Recensie

Hongerige Dozen

Als eerste in een reeks presentaties van innovatieve Nederlandse architecten is in het NAi de tentoonstelling ‘Hungry Box, de eindeloze interieurs van MVRDV’ te zien.

Voor het jaar 2003, en wellicht de daarop volgende jaren, heeft het NAi een reeks exposities in petto die volgens het begeleidende persbericht 'de aandacht gaan vestigen op de 'Generatie 1.0'. Dit is de eerste generatie architecten die opgegroeid is met de computer, die aan het begin van het millennium tot rijpheid gekomen is en die reeds op jonge leeftijd een oeuvre van gerealiseerde gebouwen op hun naam heeft staan.'

Hoewel de exposities steeds van start gaan in het NAi , betreft het hier uitdrukkelijk een reeks 'voor de export' en zullen de tentoonstellingen gaan reizen door Europa en de Verenigde Staten. Op dit moment zijn de toekomstige exposanten nog niet bekend gemaakt.

Als eerste in de reeks is MVRDV geselecteerd. Onbetwistbaar een belangrijk bureau en al lang wereldberoemd. Er valt misschien wel wat af te dingen op de kwalificatie 'aan het begin van het millennium tot rijpheid gekomen', MVRDV sloeg zijn slag eerder aan het eind van het vorige millennium. En om de computer een zo belangrijke rol in het werk van MVRDV te geven is misschien ook wat overdreven. Afgezien van onderzoek zoals MetaCity/Datatown is het oeuvre van MVRDV grotendeels denkbaar zonder computer. Dat de computer een inmiddels veelgebruikt hulpmiddel is, is duidelijk, maar niet onderscheidend voor het werk van MVRDV (zoals dat bijvoorbeeld bij NOX of Kas Oosterhuis wel het geval is). Maar dat het bureau in korte tijd een belangrijk oeuvre heeft opgebouwd staat buiten kijf en dus is deze aftrap van de voorgenomen serie nog niet zo gek.

In de tentoonstelling zijn negen sleutelprojecten uit de periode 1997-2002 te zien. Die periode is enigszins artificieel, want rond 1997 werden maar liefst drie belangrijke gebouwen opgeleverd: Wozoco, Villa VPRO en het RVU Hoofdkantoor. Zo lijkt het alsof MVRDV in een korte periode een ongelooflijke productie heeft doorgemaakt, terwijl het ontwerpwerk voor deze sleutelprojecten uit de eerste periode direct vanaf de start van het bureau begin jaren negentig plaats vond. Maar alleen Villa VPRO is op de tentoonstelling te zien, de rest van de projecten is wel degelijk in de afgelopen 5 jaar tot stand gekomen, en dus actueel genoeg om de 'millennium'-kwalificatie te verantwoorden.

De tentoonstelling concentreert zich, zoals de titel al aangeeft, op twee karakteristiek thema's in het werk van MVRDV: het gebouw als 'Hungry Box' en de eindeloze interieurs. (terzijde: Kan iemand van de samenstellers mij de noodzaak van een tweetalige titel uitleggen. Waarom Hungry Box in het Engels staat en Eindeloze Interieurs in het Nederlands? Klonk de Hongerige Doos, de eindeloze interieurs etc' of Hungry Box, the endless interiors' niet zo lekker? Of reflecteert de titel juist het multinationale karakter van de reeks?)  Beide thema's staan in principe min of meer los van elkaar, maar vallen in de negen projecten inderdaad vaak samen. Villa VPRO, Expo Hannover, de Brabant Bibliotheek, het Universeel Museum in Parijs om er maar een paar te noemen, zijn allemaal voorbeelden van eenvoudige 'dozen' die 'hongerig' zo veel mogelijk programma in zich opnemen en waarin er in het interieur sprake is van 'eindeloze' routing en elkaar overlappende ruimtes. Het is overigens wel opvallend, gezien het computerthema van de reeks, dat het datascape onderzoek en de functie-mixer die op het bureau werd ontwikkeld, allebei tenminste voorbeelden van actief gebruik in het ontwerpproces van de computer, op de tentoonstelling ontbreken.

De tentoonstelling zelf bestaat uit een reeks evenwijdige doeken van 5 bij 3,5 meter met daarop (computer-renderings van) interieurs geprint. Het is de bedoeling dat de bezoeker hierdoor het gevoel krijgt zich in de eindeloze interieurs van de gebouwen te bevinden. Helaas hangen sommige doeken zo dicht op elkaar, dat er eerder een lichte claustrofobie wordt opgeroepen dan eindeloze ruimtelijkheid. Verder bestaat de tentoonstelling uit een of twee maquettes per project en een summiere projectbeschrijving. Het is op zichzelf een mooie tentoonstelling, maar het is de vraag of iemand die niet bekend is met het werk van MVRDV met deze minimale informatie iets opschiet. Jammer genoeg is de voorgenomen catalogus die de tentoonstelling moet begeleiden pas in januari gereed. De hongerige bezoeker moet het dan maar even met de gelijktijdige uitgekomen MVRDV-specials van El Croquis of A+U doen. Aan media-aandacht heeft het MVRDV nooit ontbroken.