Opinie

DogmA, een eed van architectonische kuisheid

Het manifest DOGME 95 werd gepresenteerd als een filmische eed van kuisheid. Dit inspireerde een groep architecten en theoretici in Noord Nederland in 2001 tot een vergelijkbaar manifest: DogmA. Hoogste tijd voor een nieuwe kuisheid in de architectuur?

Multifunctionele schuur in Drenthe, een voorbeeld van ‘dogmatisch project’

In 1995 stelden de Deense filmmakers Lars von Trier en Thomas Vinterberg het manifest DOGME 95 op. De tien geboden waar het manifest uit bestaat zouden – mist strikt nageleefd – de filmmaker terugbrengen tot de essentie van zijn beroep; het maken van films. Het manifest was een reactie op de filmindustrie waar "the superficial action and the superficial movie are receiving all the praise. […] By using new technology anyone at any time can wash the last grains of truth away in the deadly embrace of sensation. The illusions are everything the movie can hide behind." Het primaire doel van DOGME 95 was te komen tot een heroverweging van de wijze waarop films werden gemaakt. Het werd gepresenteerd als een reddingsactie die de film moest bevrijden uit het individualisme van de 'auteur' zodat de film zou worden ontdaan van zijn pathetische, oppervlakkige en illusoire karakter.

Het bovenstaande laat zich eenvoudig vertalen naar de architectuur. De 'auteur' is zo langzamerhand de status van popster genaderd en spektakel en illusie zijn steeds pregnanter aanwezig. Gebouwen die er aan de buitenzijde spectaculair uitzien, blijken bij nadere beschouwing standaard kantoorruimten te bevatten. Appartementcomplexen waar de woningen op ingenieuze wijze met elkaar vervlochten zijn zonder enige meerwaarde voor de individuele woningen zelf. Materialen worden louter om hun 'anders' zijn toegepast. De openbare ruimte vuurt een precisiebombardement van emotie en ervaring af op de argeloze 'architectuurconsument'. Wereldrondreizende architectuurtentoonstellingen lijken geen voorlichtende of educatieve taak meer te hebben, maar zijn verworden tot totaalervaringen waarin de opstelling zelf – als design – tot onderwerp van presentatie is gemaakt.

Is dit alles erg? De films waar Von Trier en Vinterberg op reageerden waren natuurlijk niet per definitie slecht. Met het DOGME 95 wilden ze vooral het vanzelfsprekende ter discussie stellen. Zo luidt bijvoorbeeld een van de geboden dat genrefilms niet zijn toegestaan. (De ironie wil dat DOGME-films een genre op zichzelf begonnen te worden, wat voor Von Trier en Vinterberg aanleiding was om het secretariaat van DOGME 95 in 2002 op te heffen.)

Wat gold voor film, geldt voor de architectuur. Ook hier zijn niet alle spektakelgebouwen per definitie slecht of lelijk. Het is de vanzelfsprekendheid waarmee ze geproduceerd en gepresenteerd worden die weerstand oproept. Zonder spektakel lijkt je niet meer mee te tellen.

Voortbordurend op het Deense manifest heeft een groep 'architecten en theoretici' in Noord Nederland (NAT) zich gekeerd tegen de vervlakking binnen de architectuur. In januari 2001 formuleerden zij het DogmA, tien 'bevrijdende regels' geïnspireerd op de tien DOGME 95 regels die – mits strikt nageleefd – de architect zou moeten terugvoeren tot de essentie van zijn beroep: het maken van gebouwen. Evenals Dogme-films zijn DogmA-ontwerpen locatiegebonden, kennen ze een eenheid van tijd en plaats en zijn ze vrij van externe referenties en stijlen.

DogmA

1 Het ontwerp wordt specifiek voor de locatie gemaakt.

2 Gevels worden nooit los van plattegrond(en) ontworpen en visa versa.

3 Tekeningen en modellen worden met de hand gemaakt. Dat wil zeggen: computerprogramma's kunnen geen architectuur genereren.

4 Materialen worden gebruikt zoals ze zijn.

5 Afbeeldingen in tekeningen en referentiebeelden zijn verboden.

6 Het gebouw mag geen verwijzende of onnodige ornamenten bevatten.

7 De architectuur vindt hier en nu plaats.

8 Gestijlde ontwerpen worden niet geaccepteerd.

9 Alle tekeningen worden getekend door de architect.

10 De architect wordt niet als zodanig benoemd

Het is uiteraard niet de bedoeling dat straks een DogmA-architectuurstroming ontstaat, maar enige bezinning op de essentie van het beroep van architect kan nooit kwaad.