De Haagse schandprijs met dit jaar als thema: Kwaliteit van de Haagse openbare ruimte werd vrijdag 30 november in theater Zeebelt uitgereikt. In tegenstelling tot vorige jaren werd het dit jaar breder aangepakt. Het ging niet om een enkele architect of gebouw maar de openbare discussie handelde om drie onderwerpen die door het publiek waren voorgedragen, genomineerd en bekroond met de vergulde klisklezoor.
Bij het genomineerde onderwerp 'informatie-inflatie' werd de aandacht gericht op de wildgroei van verkeersborden. Hoeveel informatie kan je aan? Immers hoe meer borden voor je kop hoe minder je ziet. Discussieleider Bert van Meggelen ('ik kom nóóit in Den Haag') stimuleerde de stellingnemer Tijs van den Boomen in het geven van een positieve wending aan de aanklacht. We zouden in de ontwerp-opgave ons een openbare ruimte zonder verkeersborden ten doel moeten stellen. Als voorbeeld werd het Friese dorp Makkinga genoemd waar geen borden staan (behalve die ene: 'Hier staan geen borden'). Het publiek reageerde hierop met de stelling dat dan de gehele openbare ruimte inclusief veel bebouwing op de schop zou moeten. Waarop enige politici in de zaal, zoals de Haagse wethouder Stolte (van onder andere Leefbaarheid en Milieu) de verantwoordelijkheid voor de gebouwde flaters veilig doorstuurden naar de welstandcommissie (die overigens niet deelnam aan de openbare discussie). Maar dit is toch vreemd, de welstand is nog altijd slechts een adviserend orgaan. De raad heeft zelf de goedkeuring gegeven voor de realisatie van de voorgaande door de Prix de P.. bekroonde gebouwen.
Casper Postmaa, journalist bij de Haagse Courant, gaf met 'ontmoedigingsgroen en de plantsoenen' een interpretatie op het verloop van de rijke groene traditie van Den Haag. Sinds de plantsoenendienst met directeurs als Westbroek zelf is opgegaan in de productgroep Groen is wilde natuur de boodschap. Onder het mom van ecologisch beheer en natuurvriendelijk groen ontstaat de nieuwe groenterreur, waar het signaalrode zwerf(vuil)leger het assortiment bierblikjes rustig laat begroeien. Na het tellen van alle stemmen uit het call-center, de buurthuizen on-line, en uiteindelijk de doorslaggevende stemmen uit de volle zaal bleek het derde onderwerp: 'nieuwe nep boven oude glorie in de winkelbinnenstad' het publiek de meeste zorgen te baren.
Den Haag kent een rijke variëteit aan historisch waardevolle panden. De schitterende gevelwanden zijn om allerlei redenen nauwelijks zichtbaar en vaak ook nog verwaarloosd, terwijl om de hoek veel geld wordt gestoken in de nieuwe quasi-oude gevels van de Haagse Bluf, waar diezelfde panden exact zijn gekopieerd.
Over deze laatste, met de vergulde klisklezoor bekroonde, stelling van Hans Vandenburg werd het minst gediscussieerd in de zaal, en laat daarmee nog meerdere conclusies open. Dus nooit meer Madurodam-architectuur? Of is juist het probleem de verslonzing van het authentieke erfgoed? Moet er meer controle komen van de welstand op de wanstaltige etalagetaferelen, of moet er een degelijke plan komen – nu het nog kan – om de binnenstad op een meer authentieke manier aan te pakken?