Recensie

Het gebouw als stedelijke motor

Met ‘het gebouw als stedelijke motor’ begon het Nederlandse Architectuur Instituut (NAI) een serie debatten over de Grote Projecten: De door de overheid benoemde projecten die als voorbeeld moeten dienen voor de verdere inrichting van Nederland. De vraag hoe de voorbeeldprojecten tot een succesvol ruimtelijk overheidsbeleid kan leiden stond centraal.

Voor Rick van der Ploeg, staatsecretaris van Cultuur, hebben de Grote Projecten nu al betekenis. 'Tien jaar van vrijblijvend architectuurbeleid is ingewisseld voor tien concrete projecten' stelt hij in de inleiding van het debat. Van de tien projecten zijn er twee gebouwopgaven: Het Rijksmuseum in Amsterdam en de gecombineerde huisvesting voor de Rijksdiensten voor Oudheidkundig Bodemonderzoek en de Monumentenzorg (ROB/RDMZ) in Amersfoort. Deze gebouwen moeten als voorbeeld fungeren voor het ontwerpen van aanstekelijke stedelijke motoren. Als 'Ikonen van trots en identiteit' in de woorden van Van der Ploeg. Een aanpak met rivale opdrachten, zoals bij het Rijksmuseum, heeft in zijn ogen het grote voordeel dat de ruimtelijke ontwerpen een rol spelen in de anders zo abstracte politieke besluitvorming.

Ole Bouman, hoofdredacteur van Archis, vindt een voorbeeldfunctie te vrijblijvend. 'Dwingende regels zijn er nodig, zodat de ervaringen van de projecten algemeen toegepast kunnen worden' Hij is bang dat er anders niets verandert en de voorbeeldprojecten eenmalige incidenten zullen zijn. Bouman merkt de toegenomen betekenis van celebrity architecten. In navolging van Gehry's architectonisch en economisch succesvolle museum in Bilbao trachten steeds meer partijen met een beroemde architect en veel media aandacht een nieuw succesverhaal te creëren. 'Elke week krijgen wij uitnodigingen voor openingsevenementen ergens in de wereld.'

Maar een motor behoeft geen hoogwaardige architectuur.' stelt Mels Crouwel van Benthem Crouwel Architecten. 'Kijk maar naar de Arena. Een lelijk gebouw, maar het is wel de motor voor het hele Arena gebied. De idee, de plek en de functie vormen de basis voor elke goede motor'.

'Een goede architect voegt wel superioriteit toe' vult tweede kamerlid Adri Duyvestein aan. Kwaliteit is volgens hem nu nog teveel afhankelijk van toeval en bevlogen bestuurders. Kijk naar voormalig wethouder Gietema in Groningen, of naar Havel in Praag. Zij zijn betrokken en brengen het hoognodige elan. Ambitie, dat is wat met de Grote Projecten gecreëerd moet worden. En dan groots ingezet. Niet stoppen bij het eigen afgebakende territorium.'

En wat is dan de taak van de architect bij deze motorprojecten? Is het toeval dat de architecten voor het Rijksmuseum en het ROB/RDMZ beide Spanjaarden zijn? Nee zegt een betrokkene bij het Amersfoortse project vanuit de zaal. Spaanse architecten als Cruz&Ortis (Rijksmuseum) en Baldeweg (ROB/RDMZ) kenmerken zich door hun vakmanschap. .Zij beheersen alle aspecten van het vak'. 'Dat is niet toevallig' zegt Bouman. 'Spaanse architecten worden buitengewoon goed beschermd. Zo moet bij elk bouwwerk een architect ingeschakeld worden Hier zie je weer de invloed van sterke regels'. Crouwel beaamt dat de vakbekwaamheid van veel Nederlandse architecten tekort schiet. 'Velen beperken zich tot het ontwerp. Juist door te kiezen voor een brede benadering ben je als architect in staat mede de regie te voeren. De opdrachtgever en de architect zijn meestal de enigen die het hele project overzien' zo is zijn ervaring bij projecten als Schiphol en de Amsterdamse Noord-Zuidlijn.

Conclusies worden na afloop van het debat niet getrokken. Maar ze liggen wel voor het oprapen. Succesvol beleid is nu nog teveel afhankelijk van het toeval, dat moet doorbroken worden. Wíllen de Grote Projecten werkelijk tot succesvolle navolging leiden dan moeten ze een cultureel elan bij de bestuurders creëren, zo vinden de bestuurders zelf; moeten er duidelijke spelregels komen waarmee ontwerpers en ontwikkelaars kunnen werken, zo vinden de vakmensen. En moet het hokjesdenken plaats maken voor denken op nationale schaal , zo vinden allen.