Feature

De architectuurindustrie

De hoofdstad van Nederland gaat zich de komende jaren profileren als architectuurstad zo meldde het Amsterdamse VVV onlangs in een persbericht. Bovendien werd bekend dat Architectuur het Toeristisch Thema voor het jaar 2004 zal worden – ter herinnering 2003 is het Van Gogh-jaar en 2002 was het VOC-jaar.

Het gaat goed met de architectuurindustrie in Nederland, althans met de promotie daarvan: de drukpersen draaien volop, met zekere regelmaat worden internationale manifestaties georganiseerd, en ieder zichzelf respecterende plaats heeft een lokaal architectuurcentrum dat excursies en lezingen organiseert. In Amsterdam verzorgen de rederijen Lovers en Holland International zelfs speciale Moderne Architectuur rondvaarten.

Ed Taverne en Cor Wagenaar tonen in hun essay Tussen elite en massa. 010 en de opkomst van de architectuurindustrie in Nederland aan dat het inzetten van architectuur en stedenbouw als marketinginstrument geen nieuw fenomeen is. Zo was Rotterdam na de oorlog nationaal en internationaal zeer succesvol in het promoten van Rotterdam als moderne, internationale stad, als tegenpool van het nationaal ‘historische’ Amsterdam. De haven (grootste van de wereld) en de petrochemische industrie bevestigden het internationale karakter. De architectuur werd vooral ingezet om het moderne karakter te verbeelden. Rotterdam als bakermat van de moderne architectuur en stedenbouw, waarbij met behulp van publicaties en tentoonstellingen geautoriseerde voorbeelden werden ingezet om deze agenda uit te dragen.

De huidige architectuurproductie wordt niet meer gebruikt als symbool en instrument voor promotie van de maatschappelijke vooruitgang maar is doel in zichzelf geworden, zo betogen Taverne en Wagenaar. Architectuurpublicaties staan grotendeels in het teken van de ‘hegemonie van het verleidelijke beeld’. Zo wordt de architectuur steeds meer gereduceerd tot puur design.

In Amsterdam zet de VVV, met het architectuurcentrum ARCAM en de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening zich gezamenlijk in voor de promotie van moderne architectuur. Als nieuwe toeristische trekpleisters in 2003 gelden onder meer het ‘futuristische’ ontwerp van Living Tomorrow dat ‘een nieuw attractie zal vormen aan de ArenA Boulevard’ en het tot cultuurpark ontwikkelde  Westergasfabriek.

Amsterdam Architectuur 2000-2002 Amsterdam Architecture, de nieuwste publicatie van ARCAM kan het beste begrepen worden binnen het kader van de promotie van de Amsterdamse architectuurindustrie. Om de drie jaar publiceert ARCAM de beste en meest opvallende gebouwen uit de voorafgaande jaren in een handzame pocket. Ook in Amsterdam Architectuur 2000-2002 Amsterdam Architecture worden weer dertig projecten summier beschreven en geïllustreerd met tekeningen en zwart-wit foto’s. Deze nieuwste editie verschilt echter aanzienlijk van de voorgaande drie. De pocket is tweetalig geworden (voorheen waren de uitgaven alleen in het Engels te verkrijgen), achterin is een kaartje van Amsterdam opgenomen waar de verschillende projecten op staan, en bij de projectinformatie staat nu ook hoe men met het openbaar vervoer bij het gebouw komt. Zover de verbeteringen. Wat ontbreekt in deze editie zijn de beschouwende en kritische essays. Het opstel dat Jaap Huisman schreef voor deze publicatie is vooral te lezen als een verantwoording van de projectkeuze. De tekeningen bij de projecten zijn soms zo minuscuul dat de in architectuur geïnteresseerde lezer zich afvraagt welk doel ze dienen. De pocket lijkt dan ook vooral bestemd te zijn voor de moderne architectuurtoerist.

De architectuurtoeristenindustrie als economische factor voor Amsterdam. ”Mahler 4′, heet het toekomstige hart van de Zuidas, waar de haute-finance, de advocatuur en de cultuur moeten neerstrijken in torens waarvoor de top van de wereldarchitectuur tekent. Toyo Ito, Rafael Viñoly, Michael Graves, het is maar een greep uit een rijk gevulde mand’, schrijft Jaap Huisman in Amsterdam Architectuur … Zonder twijfel horen (of behoorden) deze architecten tot de wereldtop. Had Amsterdam zich werkelijk als ‘architectuurstad internationaal sterker op de kaart’ willen zetten en zich willen onderscheiden van al die andere (buitenlandse) steden die al een Ito, Graves of Viñoly hebben staan, dan was het misschien een beter idee geweest om de Zuidas vol te laten bouwen door architectenbureaus als OMA, EEA, UN Studio, MVRDV, KCAP, Neutelings Riedijk, Koen van Velsen. Want zoals de Amsterdamse VVV zelf schrijft, Nederlandse architectuur is hot.