Feature

De ontwerpwedstrijd en de jury

Claus en Kaan Architecten Amsterdam hebben de meervoudige ontwikkel-/ontwerpopdracht voor Het Sluishuis in Amsterdam gewonnen. Over wat het Sluishuis wel en niet moest worden had de beoordelingscommissie uitgesproken ideeën.

Het Sluishuis moet een ‘landmark’ worden voor het IJburg en staat voor bijna alles wat IJburg is: wonen, water, forse bouwblokken en een architect van naam. Sluishuis gaat deel uit maken van Steigereiland, het eerste eiland vanaf de stad gezien, en komt in het water te liggen nabij de toegangsbrug tot IJburg. De beeldvorming van het blok zowel vanaf het land als vanaf het water was dan ook een belangrijk thema van de opgave. Zes bureaus werd gevraagd een appartementengebouw te ontwerpen met een hoge woondichtheid en op maaiveldniveau ruimte voor commerciële functies. Naast Claus en Kaan Amsterdam waren ook Frits van Dongen (de Architekten Cie.), DKV, Meyer en Van Schooten, MVRDV en Rapp & Scheulen voor de opdracht gevraagd. Het programma van eisen bepaalde dat de bouwenveloppe een vierkant betrof, met in het midden een binnenhof dat onderdeel moet worden van de openbaar ruimte op Steigereiland. Het bouwblok moest 12 lagen hoog worden met minimaal 290 woningen, waarvan 130 in de sociale huursector. De ontwerpmarges waren hiermee tot een minimum teruggebracht.

boven: plan Frits van Dongen, onder: DKV

Frits van Dongen zet het gebouw op palen, het binnenhof wordt een jachthaven. Alle woningen zijn hierdoor zowel aan voor- als aan de achterzijde op het water georiënteerd. De commissie is niet gecharmeerd van deze oplossing, ze oordeelt dat het concept niet past bij de locatie omdat het geen bijdrage levert aan een goede verblijfskwaliteit van het binnengebied. Ook over de galerijwoningen oordeelt zij negatief.

DKV doorsnijdt het volume in één richting waardoor zes schijven ontstaan en holt het volume uit. Loopbruggen verbinden de zes schijven met elkaar. Hoewel enthousiast over het effect van de doorsnijding is de jury wat betreft de uitwerking van de ruimte tussen de lamellen niet geheel overtuigd en beoordeelt ze de toetreding van wind tot het hof via de spleten als negatief. De keuze voor een corridorontsluiting is volgens de commissie een betere oplossing dan een galerijontsluiting ondanks dat de woningplattegronden hierdoor minder flexibel worden.

Het winnende ontwerp van Claus en Kaan  heeft een 8 meter hoge plint met voorzieningen met daarboven de woonverdiepingen. Een deel hiervan wordt met een galerij ontsloten, een ander deel met portieken. Het dak is ingericht als tuin die 24 uur per dag voor iedereen te bezoeken is. De beoordelingscommissie is enthousiast over de programmatuur van de functies, over de galerijontsluiting van de woningen is zij minder te spreken. Verder oordeelt ze dat de glasachtige materialisatie het gebouw een zekere openheid en luchtigheid geeft. Het gebouw verenigt naar het oordeel van de beoordelingscommissie stoerheid met distinctie.

vbnb: plan MVRDV, Rapp & Scheulen, Meyer en Van Schooten

MVRDV doet  een poging om Habrakens ideaal te verwezenlijken door het ultieme betonskelet te ontwerpen; een casco voor zelfafbouw waar bewoners hun eigen gevel bepalen. Alleen de stijgpunten zijn een vast gegeven, de ruimten zelf kunnen in omvang en functie variëren. De beoordelingscommissie bestaande uit Kees Rijnboutt, Herman Hertzberger, Frits Palmboom, Rob van Elgelsdorp Gastelaars, Rinus Broekzitter en Willem Jan Neutelings vragen zich af of ondanks het feit dat individuele expressie het thema van Steigereiland is, de locatie en de omvang van het Sluishuis de juiste gelegenheid en aanleiding vormt voor zo veel individuele expressie.

Het ontwerp van Rapp & Scheulen betreft een bakstenen monoliet met een geheel besloten binnenhof, via passages en een atrium worden de woningen ontsloten. De beoordelingscommissie waardeert het mysterieuze karakter en de geborgenheid van het blok maar oordeelt het gemis aan luchtigheid en transparantie als minder aantrekkelijk.

Meyer en Van Schooten tekenen een woongebouw met acht verschillende woningtypen. Binnen ieder type zijn ook weer tal van variaties mogelijk. Aan één kant openen zij het binnenhof met een openbaar terras aan het water. De beoordelingscommissie plaatst vraagtekens bij de uitstraling en materialisatie met overwegend witte panelen. De gelijkenis in kleur en high-tech design met de toegangsbrug ontworpen door Nicolas Grimshaw ondermijnt volgens de commissie de autonomie van het gebouw. Ook heeft ze bezwaren tegen het openen van het bouwblok aan één kant omdat de beschutting tegen de wind zou wegvallen. Het te verwachte klimaat, met bijbehorende wind, biedt niet de beste condities om dan hier te verblijven, aldus de commissie.

Het winnende plan van Claus en Kaan

(klik voor vergroting)

Zes ervaren architecten maken binnen strikte randvoorwaarden zes verschillende ontwerpen ieder een duidelijk handschrift en eigen concept. Slechts één kan winnen. Het is echter bedroevend de oordelen van de beoordelingscommissie te lezen. Opeens blijken er allerlei ongeschreven voorwaarden te hebben meegewogen. Baksteen als gevelbekleding is niet goed omdat baksteen het basismateriaal is voor Haveneiland en het materiaal op Steigereiland vrij is. Hadden de uitschrijvers van de prijsvraag iets anders verwacht van Rapp & Scheulen dan een bakstenen monolieten? Echter de vrijheid van materiaalkeuze is ook weer beperkt gezien het oordeel over het MVRDV-ontwerp. Het binnenhof mag niet te gesloten zijn aldus de kritiek op het plan van Rapp & Scheulen, maar ook weer niet te open getuigen de opmerkingen op de plannen van Meyer & Van Schoten, Frits van Dongen en DKV. De galerijwoning schijnt taboe te zijn, liever heeft de commissie een corridorwoning of portiekwoning. Naar de redenen hiervoor moet men gissen. De uitstraling van het blok mag niet high-tech zijn maar industrieel ogend is wel goed. Een normaal mens zou van dit soort opmerkingen wanhopig worden. De vraag dringt zich op of de commissie niet beter het blok zelf had kunnen ontwerpen. Kunnen misschien, willen in ieder geval wel. In het boek dat verscheen naar aanleiding van de prijsvraag bekent een jurylid: ‘Ik vond de prijsvraag een goed idee, ik had eigenlijk wel mee willen doen. Ik ben benaderd om een ontwerp te maken, maar ik had toen al toegezegd om jurylid te zijn.’ Is het dan nog mogelijk om als beoordelingscommissie onbevangen en onbevooroordeeld te zijn?