Feature

Het Lege Wilde Oosten

Dat men voor spannende architectuur niet naar Berlijn moet komen is inmiddels genoegzaam bekend. Toch is er veel te beleven voor architectonisch geïnteresseerden. Het zit hem echter niet in het gebouwde, maar juist in de leegte. Just Schimmelpenninck bericht uit Berlijn.

Vele beroemde buitenlandse architecten hebben sinds de Wende in Berlijn gebouwd, maar slechts enkelen van hen hebben goed werk kunnen afleveren. Het Joods Museum (Daniel Libeskind), het kantoor van de woningbouwcorporatie GSW (Sauerbruch & Hutton), de verbouwde Reichstag (Norman Foster) en het crematorium in Treptow (Axel Schultes) zijn wellicht nog de reis waard. Over deze gebouwen is echter al zoveel gepubliceerd, dat een bezoek daaraan weinig toe kan voegen.

Het gebrek aan vooruitstrevende architectuur in Berlijn heeft onder meer te maken met de strenge eisen die worden gesteld door de stedenbouwkundige dienst. Aan het hoofd staat sinds mensenheugenis Hans Stimmann, de man van het 'kritisch reconstructivisme' en het Planwerk Innenstadt. Zijn filosofie komt erop neer dat het 19de eeuwse Berlijn, met zijn brede straten, grote bouwblokken met vele 'hinterhöfe' en zijn dichte hoeken weer in ere hersteld moet worden. Bekend is de anekdote dat Rem Koolhaas vlak na de Wende gevraagd was zitting te nemen in een commissie van deskundigen om de hereniging van Berlijn stedenbouwkundig vorm te geven. Na een paar uur verliet hij ziedend van woede de vergaderzaal, omdat de meningsverschillen met de aartsconservatieve Stimmann onoverbrugbaar waren.

Door het stellen van rigide eisen als de vastgestelde hoogte van de dakgoten (22 meter) en de verhouding van glas en natuursteen in de gevels (50/50), wordt elke creativiteit bij architecten platgewalst. Bovendien hebben veel buitenlandse architecten problemen met de heersende opinie in Duitsland dat een gebouw voor de eeuwigheid wordt gebouwd en dus navenant degelijk moet zijn.

Gleisdreieck

Een ander immens rangeerterrein, het zogenaamde RAW-Gelände, ligt tussen Ostbahnhof, Warschauer Straße en Ostkreuz (beide laatste stations zijn nog niet gerenoveerd en alleen al daarom voor de liefhebbers de moeite waard). De loodsen die tot voor kort werden gebruikt om treinen te repareren, zijn overgenomen door kunstenaars en jonge bedrijfjes die half legaal de ruimten gebruiken. Onder leiding van Kees Christiaanse is voor dit gebied een ontwikkelingsplan opgesteld dat het huidige gebruik respecteert en diverse scenario's beschrijft die afhankelijk van de behoefte aan woningen en bedrijfsruimte uitgevoerd kunnen worden. Iets nieuws in Berlijn, waar men aan de hand van keurig vastliggende plannen nog altijd tegen de klippen op bouwt voor de leegstand. Het mag een kleine revolutie heten dat een dergelijk flexibel plan door de lokale politici is uitverkoren. Om een goede indruk te krijgen van het RAW-Gelände kan men het beste door de oude hoofdingang van de spoorwerkplaatsen op de Revaler Straße, vlakbij de Warschauer Straße.

Gleisdreieck (spoordriehoek) is een gebied dat vlak onder Potsdamer Platz ligt. Ook hier vele hectaren die nog geen definitief gebruik hebben. De plannen liggen weliswaar klaar, maar nu is het nog een fantastisch stedelijk oerwoud met diverse informele gebruikers. Dit gebied kan men goed verkennen door een toegangskaartje te kopen voor het Deutsches Technikmuseum. Het achterterrein, waar ook een prachtige collectie treinen te bewonderen is, maakt deel uit van het voormalige rangeerterrein Gleisdreieck.

Op dus naar het Wilde Oosten. Geniet van de ruimte nu het nog kan. Bekijk hoe een stad eruit ziet die economisch weliswaar failliet is, maar bruist van de activiteiten, als men tenminste van de gebaande paden afwijkt.

Naturpark Südgelände

Rangeerterreinen, haventerreinen en oude fabrieken, allemaal buiten gebruik. Voor de architectonische toerist een bron van nieuwe uitdagingen. Steeds weer wordt je geprikkeld ideeën te bedenken voor lege gebouwen en terreinen. Als buitenstaander is dat heerlijk vrijblijvend, maar er zijn natuurlijk ook veel Berlijners die deze potentie onderkennen en een aantal interessante initiatieven genomen hebben.

Zo ligt bij het S-Bahn station Priesterweg een rangeerterrein dat sinds 1946 niet meer in gebruik is. Het gebied is overwoekerd met berken en de watertoren, een paar werkplaatsen, kilometers rails en zelfs een oude stoomlocomotief waren vergeten. Een kongsi van buurtbewoners en kunstenaars heeft het terrein gekraakt en er een park van gemaakt door weinig te doen, een paar subtiele ingrepen slechts, om het terrein toegankelijk te maken voor wandelaars. Er is niets gesloopt of omgehakt, de graffiti niet verwijderd en ziedaar, nieuwe natuur is toegankelijk gemaakt: Naturpark Südgelände. Midden in de stad, zo'n 4 kilometer van Potsdamer Platz, scharrelt een vos rond en vliegt een valkje laag over, niet bang voor de mensen.

Naturpark Südgelände

Nee, voor de nieuwe architectuur hoeft niemand naar Berlijn te komen. Toch is er veel te beleven voor architectonisch geïnteresseerden. Het zit hem echter niet in het gebouwde, maar juist in de leegte. Berlijn is een buitengewoon lege stad; iets wat Nederlanders altijd onmiddellijk opvalt. Tot de oorlog woonden in het stadsgebied 4 miljoen mensen, nu nog 3,4 miljoen. De oorlog, de jarenlange deling van de stad en de huidige desastreuze economische situatie zijn daar debet aan. Dat betekent dat overal, ook midden in de stad, terreinen en gebouwen ongebruikt zijn. In het geheel staan meer dan 100.000 woningen en 1,25 miljoen m2 bedrijfsruimte leeg, tientallen hectare grond liggen braak. Een ramp natuurlijk voor woningbouwcorporaties, investeerders en de overheid. Een paradijs echter voor mensen die ruimte nodig hebben: kunstenaars, studenten en andere stadsnomaden hebben vrij spel. Vooral ook omdat naast de fysieke ruimte veel geestelijke ruimte is in Berlijn; men kan hier nog ouderwets experimenteren. Geen wonder dat de laatste tijd veel Nederlandse kunstenaars naar Berlijn trekken. Waar kan je nog in een wereldstad een atelier voor honderd euro huren? Waar kan je nog op een regelmatige basis illegale feesten organiseren in oorlogsruïnes en op de voormalige Mauerstreifen (met groot kampvuur!) en er nog geld mee verdienen ook? Waar kan je midden in het centrum van een stad een braakliggend terrein met brandnetels en een paar woonwagens vinden? Waar kan Nike in een ongebruikte metrotunnel een voetbalfestival organiseren? Allemaal in Berlijn.