‘Architects are licensed to build the dreams of people’, aldus de Engelse architect Will Alsop vorige week in Amsterdam. Architectuur moet dan ook meer zijn dan bouwen alleen, het is ‘building +’. Gelijk bekende Alsop ook niet precies te weten wat die ‘+’ nu werkelijk is.
Will Alsop is in Nederland vooral bekend om zijn masterplan voor het Rotterdamse Centraal Station, waarvan de uitvoering tamelijk onzeker is. Andere projecten van hem in Nederland zijn onder andere de ‘Infobank’ (Rotterdam) en het ‘Urban Entertainment Center’ in Almere. Geen enkele van zijn Nederlandse projecten is nog gerealiseerd
Alsop (1947 Northampton) studeerde aan de kunstacademie van Northampton en kwam in 1968, ’the year of the revolutions’, op de AA in Londen terecht. Hier kreeg hij onder meer les van Ron Harring (Archigram) en Tony Dugdale, die met Norman Foster en Richard Rogers in Team4 werkte. Nadat Alsop de AA had afgerond en een extra jaar op de Britse School in Rome had gestudeerd, ging hij voor Cedric Price werken. Hij werkte daar vijf jaar waarna hij twee jaar bij theaterspecialist Roderick Ham ging werken. Gedurende de periode dat hij op architectenbureaus werkte gaf hij eveneens beeldhouwles aan de St. Martin’s School of Art. Alsop stopte hiermee toen hij in 1981 zijn eigen bureau begon. Eerst samen met John Lyall – Alsop&Lyall – daarna met Jan Störmer – Alsop&Störmer en sinds een paar jaar alleen – Alsop Architects.
De late jaren zestig en begin van de jaren zeventig waren belangrijke jaren voor de architectuur schreef Alsop eens. Hij doelde hiermee op het geloof in de creatieve krachten van ‘community architecture’. In de loop van de jaren ontwikkelde Alsop zijn eigen versie van ‘community architecture’. Door mensen volledig en in een vroeg stadium bij een project te betrekken, ontstaat er een positieve creatieve kracht. Dit in tegenstelling tot de gebruikelijk inspraak waarbij mensen commentaar kunnen geven op een reeds ontwikkeld plan, de reacties daarop zijn veelal negatief of reactionair. ‘Compromise and consensus can destroy art.’ Het samenwerken met de lokale bevolking en het reageren op de onverwachte ideeën van ‘gewone’ mensen is voor Alsop een logisch onderdeel van de kunst van architectuur. Tijdens de lezing in de Brakke Grond zei hij zich ook te verbazen over de bejubeling van de zogenaamde ‘Dutch style’. Het zijn fantastische tijden hield hij zijn gehoor voor. Voor het eerst is er in de architectuur geen dominante stijl of theorie, waarom dan het promoten van een ‘Dutch style’? ‘Architecture must be a celebration’.
Volgens Alsop kan alles bereikt worden wanneer de architect een open proces voorstaat; geen democratie, maar het betrekken van gebruikers en omwonenden in het proces. Een van de voorbeelden die Alsop tijdens de lezing hiervan gaf, was de opdracht die hij had gekregen om in een periode van 25 jaar het Engelse stadje Barnsley te vernieuwen. Barnsley is een oude marktplaats en voormalige mijnwerkersstad, weinig tot geen architectuur van historische waarde en veel sociale woningbouw die aan renovatie toe is. Kortom een stad waar je op de M1 langsrijdt op weg naar Leeds of Londen en nooit zal stoppen. Nadat de winkels en de markt sluiten is het centrum verlaten en nemen jongeren bezit van het publieke domein. Ouderen komen er niet meer.
De inwoners van Barnsley weer trots laten zijn op hun woonplaats was de opgave waar Alsop zich voor gesteld vond. Alsop belegde debatten en workshops, 58% van de inwoners waren hierbij betrokken. De film die over dit proces werd gemaakt, getiteld ‘All Barnsley might dream’ werd vertoond tijdens de lezing. De film begint met een shot van Barnsley, een uit voornamelijk laagbouw bestaande plaats gelegen in een groen glooiend landschap. Een ‘voice over’ herhaald keer op keer ‘Barnsley is a Toscan hill village, Barnsley is a Toscan hill village.’ Op de film zijn bijeenkomsten te zien waarbij alle deelnemers hun wensen voor Barnsley kenbaar maken en dit voorlezen voor de groep. Middelbare scholieren zijn met potlood en papier bezig om hun ideale Barnsley te tekenen. Een groep mensen was voor een camera gevraagd wat zij voor Barnsley zouden doen als ze 200.000 pond te besteden hebben. Een groot deel antwoordde: gratis parkeren. Toen de video werd vertoond kwam er een collectief gevoel dat er betere ideeën moesten bestaan dan gratis parkeren. De uitkomst van ‘community’ sessies was een plan om een muur van verschillende gebouwen en functies om het centrum te bouwen, waardoor ook een sterk onderscheid ontstond tussen het centrum en de groene ruimte erom heen. Dit alles uiteraard gepresenteerd in de kenmerkende Alsop stijl, kleurige kristallen die in het geval van Barnsley als een kralenketting om het centrum was gelegd. De film ‘All Barnsley might dream’ was primair bedoeld voor de bewoners van Barnsley en werd dan ook vertoond in de lokale bioscoop.
Grote vraag bij veel van de toehoorders in Amsterdam was natuurlijk, hoe gaat dit er straks in het echt uit zien? Een vraag die Alsop uiteraard niet kon beantwoorden. Het antwoord daarop is ook niet echt interessant. Waar het in het geval van Barnsley om gaat is dat een meerderheid van de bevolking achter de vernieuwing van hun woonplaats staat. Daarnaast, dat ze geloven dat het beter wordt dan het was. Hoe dat ene gebouw er dan precies komt uit te zien is minder relevant. Misschien is het een idee voor de Rotterdamse gemeenteraad om eens met hun collega’s in Barnsley te gaan praten.