Het boek Stronger Opponents Wanted! behandelt de realisatie van omvangrijke culturele bouwprojecten. Aan de hand van de bouwgeschiedenissen van onder andere de opera in Sydney, het Louvre en het Groninger Museum, bespreken de auteurs de vaak verregaande invloed op dergelijke projecten van politici, sponsors, succesmanagers en directeuren. Maar pas als enthousiaste solisten een daadkrachtig verbond sluiten, worden de megalomane architectuurdromen werkelijkheid. De gedachte, vaak in de media gepresenteerd, dat een architect een plan tekent en dat meteen daarna het bouwen begint, is op zijn zachtst gezegd naïef te noemen.
Lesmateriaal
Het realiseren van een publieke gebouw met een culturele functie, vaak het paradepaardje van een politicus die zijn stempel op een stad wil drukken, is een ideaal doelwit voor de publieke opinie. Het publiek keert zich vaak massaal tegen de gemeentepolitiek, met het project als excuus. Maar hoeveel actiegroepen of professionals er ook tegen de voorgenomen plannen ageren, het megaproject gaat uiteindelijk wel gewoon door – in gemuteerde vorm, veel later dan gepland en tien keer zo duur, dat wel. De titel Stronger Opponents Wanted! is dus op te vatten als een licht sarcastisch getoonzette oproep om meer en beter tegenwicht te mobiliseren als megalomane leiders hun Grote Project in gang zetten. Tegelijkertijd is dit boek dus verplicht lesmateriaal voor alle betrokkenen bij megaprojecten, willen ze gelijke tred houden met publiek en media. Wat denkt u: zal het Rijksmuseum in Amsterdam precies zo worden aangepakt als de directeur en het Spaanse architectenduo nu voor ogen hebben? Droom wordt nachtmerrieArchitecten kunnen vooral lering trekken uit het verhaal van architect Jørn Utzon en zijn Sydney Opera House. Het is fascinerend om te lezen hoe hij van iedereen de schuld krijgt voor van alles en nog wat, bij voorkeur voor zaken waar hij aantoonbaar niet verantwoordelijk voor was. Kostenstijgingen, vertragingen, constructieve missers: de als ster binnengehaalde Utzon heeft het gedaan. Eén voor één laat iedereen hem vallen: van held tot zondebok in negen jaar. Volgens de auteurs heeft zelfs het ingenieursbureau Ove Arup & Partners, dat mede dankzij het werk aan de opera wereldberoemd werd, een belangrijke rol gespeeld in de breuk tussen Utzon en zijn opdrachtgevers. Het bureau was net zo bedreven in zwarte pieten als in rekenen. De kracht van Stronger Opponents Wanted! – en dat blijkt ook uit de andere hoofdstukken – zit hem in de uitermate exacte manier van het opdienen van de vaak al bekende feiten. Chronologie is belangrijk: wanneer zegt iemand iets 'per ongeluk' tegen een journalist, wanneer veranderen de politieke verhouding in een stad, en wanneer en waardoor verandert de teneur van artikelen in de krant? Het is de chirurgische precisie waarmee de verhalen worden verteld, waardoor deze bouwgeschiedenissen zo spannend zijn.
Slim
Heel anders dan Utzon opereerde I.M. Pei, de architect van de piramides van het Louvre. President François Mitterand en Emile Biasini, de voorzitter van de commissie voor de verbouwing van het Louvre, waren gecharmeerd van het werk van Pei. Toen deze laatste duidelijk maakte niet meer aan ontwerpwedstrijden mee te doen, kreeg hij de opdracht per direct en was de van tevoren bedongen competitie van de baan. Tijdens het bouwproces liet Pei zien het 'verdeel-en-heers' principe tot in de puntjes te beheersen en daar zelfs nieuw elan aan te geven: faseer en heers. Ieder voltooid onderdeel kreeg een eigen openingsceremonie, waarmee – steeds positievere – aandacht van de media verzekerd was. Slim: de fasering gebruiken als leidraad in de op spektakel gerichte communicatiestrategie.
Merkarchitectuur scoort
Een enkel woord is er ook voor Frank Gehry's Bilbao-project. De auteurs vinden dat het Guggenheim Museum het begin van een nieuwe periode in de cultuurindustrie markeert. Het gebouw, ontworpen door een internationale sterarchitect, is wereldwijd in de markt gezet door een cultuurmultinational. Het is vooral een toeristische injectie voor Bilbao, geen culturele. Lokale politiek is daarbij vooral hinderlijk, en de auteurs stellen dat 'merkarchitectuur' (denk aan de populariteit van merkkleding) steeds vaker puur uit economische overwegingen door een stad besteld gaat worden. Politiek scoren met cultuur is dan verleden tijd, alleen het economisch rendement telt. Grote naam gecontracteerd? Succes verzekerd, het lijkt wel voetbal. Maar let op, heren opdrachtgevers: de club met de duurste spits wordt niet altijd kampioen, het blijft een teamsport.