immers een scherpschutter staan. Maar ook de welstandscommissie van de gemeente De Marne, van wie het gebied is, stelde haar eisen. Hierdoor is er in Marnehuizen bijvoorbeeld geen hoogbouw. Hoewel de woningen aan de buitenzijde vrijwel identiek lijken is gepoogd om zoveel mogelijk verschillende plattegronden te realiseren. Om de situatie zo levensecht mogelijk te maken wordt Marnehuizen straks gestoffeerd met lantarenpalen, auto's, bomen, tuinhekjes, glasbakken, telefooncellen, mupi's en ander straatmeubilair. Wanneer het oefendorp niet wordt gebruikt door de landmacht mag de burgerbevolking er in. De kans is groot dat Marnehuizen de nieuwste attractie van Groningen wordt, hoewel alle oefenobjecten na de legeroefening worden afgesloten met stalen luiken, is een 75 hectare 'leeg dorp zonder auto's' een ideale plek om verstoppertje te spelen.
In Marnehuizen gaat het om het oefenen van vechten in urbane gebieden, of de plattegronden van de woningen waarheidsgetrouw zijn, is daarom niet echt van belang. De vraag blijft wel waarom Marnehuizen als een karikaturaal Hollands dorp, met brink en vrijstaande huizen met vrijstaande garages, is ontworpen. In de gebieden waar de landmacht de afgelopen jaren heeft geopereerd is een dergelijke stedenbouwkundige opzet niet veel voorkomend. Een dorp met een niet direct herkenbare stedenbouwkundige opzet zou educatiever kunnen zijn. Misschien is een uitwisselingsprogramma met niet Westerse krijgsmachten een idee.