Bouwmaterialen worden over het algemeen gekozen uit catalogi of uit de dagelijkse bouwpraktijk. Deze gang van zaken werkt vernieuwing niet bepaald in de hand. De tentoonstelling Future Materials for architecture and design, toont een groot aantal nieuwe materialen en materiaaltoepassingen. Je kunt er de toekomst beetpakken, bekijken, ruiken en voelen.
Voor deze tentoonstelling heeft Els Zijlstra van materiaaladviesbureau Materia de laatste jaren allerlei ‘branchevreemde’ tentoonstellingen en beurzen afgestruind op zoek naar nieuwe materialen die in de architectuur en in productontwerpen een toepassing zouden kunnen krijgen. Een deel van de tentoonstelling laat een zestigtal van deze materialen zien: Tempurschuim, polyurethaantegels, aluminiumschuim, mosselschelp tegels, holografische beplating, honingraatpanelen, verschillende soorten metaalweefsels, reliëfhout, Optical light film, Technogel, enzovoort.
Zijlstra is van mening dat behalve de gebruikelijke technische specificaties, vooral de sensorische aspecten van een materiaal van belang zijn. Materiaal moet je kunnen voelen, ruiken, zien en misschien zelfs proeven. Deze multisensorische aspecten bepalen immers in de toegepaste praktijk mede de manier waarop de ruimte of het product wordt ervaren door de gebruikers. De materiaalsamples liggen daarom op grote tafels uitgespreid en zijn inderdaad te bevoelen, te beruiken en voor wie durft te proeven. Van sommige materialen wordt direct een praktische toepassing duidelijk. Maar van andere is dat veel minder het geval. Het leuke van de tentoonstelling is dan toch dat je met zo’n materiaal in handen gaat zoeken naar mogelijke toepassingen en het daarvoor nog eens van onder tot boven bekijkt en besnuffelt.
Veel van de tentoongestelde samples zijn overigens (nog) niet als regulier bouwmateriaal in de handel. Een ander deel van de tentoonstelling laat daarom voorbeelden uit de concrete praktijk zien van projecten die op een bijzondere manier zijn gematerialiseerd, zoals de explogevel van Dirk Jan Postel, Schuim voor Prada van OMA, ETFE kussens voor het Eden project van Nicholas Grimshaw, metaalglazuur stenen van Koen van Velsen, betonprintexperimenten als de Ebesrwaldebibliotheek van Herzog & De Meuron, maquettes van siliconen, lasersintertechniek, polyester, en geuren speciaal voor een huis van Luis Barragan en het Guggenheimmuseum van Frank O’Gehry.
Het ‘Foam for Prada’ is bijvoorbeeld ontworpen voor de nieuwe vestigingen van Prada in New York en Los Angeles. OMA ontwierp hiervoor een multifunctionele translucente ‘schuim’binnenwand., die in de maquette van het ontwerp met ‘schuursponsjesschuim’ was gemaakt. In samenwerking met Vincent de Rijk is er een scala aan experimenten gedaan om het ‘schuursponsjesschuim’ te vertalen naar een 1:1 schaal. Experimenten met ballonnetjes water leidden tot voorbeelden in hard polyester, zacht polyurethaan, gips, gietaluminium en beton en een stereolithografische mal. Het uiteindelijke resultaat wordt momenteel gerealiseerd en is exclusief voor Prada. De resultaten van de verschillende proeven zijn op de tentoonstelling te zien.
Voorbeelden van betonprinttechnieken van Herzog & De Meuron en Guyer & Gigon leidde tot een serie experimenten met betonprinten, toevoegingen van roest, fosfor en glasparels. In samenwerking met Materia en Enci ontwierp Baukje Trenning enkele bijzondere tegels, waarbij betonvertrager als ‘etsmiddel’ op film werd toegepast waarmee fotografische en abstracte reliefeffecten worden verkregen.