In een reeks architectuurlezingen georganiseerd door ARCAM was 27 januari de beurt aan landschapsarchitect Adriaan Geuze. Voor een uitverkochte zaal in theater de Brakke Grond gunde hij twee uur en drie kwartier lang het publiek een uitvoerige blik in wie en wat hem inspireert.
Leidraad in de voordracht was de zoektocht van Geuze naar wat hij subliem ofwel subtiel noemde. Bij deze termen moeten we volgens Geuze denken aan indirectheid en introversie. Steden, pleinen of zelfs schilderijen die deze eigenschappen bezitten roepen meer spanning op dan die alles wat ze te bieden hebben direct prijs geven. Geuze refereerde ter verduidelijking aan een fraai verpakt decolleté dit zou meer aan de verbeelding overlaten dan een topless buste.
Haaks op het subtiele plaatste Geuze in populaire bewoording het ‘vette’ of vulgaire. Onder ‘vet’ verstaat Geuze gebouwen, ruimtes of materialen waarin een zekere wulpsheid, overdaad of dramatiek schuilgaat. Geuze gaf te kennen dat hij binnen de context van elke opgave worstelt met een reformatorische drang naar puurheid en essentie enerzijds, en de vraag hoe zich te positioneren binnen de hedendaagse massacultuur anderzijds. In het laatste geval wordt er gewoonlijk geappelleerd aan een vluchtiger effectbejag.
In een manifest sprak Geuze voorts zijn ongenoegen uit over de bureaucratie en ambtelijke processen die Nederland sinds de jaren zeventig hebben opgezadeld met vertragende nota’s, beperkende structuurplannen en fantasieloze VINEX-wijken. De ruimtelijke ordening heeft volgens hem inmiddels onze vooruitgang beperkt. Geuze riep op tot terugkeer naar de wederopbouwmentaliteit waarin we weer trots kunnen zijn op verandering en ambitie in plaats van deze te beschouwen als aantasting en arrogantie. Als oplossing voor de vastgelopen positie waarin onze maatschappij zich nu bevindt schetste hij een visionair plan waarin Nederland in tweeën wordt opgesplitst. Eén deel omvat de deltagebieden, geregeerd door het Ministerie van Innovatie en Acceleratie. De rest van het land staat onder leiding van het Ministerie van Consolidatie en Genoegzaamheid. Overbodig te melden in welk gedeelte Geuze zijn intrek zou nemen.
De tweestrijd die Geuze in zijn zoektocht naar de balans tussen het subtiele en het vulgaire ondervindt, openbaarde zich zichtbaar in de lezing van maandagavond. Zijn hang naar essentie werd afgewisseld met een hoop ‘vette’, ‘heftige’ afbeeldingen en anekdotes.
Wat vooral beklijft van de avond is dat de samenhang tussen Geuze’s inspiratiebronnen en de uitwerking daarvan in zijn werk onvoldoende verduidelijkt werd. De overvloed aan informatie had tot gevolg dat teveel onderwerpen slechts aangestipt werden zonder echt tot de kern van de achterliggende gedachtegang door te dringen. Minder is meer, zou ik in dit geval willen bepleiten.
Alhoewel het interessant was om te worden rondgeleid langs Geuze’s fascinaties ontbrak met name de vertaalslag naar het ontwerp – een stap die voor toehoorders inzichtelijk maakt wat de resultaten en effecten van de zoektocht van Geuze op zijn architectuur zijn. In die zin heeft hij zich (onbewust?) op intelligente wijze ingedekt met zijn uitspraken over subtiliteit en indirectheid, er blijft na de lezing immers een hoop te raden over.