Feature

Waar een wil is, is die weg

Hoe kan Den Haag voldoen aan twee miljoen vierkante meter extra woonoppervlak? Dat was de vraag die op 5 maart in het theater aan het Spui werd gesteld. Een debat georganiseerd, naar aanleiding van de geslaagde fototentoonstelling Wonen in Den Haag, moest hierop een antwoord geven. De uitgenodigde sprekers hadden zo hun mening. De uitvoerende macht zat er hoofdknikkend bij.

‘Wonen in Den Haag’ is een beeldverhaal gemaakt door het Nomadisch Paviljoen dat tracht een compleet beeld te geven van de Haagse woonsituatie. Nu, na het realiseren van de drie VINEX-lokaties: Wateringse Veld, Ypenburg en Leidschenveen, een duidelijk beeld is ontstaan van de tekortkomingen van het vierde notabeleid, wordt de kans gegrepen de huidige vraag naar woningen op een intelligentere manier aan te pakken.

Spektakelarchitect Winy Maas van MVRDV lanceerde het debat met een serie ideeën over stedelijke verdichting. Ver uitkragende balkons in alle windrichtingen voldoen volgens hem aan de poldervraag naar het huis-met-het-tuintje. Romantische beelden van parkwandelingen op een staalconstructie van 50 vierkante meter op 8 hoog, stonden zijn woorden kracht bij. Ja, waarom niet? Lekker losse ideeën die weer even het stof uit de pakken kloppen. Lachen natuurlijk. Maar beleef je daar werkelijk dat gestelde woongenot? Een plan dat niets met wonen te maken heeft maar waar MVRDV wel de boot heeft gemist is het ontwerp voor het ministerie van LNV. Landbouw moet ‘seksier’, en dat kan met een Central park-achtige plak over het staartje van de Utrechtse baan. Een mooi, realistisch voorstel. Helaas speelt de nieuwe Rijksbouwmeester dit balletje door aan de architect die nou juist niet aan de aanbesteding deelnam, Cees Dam. Welk verborgen belang zit hier nu weer achter? Het plan van Mecanoo voor LNV was namelijk ook niet slecht.

Eric Vreedenburgh van Archipel architecten stelt luchtgebonden wonen voor. Lichtmetalen duiventillen op het dakenlandschap. Een reeks beelden van hun Haagse en Scheveningse dakwoningen en een lijstje data maakten zijn voorstel ronduit realistisch. De vraag of dit ook goedkoop kan heeft Archipel nog niet met een gerealiseerd project beantwoord. Vooralsnog blijven de socialen op de stoep en krijgen de rijken snoepdoosjes op de dakgoot.

Leon Thier van Atelier Pro verbergt zijn architectuur het liefst. Als prototype voor dit struisvogelmodel zet hij het onderkomen van het eigen bureau in. Zoveel ruimte, half ingegraven en nauwelijks zichtbaar: Pro’s statement tegen de sensatiearchitectuur? In een serie beelden en grafieken nam Thier het publiek mee op een reis naar die verborgen plekken. De 27 strekkende kilometer Haagse waterkant zou toch gevuld kunnen worden met minstens 1500 woonschepen? Niet in beschouwing genomen dat je daarmee juist het water voor de overige stadsbewoners verbergt. Leon Thier stelt daarnaast dat verloren gebieden als het industrieterrein de Binckhorst een groene woonoase kunnen worden. Met ander woorden: wonen op de KPN of in de achtertuin van de Citroëndealer. Natuurlijk kun je ook de hele Westlandse glazen stad een verdiepinkje of twee optillen en een VINEXwijk ter grootte van heel Den Haag realiseren. Uw tomaten worden toch al op steenwol gekweekt en voilá, de hele infrastructuur cadeau!

Stedenbouwkundige Jan de Graaf stelde vervolgens serieus en geloofwaardig dat het centrum van Den Haag een slaapstad is. Met een overvloed aan kantoren en ministeries, die een gemiddeld effectief gebruik van vijftien procent hebben, is dit gebied het meest leeg en levenloos van alle Nederlandse stadscentra. Hij zoekt in zijn beeldloos betoog naar andere manieren van gebruik van deze ruimte. Nieuwe combinaties van wonen en werken kunnen volgens hem de stad avontuurlijker en efficiënter maken. De Haagse monocultuur moet, als het zich aan andere Europese steden wil meten, meer richten op de maatschappelijke verschuivingen en nieuwe tendensen.

Het debat behelsde een aantal korte vragen van Henk Westra aan stadsbouwmeester Maarten Schmitt, die al op de drempel van de nooduitgang stond op weg naar een afspraakje met de Rijksbouwmeester (onvrede over LNV?). Nadat hij strategisch gal had gespuwd over steeds één aspect van elk voorstel, liet hij nonchalant weten dat hij er hard aan werkt. Wat tegenzit, volgens hem is de relatie tussen Spui en het Binnenhof; ‘laat de gemeenteraad nu eens de regeringscoalitie bepalen’. Het idee van wonen boven winkels -90 % staat daar leeg- is in de afgelopen twintig jaar verscheidene malen op de tafel van B&W geschoven. En de bovenstaande ideeën van de vier lezers zijn ook niet baanbrekend nieuw. Wat gebeurt er toch in Den Haag dat de wil er is, maar dat de plannen idee blijven? De hele Haagse utopie ligt in veelvoud te vergelen in de bureaucratische la; mogelijkheden voor het oprapen. Maar wat doet men? Men kapselt wat agrarische randgemeenten in en legt daar een kamerbreed tapijtje van bakstenen en klinkers; de veilige weg.