Buitenlandse studenten verhogen het prestige van de universiteit, maar waar deze te huisvesten als de ‘reguliere’ kamermarkt volledig verstopt zit? De financieel zelfstandige woningstichting en de universiteit verzonnen een list en zo zijn aan het begin van het academisch jaar twee projecten opgeleverd waar totaal 118 studenten zullen gaan wonen.
Beide projecten zijn ontwikkeld door De Principaal en worden beheerd door Woonstichting de Key. Het kleinste complex met twaalf wooneenheden bevindt zich op de Hoogte Kadijk en is ontworpen door Faro Architecten. Het andere complex is ontworpen door Claus en Kaan architecten Amsterdam en ligt aan de Saphatistraat. Aan beide projecten is zichtbaar veel zorg besteed. Ondanks de afwijkingen in schaal van onder meer de ramen, voegt het ontwerp van Faro zich moeiteloos tussen de bestaande bebouwing. De nieuwbouw van Claus en Kaan maakt deel uit van een groter complex waartoe ook een hoge kantoortoren van Pi de Bruyn (De Archtiecten Cie.) en koopappartementen van VMX behoren. Het meest opvallende element in de gevel is de compositie van de ramen, als noten op een muziekbalk. Een ander opmerkelijk element bevindt zich in het paars geschilderde trappenhuis. In de hoge entreeruimte bolt het plafond dramatisch naar beneden. Net als bij het woningblok van Tangram architecten aan de Eerste van Swindenstraat (1996), alleen was daarin ook een woonverdieping opgenomen. Bij Claus en Kaan heeft de bolling slechts tot doel het binnenkomen, en met name de beklimming van de trap naar de eerste verdieping, een zeker drama te verlenen.
Dan de kamers. De Universiteit van Amsterdam kampt met een groot tekort aan woonruimte voor buitenlandse studenten die gedurende hun studie tijdelijk in Nederland verblijven. Zij sloot met Woonstichting de Key een contact om de wooneenheden in beide complexen die ontworpen waren als sociale huurwoningen/studentenhuisvesting, te gaan verhuren voor de zogenaamde 'short-stay'. De woningen van Claus en Kaan zijn ontworpen als reguliere studentenwoningen. Waarschijnlijk om het een en ander betaalbaar te houden en om meer studenten aan een kamer te kunnen helpen is besloten om op de woningen twee studenten te zetten. Probleem hierbij is dat de woningen daarop niet ontworpen zijn.
In het project van Faro architecten bevinden zich nu twaalf wooneenheden voor 16 studenten. Studenten die een wooneenheid moeten delen hebben pech. Ieder heeft weliswaar een – door een keuken gescheiden – eigen kamertje, maar de entree tot de eenheid bevindt zich in één van de twee kamers. Het is dus voor de bewoner van deze unit te hopen dat de medebewoner geen nachtvlinder is.
Het complex van Claus en Kaan bestaat uit 61 wooneenheden waar 102 studenten zullen gaan verblijven. Hier delen de meeste studenten een eenheid, met dit verschil dat ze werkelijk een kamer delen. In één ruimte bevinden zich een keukenblokje (zonder afzuigkap en mét, heel praktisch, zwarte tegels), twee bureau's, twee bedden en een open kast die als een afscheiding in het midden van de kamer is gezet. Tegenover de keuken liggende sanitairruimte en een bergruimte. De komende vijftien jaar zullen deze woningen voor de short-stay worden verhuurd, mogelijk komen ze daarna terug op de reguliere markt voor studentenhuisvesting.
'Met de realisatie van deze wooneenheden drukt de woonbehoefte van de buitenlandse studenten niet op de vraag naar kamers van de 'gewone' eerstejaars die ook in september op zoek zijn naar woonruimte' ronkt het persbericht van de Universiteit van Amsterdam. Neen, heel gastvrij worden de buitenlandse gasten met zijn tweeën op kamers gezet die voor één persoon bestemd zijn. Daarnaast worden 73 woningen onttrokken aan de sociale huurmarkt/studentenhuisvestingbestand, woningen waar ook een dringende behoefte aan is.