Recensie

Eerste Hulp Bij Inrichting

Harde wind maakte dit weekend een einde aan de E.H.B.I.-post in de Utrechtse VINEX-locatie Leidsche Rijn. Met de Eerste Hulp Bij Inrichting wilde het kunstenaarsduo Orgacom de bewoners van de nieuwbouwwijk bewust maken van hun de woonidealen en -keuzes.

Vanuit de E.H.B.I.-post gaven de kunstenaars van Orgacom voorlichting over een systeem van ruilhandel (LETS) voor klussen waaraan geen geld te pas komt, verkochten ze een strippenkaart voor interieuradvies, en exposeerden ze een groepsportret van de idealen en keuzes van de kersverse bewoners over de inrichting van hun woning.

De E.H.B.I.-post was gevestigd in een luchtkussenachtig paviljoen. Onbedoeld zette het paviljoen de bestaande speelgelegenheden in Leidsche Rijn ver in de schaduw; de suppoosten hadden de handen vol om de 'kids' van het onder hoge druk staande en lekkagegevoelige materiaal af te halen.

Voor dit eindexamenontwerp 'Blaas de Rietveld op' ontving René van Engelenburg in 2002 de Rietveldprijs voor vormgeving. Het 2000 kilo wegende object van 10,5 bij 14,7 en 9,5 meter hoog is geïnspireerd op de door Gerrit Rietveld ontworpen Rietveldacademie in Amsterdam. De constructie bestaat uit kolommen die onder hoge druk worden opgeblazen, hierop steunt een dragende tussenvloer waaraan de transparante gevel is bevestigd. Tijdens de eindexamententoonstelling kon het publiek vanaf de eerste verdieping van het academiegebouw met een hellingbaan dwars door het opblaasbare paviljoen glijden om zo 'de transparante architectuur in zijn geheel te ervaren'. In zijn zoektocht naar exploitatie van het honderdduizend euro kostende 'Blaas de Rietveld op!' vond Van Engelenburg het Centraal Museum. Het paviljoen diende dan ook als voorpost van de dit weekend geopende grote 'ideaal!wonen' expositie in het museum.

De kunstenaars van Orgacom, Teike Asselberg en Elias Tieleman maken kunst over groepsculturen. In Leidsche Rijn stimuleerden ze met de E.H.B.I.-post het denken van de bewoners over hun eigen interieur en dat van medebewoners. De kunstenaars interviewden voor het groepsportret tientallen bewoners over hun ideale interieur. De keuzes en idealen die hieruit naar voren kwamen zijn verdeeld over vijf thema's en gevisualiseerd in cartoons op even zovele panelen. De thema's zijn: Kiezen, Geluk gehad, Meubels kiezen, Opnieuw en De tuin en de buren. De cartoons werden ingevuld met resten van verf, vloerbedekking, hout etc. van bewoners.

Zo betreft 'De tuin en de buren' de inrichting van de wijk. Een reeds opgetrokken hekwerk bleek voldoende reden te zijn om weer te gaan verhuizen. Bij 'Meubels kiezen' een cartoon over een bewoner die de kleur van de meubels afstemt op de kleur van de huisdieren. Aan keuzes blijkt geen uitgewogen proces ten grondslag te liggen. 'Opnieuw' gaat over verbouwing en herinrichting en de vele verhuizingen binnen Leidsche Rijn.

Op de expositie worden woonkeuzes en woonidealen bespreekbaar gemaakt. In de praktijk houdt dat in dat bewoners stil blijven staan bij het paneel waarin ze hun eigen ervaring herkennen en in gesprek raken met medebewoners of een van de kunstenaars. In tegenstelling tot kunst op VINEX-locaties die volgens Teike Asselbergs vaak leegheid thematiseert, richt Orgacom zich op de ervaring. Ze spreekt over de functie van kunst als 'representatie van symbolische waarden en communicatie van een mentaliteit aan de hand waarvan mensen praten over hun waarden'. Betekenis is belangrijker dan esthetica, de sculptuur is sociaal.

De ideaal!wonen strippenkaart werd mogelijk door donaties van interieurarchitecten. De 10-strippenkaart is even duur als een gewone strippenkaart voor het openbaar vervoer en biedt tien maal vijf minuten advies. De kunstenaars willen zo het beeld rechtzetten dat inschakeling van een binnenhuisarchitect leidt tot een totale metamorfose van het interieur, een beeld dat is ontstaan door programma's op de televisie. 'Een binnenhuisarchitect ziet dingen beter en kan een advies geven voor een inrichting waarin de bewoner zichzelf wel herkent' aldus Teike Asselbergs.

Nagekomen bericht: De expositie heeft asiel gekregen bij het wijkbureau Leidsche Rijn. De panelen staan daar in ieder geval nog tot 29 september en ook de strippenkaart wordt daar verkocht. De gemeente wil mogelijk de tekeningen gaan gebruiken bij de voorlichting van Leidsche Rijn en er een boekje van maken.

De kofferbakverkoop 29 september gaat gewoon door omdat die was geplanned op het terrein bij de EDAH.