Feature

Macht en onmacht

Afgelopen donderdag hield Lord Richard Rogers of Riverside de vijfde Megacity-lezing. Titel van de lezing was ‘The fragmented city and the role of the architect’. Rogers verklaarde zijn liefde voor de stad, geloofde vurig ze een betere plaats kon worden wanneer vanuit de overheid sturing plaats vond, en sprak zijn afschuw uit over ‘urban sprawl’ – uitgesmeerde stad. Co-referent Aaron Betsky schetste een minder rooskleurig beeld en meende dat de overheid juist de uitgesmeerde stad moet verbeteren. De conclusie die men aan het einde van de avond kon trekken was dat de rol die een architect kan spelen in het planningsproces gering is.

De stad is leuk omdat daar onverwachtse ontmoetingen plaats vinden en er van alles te doen is, aldus Rogers. Hij stelde dat het grootste deel van de wereldbevolking in steden woont, en dat 75% van het energieverbruik op gaat aan vervoer en gebouwen. Willen we de aarde beter achter laten dan dat we ze aantroffen en ecologische rampen vermijden, dan dienen alternatieven gevonden te worden. Zo moeten mensen gestimuleerd worden meer te gaan fietsen en gebruik te maken van het openbaar vervoer. Om openbaar vervoer goed te laten werken is een bepaalde kritische massa van mensen per hectare nodig. De verdichting die hiervoor nodig is, hoeft niet noodzakelijkerwijs omgezet te worden in een stenen massa. Wanneer goed ontworpen, is er nog voldoende ruimte voor kwalitatief goede (groene) openbare ruimte, meent Rogers. Rondom het werkelijke centrum van de stad zouden subcentra moeten verreizen, die met elkaar en met het centrum zijn verbonden door middel van openbaar vervoersnetwerken. Rogers pleitte voor het opzetten van dergelijke netweken, het aanleggen van veilige voet- en fietspaden, de bouw van architectonische landmarks en verdichting van steden in plaats van uitbreiding aan de randen. De stad is niet leuk, het is er vol en er is altijd de dreiging van gevaar stelde Betsky. De stad is voor werk- en gelukszoekers. Zij wonen op elkaar in kleine appartementen met slechte licht- en luchttoetreding. Slechts een enkeling woont op de 99ste verdieping. Hij onderschreef de stelling van Roger, over de noodzaak het energieverbruik terug te dringen, alleen biedt de stad hiervoor geen oplossing, aldus Betsky. Hij pleitte voor een uitgesmeerde stad waar op geregelde afstanden verdichting plaats vindt, waar winkels en kantoren zijn, aansluitingen op het openbaar vervoernetwerk, en waar krachtige architectuur de functie van landmark vervult; een verstedelijking van de buitenwijken.

Betsky heeft gelijk wanneer hij stelt dat de meeste mensen zich in steden vestigen omdat ze op zoek zijn naar 'iets' en niet omdat het leven er zo goed is. Diegene die geluk hebben gevonden en het zich kunnen permitteren om de stad uit te trekken doen dit. Men verhuist naar een eengezinswoning met tuin, koopt een tweede huis op het platteland of pacht een volkstuinhuisje. Deze beweging van de stad af is niet nieuw. Eeuwen geleden al verruilde gegoede burgers hun woning in de stad voor buitenplaatsen aan de Vecht. Is het mogelijk om van de stad een plek te maken waar mensen graag willen wonen en blijven wonen, zoals Rogers gelooft en hoopt? Of heeft Betsky gelijk wanneer hij stelt dat de stad als verloren moet worden beschouwd en energie en aandacht beter gericht kan worden op het vormgeven van de uitgesmeerde stad? Kan er sprake zijn van 'urban sprawl' wanneer er geen stad is en kunnen steden bestaan zonder 'urban sprawl'? Bestaat er in Nederland eigenlijk wel 'urban sprawl'? Steden en zeker miljoenen steden bestaan uit een patchwork van verschillende centra, centra die eens de kern waren van nu geannexeerde dorpen. Het is de taak van de overheid en de planners om te zorgen dat alle delen van dergelijke steden zich op een gelijkwaardige manier ontwikkelen, dat de mensen die in de centra wonen daar prettig kunnen leven en dat mensen die aan de randen van de centra leven toegang hebben tot een aantal voorzieningen waaronder aansluiting op een goed openbaar vervoersnetwerk. Vroeg of laat zal Nederland totaal verstedelijkt zijn, en zal overal stedelijk leven hoorbaar of zichtbaar zijn. De opgave waar de Nederlandse overheid en planners voor staan is hoe Nederland een mooie stad gemaakt kan worden? Veel kan geleerd worden van miljoenensteden elders op de wereld. Een sterke centrale overheidssturing en veel geld lijken vooralsnog de belangrijkste basisvoorwaarden. Of ook de overheid deze mening is toegedaan valt te lezen in de binnenkort te verschijnen 5e Nota Ruimtelijke Ordening. Het is te hopen want om een leefbare stad te maken is meer gereedschap nodig dan in de kist van Rogers zit.