Vandaag opent koningin Beatrix de Floriade 2002 in de Haarlemmermeer. Het park met en omvang van 65 hectare is bezaaid met meer dan 300 presentaties uit verschillende landen en van verschillende organisaties. Opvallend is dit keer de grote rol van de architectuur – of laten we zeggen het gebouw – in deze vijfde Floriade.
Het hoofdthema van de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade 2002 is feel the art of nature (een Nederlandse vertaling werd kennelijk niet opportuun geacht). Dit thema 'verwoordt en verbeeldt het samengaan van alles wat uit de natuur is ontstaan, door de mens is gemaakt en zintuiglijk waarneembaar is.' Een breed thema dus. Bij de voorbezichtiging enige weken terug was al duidelijk dat er dit keer een meer dan gebruikelijke architectonische invalshoek is gekozen. Er staan in elk geval veel paviljoens en opgetuigde kassen op het terrein. Opmerkelijk is daarbij dat twee paviljoens zijn gebouwd van – we schrijven het met enige schroom, maar duidelijk is het wel blobarchitecten; het paviljoen van de gemeente Haarlemmermeer van Hani Rashid (Asymptote) en het paviljoen van de provincie Noord-Holland van Kas Oosterhuis (Oosterhuis.nl).
Voor Rashid gaat het zelfs voor zover wij weten het eerste echte gebouw. Vergeleken met zijn virtuele architectuur en met zijn tentoonstellingsobjecten is het een opvallend gewoon ontwerp. Alleen de in twee richtingen krommende langsdoorsnede verraadt Rashids voorliefde voor de gebogen lijn. Het glimmende paviljoen is wel knap gemaakt. Het negatief gebolde glasdak en het positief bollende aluminium dak zijn knappe staaltjes bouwtechniek. Tijdens een Booostingbijeenkomst werd bijvoorbeeld uit de doeken gedaan hoe de bolle aluminium platen door middel van lowtech betonmallen en ouderwetse explosies tot stand zijn gebracht.
Het Noord-Hollandpaviljoen van Kas Oosterhuis, dat met een veel lager budget moest worden gerealiseerd, oogt wat betreft de toegepaste techniek weliswaar meer down to earth, maar is qua vormgeving wel degelijk een echte blob. Oosterhuis ziet zijn gebouwen als ruimteschepen die op hun locatie geland zijn. En dat is inderdaad de indruk die je krijgt als je het paviljoen voor het eerst ziet. Wel een lek ruimteschip overigens, want de huid bestaat uit losse dunne platen die in een knalrood vakwerk zijn geklemd. Het aardige van het paviljoen is deze combinatie van zichtbare, onmiddellijk te begrijpen techniek en de futuristische vormgeving. Oosterhuis vorige ruimteschip, de afvalverwerkingsloods in Zenderen, had ook al zon low budget / high profile karakter. We gunnen Oosterhuis natuurlijk best een budget waar hij eindelijk eens goed mee uit de voeten kan, maar met inventiviteit en enthousiasme valt zo te zien ook met lage budgetten veel te bereiken.
Verder opvallende gebouwen op het terrein zijn het project De Gelaagde Stad (onderdeel van het thema de Groene Stad) van DP6 architectuurstudio en het Grote Glasdak bij de hoofdentree. In de gelaagde Stad, een informele verzameling gebouwen en bouwsels in een rechthoekige polderslootverkaveling, wordt getoond en toegelicht hoe we in Nederland om kunnen gaan met onze schaarse ruimte. Enerzijds door het model van de Gelaagde Stad en anderzijds door te tonen hoe bebouwing opgenomen kan worden in het landschap, zoals bijvoorbeeld een Informatiepaviljoen half in het weiland, een Leemhuis en een Boomhuis in het bos.
Het grote Glasdak bij de hoofdentree dat samen met de Spotters Hill zo'n beetje het beeldmerk van de Floriade is gaan vormen is eigenlijk alleen maar interessant door zijn omvang -100 x 278 meter – en door het feit dat het glasdak voorzien is van 19.000 PV-cellen. Deze zonnecentrale heeft daarmee een vermogen van circa 2,3 MW en is de grootste in het dak geïntegreerde zonnecentrale ter wereld.
Er valt over het landschappelijke, tuinbouwkundige en architectonische moois op de Floriade veel meer te zeggen. Zodra de bollen flink in bloei en de bomen in het blad staan komen we er op terug.