Recensie

Swarm Tectonics in AvB Amsterdam

Met een workshop, een lezing van Neil Leach en het eindfeest werd het cursusjaar aan de academie in Amsterdam feestelijk afgesloten. Bijgestaan door Leach, Kristina Shea en Spela Videcnik werd op de binnenplaats van het academiegebouw een door de computer gegenereerde installatie gebouwd. Maar kan de computer werkelijk een ontwerp maken zonder interventie van ‘de hand van de meester’?

Neil Leach, vooral bekend als samensteller van de reader ‘Rethinking Architecture’, heeft zich op de digitale revolutie geworpen. Er is sprake van een radicale paradigmaverschuiving, betoogt Leach, waarin de computer niet alleen tekenmachine is, maar een sleutelrol vervult in het ontwerp- en productieproces.

Aan de hand van de situatie die hij aan Columbia University in New York aantrof, deelt hij het hedendaagse architectuurdebat in twee kampen in. Enerzijds de ‘funky & groovy’ computerarchitectuur van Rashid en Lynn, aan de andere kant het links conservatieve kamp met de nadruk op materialiteit onder aanvoering van Frampton. De uitdaging die Leach voor zichzelf ziet is om ‘digital’ versus ’tectonics’ niet langer als oppositie te denken, maar om ze te combineren.

De grotere rol voor de computer in het ontwerpproces zou veel architecten beangstigen, omdat ze controle zouden verliezen over hun ontwerp. De meeste constructeurs daarentegen reageren enthousiast. Leach houdt een pleidooi voor het vergaand integreren van beide disciplines met het digitale ontwerp als medium, als middel voor integraal overleg.

In de meest extreme variant zou deze manier van ontwerpen slechts het voeren van data aan de computer betekenen. In het voorbeeld van de workshop in Amsterdam vooral ‘structural data’. Maar dat kan ook het optimaliseren van akoestiek betreffen, afhankelijk van de opgave waar de architect of ‘generator’ zich voor gesteld ziet. Form follows data. In Nederland staat de gevleugelde term ‘datascapes’ voor een vergelijkbare aanpak.

De paradigmaverschuiving lijkt vooral aangezwengeld door de recente invloed van biologie op verscheidene disciplines, die het ontstaan van bio-chemie, bio-technologie en zelfs bio-filosofie en bio-astrononie heeft veroorzaakt. Dankzij inzichten uit de biologie worden statische modellen verlaten en focust de wetenschap zich op groeimodellen. Zoals Leach liet zien, wordt algengroei hét nieuwe voorbeeld voor de stedenbouwkundige discipline. Onderzoekers van het Santa Fe Institute en hun theorie over complexiteit, chaos en zelforganisatie hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. Uit die hoek komt ook de term ‘swarm intelligence’; groepsintelligentie die het individu overstijgt, zoals de gecombineerde intelligentie van een hoop mieren of een zwerm vogels.

Vertaald naar het project op de binnenplaats betekent dit voor Leach dat de intelligentie zit in de combinatie van eenvoudige onderdelen die als geheel een zeer complexe vorm kunnen realiseren. Daarmee was het eerste begrip uit de titel van de lezing verklaard. Aan de uitleg van de koppeling met het tweede sleutelbegrip, ’tectonics’, is Leach niet meer toegekomen.

opbouw installatie (foto: Jeroen van Mechelen),

(klik voor vergroting)

Kristina Shea, opgeleid als ‘mechanical engineer’ en verbonden aan Cambridge University, pleit in haar toelichting op de workshop eveneens voor integrale samenwerking tussen architecten en constructeurs. Kort samengevat is de workshop een experiment om met relatief eenvoudige middelen en relatief grote en complexe overkapping te realiseren, een abstract landschap gedrapeerd op de binnenplaats van het academiegebouw.

Shea heeft de afgelopen jaren het computerprogramma eifForm ontwikkelt om op basis van een handjevol parameters, bijvoorbeeld maximaal volume gecombineerd met zo min mogelijk oppervlak, door de computer een complexe, ruimtelijke vorm te laten genereren. Zie die ontwerpen als de geodetische koepel van Buckminster Fuller, maar dan niet opgebouwd uit gelijkzijdige driehoeken, waardoor ieder geometrie mogelijk wordt. Dit veld van driehoeken kan als een vaatdoek tot willekeurig iedere ruimtelijke vorm worden gekneed. Haar programma produceert, naast het ontwerp, bovendien constructieve gegevens en een lijst met materiaalgegevens (o.a. lengte van de staven). Deze gegevens kunnen vervolgens cad/cam worden verwerkt. Of, in geval van deze workshop, met de handzaag uit houten delen worden gezaagd en met een universele knoop worden verbonden tot de door de computer gegeneerde ruimtelijke constellatie.

Toch is de ontwerper nog niet overbodig. Ook al blijkt de computer steeds vaker te worden ingezet, de ontwerper behoudt voorlopig zijn vetorecht. De door de computer voorgestelde vorm staat nog open voor interpretatie. Als, om wat voor reden dan ook, het resultaat de ontwerper niet bevalt, kan er handmatig in de geometrie worden ingegrepen. Of wordt de computer opnieuw aan het rekenen gezet.

Als toegift kreeg het publiek een bureaupresentie van Spila Videcnik. Zonder meer interessant werk van een jong bureau uit Slovenië, ook al had haar verhaal met de workshop of de lezing van Leach geen enkele relatie. De feestvreugde na afloop was er niet minder om.