Onlangs verschenen in pers verontrustende berichten over een dreigende sluiting van de tuinen van Mien Ruys in Dedemsvaart. De tuinen die vanaf 1924 door tuinarchitecte Mien Ruys (1904-1998) werden gebruikt als een laboratorium voor experimenten op het gebied van vormgeving, materiaalgebruik en toepassingen van beplanting, kampen met teruglopende bezoekersaantallen.
De tuinen die Mien Ruys in Dedemsvaart aanlegde zijn uniek. Er zijn maar weinig tuinarchitecten die zich zo intensief hebben georiƫnteerd op de architectuur en stedenbouw. Mien Ruys was een autoriteit op haar gebied. De hele geschiedenis van het modernisme in de tuin- en landschapsarchitectuur komt in haar werk aan de orde. Dat is niet alleen vastgelegd in de vele door haar geschreven boeken en artikelen. Ze liet ook een aantal standaardwerken op het gebied van de beplantingsgeschiedenis na. Uit archiefmateriaal ontstaat te meer een beeld van haar omvangrijk werk in een belangrijke periode van de Nederlandse architectuurgeschiedenis.
De meest visuele en zeer fraaie nalatenschap blijven echter de tuinen van Moerheim in Dedemsvaart, de voormalige woonplaats van Ruys. Deze tuinen geven een rijkelijk overzicht van de hele moderne geschiedenis aan de hand van onder meer een verwilderingstuin, de moerastuin, borders, de vakkentuin, de stadstuin en de standaardborders. Materialen als beton, gewassen grinttegels, bielzen werden door haar toegepast in combinatie met een rijke begroeiing aan vaste planten. Om haar opdrachtgevers, gemeenten, bedrijven en particulieren beter te kunnen bedienen had Ruys behalve in Moerheim ook in Amsterdam een ontwerpafdeling gevestigd (die overigens nog steeds bestaat). Vanuit Amsterdam kon ze ook beter samenwerken met architecten en stedenbouwers dan vanuit het Overijsselse.
Omdat veel van haar werk in Amsterdam en andere plaatsen door achterstallig onderhoud verloren is gegaan, ligt het bijna voor de hand om de voorbeeldtuinen van Moerheim te koesteren en samen met het vele archiefmateriaal aldaar een vaste plek in de geschiedenis te geven. De tuinen, nu nog in redelijke staat, moeten weer de allure krijgen die het voor een breed publiek aantrekkelijk maakt er naar toe te gaan. Misschien kan het in de toekomst tevens een rol spelen in de problematiek van het onderhoud van openbaar groen, iets waarmee vrijwel alle overheden mee te maken hebben. Mien Ruys heeft hiervoor in haar leven in ieder geval regelmatig gepleit.
De Stichting Tuinen Mien Ruys die de tuinen en het archief van Mien Ruys beheert, heeft het voornemen om het nu nog ontoegankelijke archief met vele tekeningen en schetsen toegankelijk te maken. Daarnaast wil ze een kenniscentrum opzetten waar onder andere cursussen worden gegeven.
In Duitsland is sinds een aantal jaren de gerestaureerde tuin van Karl Foerster in Bornim nabij Potsdam, een tijdgenoot van Ruys, een trekpleister geworden. In alles is Foerster een geestverwant van Ruys. De tuinen in Dedemsvaart hebben dezelfde potentie.
Er dient iets gebeuren, de mogelijkheid om de tuinen te behouden moet gegrepen worden.