Feature

50 jaar Groothandelsgebouw

Het is vandaag precies vijftig jaar geleden dat Koningin Juliana het Groothandelsgebouw officieel opende. Heel modern, niet door het knippen van een lint maar door een druk op de knop.

Na de oorlog was er in Rotterdam grote behoefte aan kantoor en werkruimtes voor kleine en middelgrote bedrijven. 450.000 vierkante meter aan bedrijfsruimte werd verwoest tijdens het bombardement van 1940. Het gevaar dreigde dat veel 'dakloze' bedrijven naar Amsterdam zouden trekken.

Al in 1940 werd door het Gemeentebestuur en de Kamer van Koophandel de Industriestichting Rotterdam opgericht. Deze stichting zou de bouw en het exploiteren van verhuurbare bedrijfsruimten in de stad organiseren. Om de huren laag te houden werd gedacht aan 'verzamelgebouwen' met gezamenlijke voorzieningen waarin meerdere handelaren ruimtes konden huren. Dit soort grote gebouwen waren al veelvuldig in Amerika, Engeland en Duitsland gerealiseerd.

In 1944 kwam ondernemer F. Pot met het idee voor een groothandelscentrum in Rotterdam. De Kamer van Koophandel, de Industriestichting, de dienst Stadsontwikkeling en de grossiers besloten om het voorstel van Pot uit te voeren. Het Groothandelsgebouw was voornamelijk bedoeld voor grossiers, handelaren in grote partijen goederen of grondstoffen; 'groot' in Groothandelsgebouw staat dan ook niet voor groot gebouw.

Vanaf het begin was duidelijk dat de opdracht voor dit gebouw naar de architecten W. van Tijen en H.A. Maaskant zou gaan. Zij hadden in 1939 al een studie gemaakt voor de collectieve huisvesting van bedrijven uit de te saneren krottenwijk bij de Goudsesingel in Rotterdam. Vanaf het begin werd het architectenbureau, op initiatief van de Industriestichting, betrokken bij de plannen voor het Groothandelsgebouw. Vooral Maaskant werkte van 1945-1947 aan het ontwerp, Van Tijen hield zich afzijdig. De bouw begon in april 1948 en duurde vijf jaar, tot eind 1952.

In 1947 maakten Maaskant en Pot een studiereis naar Amerika, waar zij verschillende verzamelgebouwen bezochten. Zoals het grootste handelsgebouw ter wereld, The Merchandise Market in Chicago (1928). Naast de voornaamste reden, het economische voordeel van gestandaardiseerde bedrijfsruimtes met gemeenschappelijke voorzieningen, speelde ook de verbeterde werkomstandigheden een rol bij de keuze voor een verzamelgebouw. Voor de oorlog waren veel bedrijven in bouwvallige panden gehuisvest, veel van deze panden werden tijdens het bombardement van 1940 verwoest. Moderne, passende en hygiƫnische werkruimtes kwamen ervoor in de plaats.

Wat betreft de schaal paste het Groothandelsgebouw in het wederopbouwplan van ir. C. van Traa uit 1946. Het stadscentrum zou volgens dit plan een modern uiterlijk krijgen, met een overheersend patroon van grote verkeersaders waar een grootschalige architectuur bij paste. Volgens Maaskant zorgde het monumentale Groothandelsgebouw voor een boeiend stadsbeeld en gaf het meer allure aan de omgeving. Naar alle tevredenheid van de handelaren lag het gebouw aan het nieuwe stationsplein op een kruispunt van trein-, bus-, en autoverkeer.

Bij opening was het Groothandelsgebouw het grootste bouwwerk in Nederland. Het bruto vloeroppervlak van 127.000 vierkante meter is nog steeds ruim twee keer zoveel als het 150m hoge Nationale Nederlanden-gebouw aan de overkant van het Stationsplein.

Vijftig jaar na oplevering staat het Groothandelsgebouw weer in de steigers. Het wordt opgeknapt door architectenbureau J. van Stigt, die eerder het Olympisch Stadion in Amsterdam restaureerden. De gevels worden ontdaan van de vele lagen verf die er door de jaren heen op zijn gesmeerd zodat de oorspronkelijke betonnen huid weer zichtbaar wordt. Dit gebeurt niet alleen uit esthetisch oogpunt maar zeker ook omdat het beton door de verflagen niet meer kon ademen en de wapening aan het roesten was.

Binnen worden de gangen opgeknapt, de originele rode bakstenen wanden worden weer zichtbaar en de oude eiken deuren en vitrines komen terug. Verder verdwijnen de radiatoren – in de jaren zeventig voor de ramen aan de gevel geplaatst – om de transparantie van de gevel weer terug te halen. Een ander aspect van de revitalisatie is het vrijmaken van het dak van ventilatiesystemen waardoor er weer een terras over het gehele dak komt, waarmee ook de 'vijfde' gevel van het gebouw weer in ere wordt hersteld. In feite verandert er weinig, er wordt vooral ruis weggehaald die door de jaren heen is aangebracht en er wordt opgeknapt.

Het Groothandelsgebouw heeft zich ondertussen bewezen als een flexibel gebouw dat met zijn tijd is meegegaan. Redelijk soepel onderging het een functiewisseling van grote, zware ruimtes voor de productie-economie, naar lichte, aanpasbare ruimtes voor het hedendaagse kantoor. Het Stimuleringsfonds voor Architectuur en de architectenbureaus Kuiper Compagnons, Van den Broek en Bakema, De Nijl Architecten en J. van Stigt zijn er gevestigd. Sinds 1996, het jaar van oprichting, zetelt ook ArchiNed in 'De Reus van Rotterdam' (Cornelis Vaandrager).